Kooraria
Mit Weinen hebt sich’s an,
dies jammervolle Leben,
es muss das kleinste Kind
der bittern Tränen Schar
sich weinend untergeben,
eh’ es sich noch besinnt.
Wenn’s kaum geboren ist,
so höret man doch schon,
dass sich bei ihm erhebt
der schmerzenvolle Ton.
Das Mittel unsrer Zeit
ist überschwemmt mit Sorgen,
wir sind des Glückes Spiel.
Der weinet durch die Nacht
bis an den lieben Morgen,
und hilft ihm doch nicht viel.
Der Furcht- und Hoffnungsstreit
zerquälet unsern Sinn
und nimmt, eh man es denkt,
die besten Jahre hin.
Das Alter kömmt herbei,
die kummervollen Jahre,
die uns gefallen nicht,
und führen uns den Weg
zur trüben Totenbahre.
Wann dieses dann geschieht,
so ist es aus mit uns;
der tränenvolle Lauf
hat nun das Ziel erreicht
und hört mit Weinen auf.
Libretto: onbekend
Kale tekst Nederlandse vertaling
Kooraria
Met huilen begint het,
dit ellendige leven,
het kleinste kind
moet zich huilend onderwerpen
aan de vloed van bittere tranen
nog voordat het kan denken.
Zodra het geboren is,
hoor je
het pijnlijke geluid
dat bij hem wordt aangeheven.
Als we volwassen zijn,
worden we door zorgen overspoeld,
we zijn een speelbal van het lot;
we huilen de hele nacht
tot aan de lieve morgen,
maar het helpt niets.
Het gevecht van angst en hoop
kwelt onze geest
en berooft ons voor we het weten
van onze beste jaren.
Dan komt de ouderdom,
met zijn zorgelijke jaren
die ons niet bevallen
en ons leiden naar
het droeve graf.
Als het dan zover is,
dan is het afgelopen met ons;
aan de smartelijke weg
is nu een eind gekomen
en het huilen stopt.
Vertaling: Ria van Hengel