Johann Michael Bach
Halt, was du hast (JMB7)
Motet
Geschreven voor onbekend (sacraal)
Voor het eerst uitgevoerd: 1675?
Koor SSAATTBB orkest cont
Totaal 1 delen, 1 koorwerk
Vertaling: Ria van Hengel
uit het Alt-Bachische Archiv, ABA I/10
beluister
downloads uitleg
Bespreking
Johann Michael Bach (1648 - 1694) schrijft dit koraalmotet, zoals we bij hem regelmatig zien, voor twee ongelijke koren: een gebruikelijk gedisponeerd vierstemmig (SATB) koor en een lager gestemd, mannenkoor (TTTB). En ook dit motet bestaat uit twee delen.
In het eerste deel zingen beide koren verschillende teksten: het lagere koor citeert met vele herhalingen twee teksten uit het laatste bijbelboek, Openbaringen 3:11 en 2:10, die de gelovige uitzicht bieden op een eeuwig leven (eine schöne Krone) terwijl het ‘normale’ koor het godsvertrouwen van de gelovige vertolkt met het eerste en vierde couplet van het bekende koraal Jesu, meine Freude van Johann Franck (1653). Voor het vijfde couplet van dit lied veranderen de rollen: het wordt gezongen door één groot achtstemmig koor, maar elke frase krijgt een echo van het lage koor.
1. Koor
2xSATB, continuo
Halt, was du hast, | Houd vast wat u hebt |
daß niemand deine Krone nehme, | opdat niemand u uw kroon afpakt. |
Jesu, meine Freude | Jezus, mijn vreugde, |
meines Herzens Weide, | lafenis van mijn hart, |
Jesu, meine Zier | Jezus, mijn sieraad, |
ach, wie lange | ach, hoe lang, ach, lang |
ist dem Herzen bange | is mijn hart al bang |
und verlangt nach dir. | en verlangt het naar u! |
und sei getreu bis in den Tod, | Wees dus getrouw tot in de dood, |
Gottes Lamm, mein Bräutigam, | Lam van God, mijn bruidegom, |
außer dir soll mir auf Erden | niets op aarde |
nichts sonst liebers werden. | zal mij dierbaarder zijn dan u. |
so wirst du empfahen ein herrliches Reich | dan zult u een heerlijk rijk ontvangen |
und eine schöne Krone | en een fraaie kroon |
von der Hand des Herren. | uit de hand van de Heer. |
Weg mit allen Schätzen! | Weg met alle schatten! |
Du bist mein Ergötzen, | U bent mijn genot, |
Jesu, meine Lust. | Jezus, mijn lust! |
Weg, ihr eitlen Ehren! | Weg, ijdele loftuitingen, |
Ich mag euch nicht hören, | ik wil jullie niet horen, |
bleib mir unbewußt! | blijf buiten mijn bewustzijn! |
Elend, Not, Kreuz, Schmach und Tod | Ellende, nood, kruis, smaad en dood |
soll mich, wenn ich schon muß leiden, | zullen mij, hoeveel ik ook moet lijden, |
nicht von Jesu scheiden. | niet van Jezus scheiden. |
Gute Nacht, o Wesen, | Goedenacht, o wezen |
das die Welt erlesen, | dat de wereld heeft gekozen, |
mir gefällst du nicht. | mij beval je niet. |
Gute Nacht, ihr Sünden, | Goedenacht, zonden, |
bleibet weit dahinten, | blijf ver weg, |
kommt nicht mehr ans Licht! | verschijn niet meer! |
Gute Nacht, du stolze Pracht! | Goedenacht, trots en pracht! |
Dir sei ganz, o Lasterleben, | Moge jou, zondig leven, |
gute Nacht gegeben. | een heel goede nacht worden gegeven! |