Eduard van Hengel

Johann Sebastian Bach vocale werken

Georg Christoph Bach

Siehe, wie fein und lieblich ist's (GCB1)

Cantate

Geschreven voor Gelukwens

Voor het eerst uitgevoerd: 6 sep 1689

Libretto: Bijbeltekst

Solisten TTB orkest v vla vlagamb1,2 cont

Totaal 1 delen

Vertaling: Ria van Hengel

uit het Alt-Bachisches Archiv

beluister

downloads uitleg

Bespreking

Georg Christoph Bach (1642–1697) werkte als cantor in  Schweinfurt,  120 km ten zuiden van Eisenach. Zijn cantate  Siehe, wie fein und lieblich ist's is gebaseerd op de volledige, drie verzen omvattende  tekst van Psalm 133. Het stuk, in het Duits een Vokalkonzert genoemd, is geschreven voor twee tenoren en een bas, begeleid door een viool, continuo en drie viole da gamba.

Georg schreef de cantate voor zijn eigen 47e verjaardag, 6 september 1689 omdat hij bezoek verwachtte van zijn twee jongere broers, de (identieke) tweeling  Ambrosius (1645-1695), Stadtpfeifer te Eisenach en vader van Sebastian,  en  Johann Christoph (1645-1693),  hof- en stadsmusicus te Arnstadt en dus niet te verwarren met zijn profunde naamgenoot  en neef uit Eisenach. De tekst is dus gekozen vanwege zijn tweede regel wenn Brüder einträchtig bey einander wohnen; Georg voorzag zijn manuscript van nevenstaand afgedrukte plechtige titelpagina.

Het zal daar in Schweinfurt één van de vele familiepartijtjes zijn geworden waaraan we ook  de bruiloftscantate Meine Freundin, du bist schön van de Eisenacher Christoph te danken hebben, en waarbij men zich kan voorstellen dat de vierjarige Sebastian onder het clavecimbel heeft zitten luisteren.

Terzet (T, T, B)

tenor 1, tenor 2, bas, viool, altviool, viola da gamba 1/2, continuo

Siehe, wie fein und lieblich ist's,
daß Brüder einträchtig beieinander wohnen!
wie der köstliche Balsam ist,
der von Aaron Haupt herabfließt
in seinen ganzen Bart,
der herabfließt in sein Kleid,
wie der Tau, der vom Hermon herabfällt
auf die Berge Zions.
Denn daselbst verheizt der HERR
Segen und Leben immer und ewiglich.