naar de bespreking van JB3

Weint nicht um meinen Tod (JB3)

Johann Bach

1. Kooraria

1. Weint nicht um meinen Tod, 1. Huil niet om mijn dood,
ich hab in frohen Siegen, blij en zegevierend
nun vollig uberstiegen heb ik nu vrees, ellende, angst en nood
Furcht, Jammer, Angst und Not. volkomen overwonnen.
Ich hab in Christi Wunden Ik heb in de wonden van Christus
mein höchstes Wohlsein funden. mijn hoogste heil gevonden.
Weint nicht urn meinen Tod! Huil niet om mijn dood.


2. Was mich vorhin verletzt’ 2. Wat mij eerst verwondde
ist mir zur Freude worden, is vreugde voor mij geworden,
weil in der Engelorden omdat ik mij nu met de engelenschare
mein Jesus mich ergötzt. in Jezus mag verheugen.
Nun wird er Gnad’ erteilen Nu zal hij mij genade schenken
und mit Vergnügen heilen, en met genoegen genezen
was mich vorhin verletzt'. wat mij eerst verwondde.


3. Hilf Gott, wie spielt die Welt! 3. Mijn God, wat een spel speelt de wereld!
Bald will man Götter ehren, Men vereert goden
die Pracht und Macht bescheren, die pracht en macht geven,
bald sucht man Gut und Geld, men zoekt naar geld en goed,
bald lenkt man seine Sinnen men streeft naar
nach hohen Ehren Zinnen. de toppen van hoge eer.
Hilf Gott, wie spielt die Welt! Mijn God, wat een spel speelt de wereld!


4. Das Leben ist voll Müh! 4. Het leven is moeizaam!
Kaum werden wir geboren, Zodra wij worden geboren
ist schon das Kreuz erkoren, staat het kruis al voor ons klaar
das drückt uns spat und früh. dat van vroeg tot laat op ons drukt.
Kann man viel Jahre zählen, Als we een hoge leeftijd kunnen bereiken,
wird Mut und Stärke fehlen. hebben we geen moed en kracht meer.
Das Leben ist voll Müh! Het leven is moeizaam!


5. Zuletzt trifft uns der Tod. 5. Aan het eind treft ons de dood.
Dem müssen alle zollen, Aan hem moeten we allemaal betalen,
wir leben, wie wir wollen, hoe we ook leven.
noch Kraft, noch Purpurrot Noch kracht, noch purperrood
kann diesen Gast bewegen kan die gast ertoe bewegen
ein Stündlein zuzulegen. er een uurtje bij te doen.
Zuletzt trifft uns der Tod. Aan het eind treft ons de dood.


6. Betrübtes Mutter Herz, 6. Bedroefd moederhart,
bestürzte Blutverwandte, ontstelde bloedverwanten,
ja Schwester, Wohlbekannte, ja, zusters en bekenden,
ach, hemmet euren Schmerz ! ach, houd je verdriet tegen!
Ich komme doch nicht wieder. Ik kom toch niet terug,
Drum laßt das Trauern nieder, dus treur niet,
betrübtes Mutter Herz ! bedroefd moederhart!


7. Mißgönnt mir nicht die Kron’, 7. Misgun mij niet de kroon
mit der mich Jesus zieret, waarmee Jezus mij tooit
weil ich den Streit vollführet. omdat ik de strijd heb volbracht.
O schöner Siegeslohn! O, prachtig overwinningsloon!
Ich schweb’ ins Himmels Freuden Ik zweef naar de hemelse vreugde
und weiß von keinem Leiden. en weet van geen lijden meer.
Mißgönnt mir nicht die Kron’! Misgun mij niet de kroon!


8. Ach, wie selig leben die, 8. Ach, hoe zalig leven zij
die so wie ich gestorben die net zoal ik zijn gestorven
und diesen Schmuck erworben en hetzelfde sieraad hebben ontvangen
durch Glauben, Furcht und Müh. door geloof, ontzag en moeite.
Mein Wissen und Erkennen Mijn kennis en inzicht
kann ich vollkommen nennen. kan ik wel volmaakt noemen.
Ach, wie selig leben die! Ach, hoe zalig leven zij!


9. Drum Erde, gute Nacht 9. Dus aarde, goedenacht
mit deinem Kummerwesen! met al je ellende!
Ich bin nun recht genesen Ik ben nu helemaal genezen
und ganz in voller Pracht. en verkeer in volle pracht.
Ich hab’ den Sieg gewonnen Ik heb de overwinning behaald
und bin der Welt entronnen; en ben aan de wereld ontsnapt,
drum Erde, gute Nacht!dus aarde, goedenacht!
  
