Josquin
La Déploration sur la mort de Jean Ockeghem (JDP1)
Motet
Geschreven voor Rouwplechtigheid
Totaal 1 delen, 1 koorwerk
beluister
downloads uitleg
Bespreking
Josquin werd omstreeks 1455 ergens in Bourgondië geboren, in het huidige grensgebied van België en Frankrijk, waar hij ook in 1521 overleed, na een carrière als musicus aan feodale en kerkelijke hoven, die zich voor ruim 20 jaar in Italië afspeelde. Hij gold als de belangrijkste componist van de franco-vlaamse renaissance in zijn tijd, en was in die kwaliteit de opvolger van zijn leermeester, Johannes Ockeghem (± 1420 - 1497). Ter nagedachtenis aan diens dood componeerde Josquin in 1497 het vijfstemmige motet La Déploration sur la mort de Jean Ockeghem. Het stuk heeft twee teksten. De tenor zingt de latijnse introïtustekst van de Requiem-mis, als cantus firmus in lange noten, op de gregoriaanse (phrygische) melodie. De overige vier stemmen zingen daaromheen een motet op een moderne, niet-liturgische tekst van de dichter Jean Molinet; waarin niet alleen bosnimfen en bron-godinnen worden uitgenodigd de overledene te betreuren, maar vooral musici worden aangesproken, waaronder met name genoemd Ockeghems leerlingen Josquin, Brumel, Pierchon (Pierre de la Rue) en Compère: zie af van hoge heldere noten, hef schrille kreten en klaagliederen aan, hul u in rouwkleding en ween.
Tijdens het couplet waarin de vier leerlingen worden aangesproken, zwijgt de vijfde stem.
Ten slotte zingen alle vijf gezamenlijk het Requiescat in pace. Amen.
(Atropos is van de drie (griekse) schikgodinnen degeen die de levensdraad doorknipt.)
1. Koor
Requiem aeternam dona eis Domine | |
Nymphes des bois, déesses des fontaines, | |
chantres expers de toutes nations, | |
changez voz voix fort clères et haultaines | |
en cris tranchantz et lamentations. | |
et lux perpetua luceat eis | |
Car d'Atropos les molestations | |
vostre Ockeghem par sa rigueur attrappe. | |
Le vray trésoir de musicque et chief d'oeuvre, | |
qui de trépas désormais plus n'eschappe, | |
dont grant doumaige est que la terre coeuvre. | |
Acoutrez vous d'abitz de deuil: | |
Josquin, Brumel, Pierchon, Compère. | |
Et plorez grosses larmes d'oeil: | |
Perdu avez vostre bon père. | |
Requiescat in pace. Amen |