Gottfried Heinrich Stölzel
Alles was ihr thut mit Worten oder Wercken (GHS3)
Cantate
Geschreven voor Nieuwjaar
Voor het eerst uitgevoerd: 1736
Libretto: Gottfried Heinrich Stölzel
Bespreking
Gottfried Heinrich Stölzel (1690-1749), akademisch en in Italië geschoolde tijdgenoot van Bach, was dertig jaar hofkapelmeester te Gotha. Hij componeerde zeker twaalf jaargangen cantates. Alles was ihr thut mit Worten oder Wercken is geschreven voor Nieuwjaar 1736, volgens de kerkelijke kalender het feest van de besnijdenis van Christus (festum circumcisionis Christi), de gelegenheid waarbij de boreling zijn naam ‘Jezus' krijgt. De titeltekst is uit de brief van de apostel Paulus aan de christenen in Colossus (3:17)
Stölzel fungeerde veelvuldig als zijn eigen tekstdichter. Zijn compositorische specialiteit was het meerstemmige recitatief dat we ook in deze cantate tegenkomen: in (2) zingen de concertisten achtereenvolgens een volzin, wat het tekstbegrip ten goede komt; in (4) concluderen zij gezamenlijk vierstemmig en vervolgen met het beamen - als in een litanie - van enkele gebeden. Het Amen van het slotkoraal wordt als fuga verwerkt.