Libretto: onbekend Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

1. Kooraria

1. Weint nicht um meinen Tod, 
ich hab in frohen Siegen, 
nun vollig uberstiegen 
Furcht, Jammer, Angst und Not. 
Ich hab in Christi Wunden 
mein höchstes Wohlsein funden. 
Weint nicht urn meinen Tod! 

2. Was mich vorhin verletzt’
ist mir zur Freude worden,
weil in der Engelorden
mein Jesus mich ergötzt.
Nun wird er Gnad’ erteilen
und mit Vergnügen heilen,
was mich vorhin verletzt'.

3. Hilf Gott, wie spielt die Welt! 
Bald will man Götter ehren, 
die Pracht und Macht bescheren, 
bald sucht man Gut und Geld, 
bald lenkt man seine Sinnen 
nach hohen Ehren Zinnen. 
Hilf Gott, wie spielt die Welt! 

4. Das Leben ist voll Müh! 
Kaum werden wir geboren, 
ist schon das Kreuz erkoren, 
das drückt uns spat und früh. 
Kann man viel Jahre zählen, 
wird Mut und Stärke fehlen. 
Das Leben ist voll Müh! 

5. Zuletzt trifft uns der Tod.
Dem müssen alle zollen,
wir leben, wie wir wollen,
noch Kraft, noch Purpurrot
kann diesen Gast bewegen
ein Stündlein zuzulegen.
Zuletzt trifft uns der Tod.

6. Betrübtes Mutter Herz,
bestürzte Blutverwandte,
ja Schwester, Wohlbekannte,
ach, hemmet euren Schmerz !
Ich komme doch nicht wieder.
Drum laßt das Trauern nieder,
betrübtes Mutter Herz !

7. Mißgönnt mir nicht die Kron’,
mit der mich Jesus zieret,
weil ich den Streit vollführet.
O schöner Siegeslohn!
Ich schweb’ ins Himmels Freuden
und weiß von keinem Leiden.
Mißgönnt mir nicht die Kron’!

8. Ach, wie selig leben die, 
die so wie ich gestorben 
und diesen Schmuck erworben 
durch Glauben, Furcht und Müh. 
Mein Wissen und Erkennen 
kann ich vollkommen nennen. 
Ach, wie selig leben die! 

9. Drum Erde, gute Nacht
mit deinem Kummerwesen!
Ich bin nun recht genesen
und ganz in voller Pracht.
Ich hab’ den Sieg gewonnen
und bin der Welt entronnen;
drum Erde, gute Nacht!


Libretto: onbekend
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

1. Kooraria

1. Huil niet om mijn dood,
blij en zegevierend
heb ik nu vrees, ellende, angst en nood
volkomen overwonnen.
Ik heb in de wonden van Christus
mijn hoogste heil gevonden.
Huil niet om mijn dood.

2. Wat mij eerst verwondde
is vreugde voor mij geworden,
omdat ik mij nu met de engelenschare
in Jezus mag verheugen.
Nu zal hij mij genade schenken
en met genoegen genezen
wat mij eerst verwondde.

3. Mijn God, wat een spel speelt de wereld!
Men vereert goden
die pracht en macht geven,
men zoekt naar geld en goed,
men streeft naar
de toppen van hoge eer.
Mijn God, wat een spel speelt de wereld!

4. Het leven is moeizaam!
Zodra wij worden geboren
staat het kruis al voor ons klaar
dat van vroeg tot laat op ons drukt.
Als we een hoge leeftijd kunnen bereiken,
hebben we geen moed en kracht meer.
Het leven is moeizaam!

5. Aan het eind treft ons de dood.
Aan hem moeten we allemaal betalen,
hoe we ook leven.
Noch kracht, noch purperrood
kan die gast ertoe bewegen
er een uurtje bij te doen.
Aan het eind treft ons de dood.

6. Bedroefd moederhart,
ontstelde bloedverwanten,
ja, zusters en bekenden,
ach, houd je verdriet tegen!
Ik kom toch niet terug,
dus treur niet,
bedroefd moederhart!

7. Misgun mij niet de kroon
waarmee Jezus mij tooit
omdat ik de strijd heb volbracht.
O, prachtig overwinningsloon!
Ik zweef naar de hemelse vreugde
en weet van geen lijden meer.
Misgun mij niet de kroon!

8. Ach, hoe zalig leven zij
die net zoal ik zijn gestorven
en hetzelfde sieraad hebben ontvangen
door geloof, ontzag en moeite.
Mijn kennis en inzicht
kan ik wel volmaakt noemen.
Ach, hoe zalig leven zij!

9. Dus aarde, goedenacht
met al je ellende!
Ik ben nu helemaal genezen
en verkeer in volle pracht.
Ik heb de overwinning behaald
en ben aan de wereld ontsnapt,
dus aarde, goedenacht!


		Vertaling: Ria van Hengel