Johann Christoph Bach
Es erhub sich ein Streit (JCB11)
Cantate
Geschreven voor St Michiel (Michaelistag 29/9)
Voor het eerst uitgevoerd: 1680?
Libretto: Bijbeltekst
Solisten TB koor SSAATTBB orkest str vsolo vla2,3 fgsolo trp1-3 timp cont
Totaal 9 delen, 6 koorwerken
Vertaling: Ria van Hengel
uit het Alt-Bachisches Archiv
beluister
- Susanne Rohn
- Musica Antiqua Köln
- Vox Luminis
- Bach Ensemble A'dam
Paulien Kostense - Pichon / Pygmalion
andere besprekingen
Bespreking
Johann Christoph Bach schreef deze cantate voor een feestdag van St. Michiel (Michaelisfest) op 29 september, op basis van de voor die dag voorgeschreven evangelietekst uit het laatste bijbelboek, het Boek der Openbaringen (12:7-12a). Zinsneden uit deze tekst komen we ook tegen in Sebastians werken voor deze gelegenheid, BWV 19 (Es erhub sich ein Streit) en BWV 50 (Nun ist das Heil und die Kraft). Dat wij het stuk nog kennen is te danken aan Sebastian die het ooit voor eigen gebruik kopieerde en uitvoerde, waarschijnlijk ook op een Michielsfeest.
Het stuk is vermaard vanwege zijn extreem grote bezetting: 22 stemmen = balken in de partituur: vier trompetten en pauken, een zesstemmig strijkersensemble (2 viool-, 4 altvioolpartijen), fagot, continuo en twee vijfstemmige koren: een laag solistenensemble (Concertati, SATBB) en een hoger ripienisten/tutti-ensemble (Capella, SATTB). Het stuk, dat wij een cantate plegen te noemen, behandelt de mystieke oorlog tussen aartsengel Michael en zijn engelenschaar en de Satan/duivel/draak en diens getrouwen, een strijd die door Michael wordt gewonnen waarna zijn tegenstanders uit de hemel op aarde worden gekieperd waar ze het vervolgens de mensen zuur maken. De cantate heeft twee delen: een luidruchtig strijdtoneel (I) en een veel vreedzamer schets van het koninkrijk der hemelen (II); elk deel begint met een instrumentale sinfonia voor resp strijkers en voor alle instrumentalisten. In elk deel vinden we drie koren waarvan het middelste in kleine bezetting: alleen strijkers en concertistenkoor. Het geheel wordt besloten met een slotkoor en heeft dus een symmetrische structuur. Aldus:
SINFONIA 1 | KOOR 2 | SINFONIA 5 | KOOR 6 | SLOTKOOR 9 |
koor 3 | koor 7 | |||
KOOR 4 | KOOR 8 |
I. Na de strijkerssonata beginnen de twee bassen hun relaas, waarop eerst de pauken en vervolgens de ene na de andere trompet het oorlogsgedruis naderbij brengen, totdat uiteindelijk 'beide koren als vijandelijke troepen op elkaar stuiten' (Spitta) en een tumultueus gevecht aangaan dat zich bijna zestig maten lang in de C-dur harmonie afspeelt, een strijd die uitloopt op de woorden und siegeten nicht, waarbij de harmonie voor het eerst en onverwacht uitwijkt naar de dominant G-groot en de trompetten ontbreken.
De zin Auch ward - im Himmel verloopt in een beschouwelijker, zevenstemmig fugato door de 5 solisten en de twee violen, met colla parte ondersteuning van de andere strijkers.
Voor de derde volzin (Und es ward ausgeworfen, vs 9) nemen opnieuw de bassen het initiatief, maar ook hier breidt de bezetting zich weer gaandeweg uit tot tutti. Terwille van de trompetten verloopt ook dit deel uitsluitend in C-groot harmonieën; alleen bij die ganze Welt verführet klinkt er een plotseling Bes-groot.
II. De Siegessymphonie die het veel vreedzamer tweede deel inleidt is van het (Venetiaanse) type cori spezzati: een afwisseling tussen een strijkerskoor en een koperblazersensemble, die idealiter op verschillende balcons geposteerd zouden moeten zijn.
In het verdere tweede deel kan men, naar verkiezing, weer ongeveer 10 tekstdelen onderscheiden die, overeenkomstig het motetprincipe hun eigen behandeling krijgen: nu eens in bescheiden zettingen, zonder trompetten en door één of enkele solisten, in imitatieve polyfonie, dan weer in brede gebaren en lange noten door tutti (zoals bij Nun ist das Heil etc) en soms met in beurtzang (’antifonaal‘) optreden van de beide koren. Hoewel KOOR 8 door allen (tutti) wordt ingezet zwijgen de trompetten vanaf de woorden durch des Lammes Blut.
Het laatste vers Darum freuet euch etc krijgt een da-capostructuur rond de intiem verklankte bijzin und die darinnen wohnen, om te voorkomen dat die het sobere slot zou worden.
In zijn Bachbiografie (1873/1880) wijdt Philipp Spitta (1841-1894) uitvoerige, kritische besprekingen aan werken van Bachs voorzaten; ik maak die bij ‘andere besprekingen’ toegankelijk (in het Duits) onder de initialen PS. |
1. Sonata
strijkers, solo viool, altviool 2/3, solo fagot, continuo
2. Koor
tutti
Es erhub sich ein Streit im Himmel. | Er ontstond een gevecht in de hemel. |
Michael und seine Engel stritten mit dem Drachen | Michael en zijn engelen streden met de draak |
und der Drache stritt und seine Engel | en de draak streed en zijn engelen ook |
und siegeten nicht. | maar ze wonnen niet |
3. Koor
tutti
Auch ward ihre Stätte nicht mehr funden im Himmel. | en er werd geen plaats meer |
voor hen in de hemel gevonden. |
4. Koor
tutti
Und es ward ausgeworfen der große Drach, | De grote draak werd eruit gegooid, |
die alte Schlange, die da heißet der Teufel | de oude slang die Duivel heet |
und Satanas,der die ganze Welt verführet | en Satan, die de hele wereld verleidt |
und ward geworfen auf die Erden. | werd op de aarde gegooid |
Und seine Engel wurden auch dahin geworfen. | en ook zijn engelen werden daarop gegooid. |
5. Sinfonia
tutti
6. Koor
tutti
Und ich hörete eine große Stimme, | En ik hoorde een grote stem |
die sprach im Himmel, | die in de hemel sprak: |
nun ist das Heil und die Kraft | Nu zijn het heil en de kracht |
und das Reich und die Macht | en het rijk van onze God en de macht |
unsers Gottes seines Christus worden. | van zijn Gezalfde werkelijkheid geworden. |
7. Koor
bas, SATB, strijkers, altviool 2/3, solo fagot, continuo
Weil der verworfen ist | Want verworpen is hij |
der sie verklaget Tag und Nacht vor Gott. | die hen dag en nacht bij God heeft aangeklaagd |
8. Koor
tutti
Und sie haben ihn überwunden | En ze hebben hem overwonnen |
durch des Lammes Blut | door het bloed van het Lam |
und durch das Wort ihres Zeugnis; | en door het woord van hun getuigenis |
und haben ihr Leben nicht geliebet | en ze hebben hun leven niet liefgehad |
bis an den Tod. | tot aan de dood. |
9. Slotkoor
tutti
Darum freuet euch, ihr Himmel, | Verheug u dus, |
und die darinnen wohnen! | o hemel en wie daar wonen. |