Johann Michael Bach
Dem Menschen ist gesetzt einmal zu sterben (JMB10)
Motet
Geschreven voor Rouwplechtigheid
Voor het eerst uitgevoerd: 1675?
Libretto: Bijbeltekst
Koor SAATTBB
Totaal 1 delen, 1 koorwerk
Vertaling: Ria van Hengel
uit het Alt-Bachische Archiv, ABA I/13 bezetting SATB/ATTB + continuo
beluister
downloads uitleg
Bespreking
Johann Michael Bach’s (1648 - 1694) rouwmotet Dem Menschen ist gesetzt einmal zu sterben be hoort (met JMB7, 9 en 17) tot de groep van vier dubbelkorige motetten voor twee ongelijke koren, een hoog (SATB) koor en een lager (ATTB). En ook hier becommentariëren bijbelteksten en koralen elkaar.
De titeltekst (Hebreën 9:27) en de regel Der Tod ist der Sünden Sold etc. uit Paulus’ brief aan de Romeinen (6:23) worden door het tweede, lagere koor homofoon vertolkt in de pauzes die koor I laat vallen tussen de regels van de coupletten 1 en 3 van het koraal Meine Wallfahrt ich vollendet hab, een Grablied van Ludwig von Hörnigk. Zoals in vele andere motetten verenigen zich de beide koren tenslotte voor een achtstemmige versie van Hörnigks zesde couplet, waarbij het lagere tweede koor telkens een echo van de laatste woorden zingt.
Afwijkend van eerdergenoemde motetten voorziet de overgeleverde partituur in een continuopartij voor het orgel.
1. Koor
SAATTBB
Dem Menschen ist gesetzt einmal zu sterben, | Het is het lot van de mens om eens te sterven |
danach aber das Gerichte. | en daarna het oordeel. |
1. Mein Wallfahrt ich vollendet hab, | 1. Ik heb mijn pelgrimstocht volbracht, |
in diesem bösen Leben, | in dit ellendige leven, |
jetzund legt man mich in das Grab, | nu legt men mij in het graf, |
darauf tut sich anheben | daarna begint |
ein neue Freud und Seligkeit, | bij Christus onze Heer |
bei Christo unserm Herren | een nieuwe vreugde en een zaligheid |
die allen Frommen ist bereit | die alle vromen wacht, |
dies ist die Kron der Ehren. | dat is de erekroon. |
Der Tod ist der Sünden Sold. | De dood is het loon van de zonde. |
Aber die Gabe Gottes ist | Maar het geschenk van God is het eeuwige leven |
das ewige Leben in Christo Jesu, unserm Herren. | in Jezus Christus, onze Heer. |
3. Solch ewig Leben hat er mir, | 3. Dat eeuwige leven heeft hij voor mij |
und allen Menschen erworben. | en alle mensen verworven. |
Der Tod hat g'wart vor meiner Tür, | De dood heeft voor mijn deur gewacht |
bis ich jetzt bin gestorben. | totdat ik nu ben gestorven. |
Und dieses ist der Sünden Schuld, | En dat is de schuld van onze zonden. |
wir müssen einmal sterben, | Eens moeten wij sterven, |
jedoch beweist er seine Huld | maar hij bewijst ons zijn genade, |
lässt Gläub’gen nicht verderben. | laat gelovigen niet te gronde gaan. |
6. Darum laßt fahr'n all Traurigkeit, | 6. Laat dus alle droefheid varen, |
tut mich nicht mehr beweinen, | beween mij niet, |
in mir ist nichts denn lauter Freud, | in mij is alleen maar louter vreugde |
weil's Gott so wohl tut meinen. | omdat God het zo goed met mij voorheeft. |
Mein Seele preiset Gott den Herrn | Mijn ziel prijst God de Heer |
für solch freundenreich Leben. | voor dat vreugdevolle leven. |
Was könnt' ich herrlichers begehren | Wat zou ik meer verlangen |
Gott woll's euch allen geben! | dan dat God dat aan u allen geeft! |