Johann Christoph Bach
Herr, nun lässest du deinen Diener in Frieden fahren (JCB12)
Motet
Geschreven voor Rouwplechtigheid
Voor het eerst uitgevoerd: 1690?
Koor SSAATTBB
Totaal 1 delen, 1 koorwerk
Vertaling: Ria van Hengel
uit het Alt-Bachisches Archiv
downloads uitleg
Bespreking
Tot tekst voor dit motet dient een gedeelte uit het evangelie van Lucas (2:29-32) dat bekend staat als het loflied van Simeon, een oude jood aan wie beloofd was dat hij de verwachte Messias nog met eigen ogen zou aanschouwen. Hij zingt zijn loflied wanneer hij in de tempel de Messias heeft herkend in de nauwelijks één maand, 40 dagen, oude Jezus die daar als een eerstgeboren zoon door zijn moeder Maria aan de priesters wordt voorgesteld. De tekst bestempelt Christophs motet als geschreven voor een rouwplechtigheid.
Het serene stuk is geschreven voor twee vierstemmige koren, waarvan, ter verhoging van de sonoriteit, het tweede gemiddeld enkele tonen lager ligt dan het eerste.
Als het ware vooruitlopend op de da-capostructuur van moderne aria’s wordt de ontegenzeggelijk belangrijkste openingszin aan het slot herhaald.
In zijn Bachbiografie (1873/1880) wijdt Philipp Spitta (1841-1894) uitvoerige, kritische besprekingen aan werken van Bachs voorzaten; ik maak die bij ‘andere besprekingen’ toegankelijk (in het Duits) onder de initialen PS. |
1. Koor
2xSATB
Herr, nun lässest du deinen Diener | Heer, nu laat gij uw dienaar |
in Friede fahren, wie du gesaget hast: | in vrede heengaan zoals ge hebt gezegd. |
Denn meine Augen, haben deinen Heiland gesehen, | Want mijn ogen hebben uw Heiland gezien, |
welchen du bereitet hast für allen Völkern, | die u gestuurd hebt voor alle volkeren, |
ein Licht, zu erleuchten die Heiden | een licht om de heidenen te verlichten |
und zum Preis deines Volks Israel. | en tot eer van uw volk Israel. |
Herr, nun lässetst du deinen Diener | Heer, nu laat gij uw dienaar |
in Friede fahren, wie du gesaget hast. | in vrede heengaan, zoals ge hebt gezegd. |