naar de bespreking van BWV 91

Gelobet seist du, Jesu Christ (BWV 91)

Johann Sebastian Bach

1. Koor

Gelobet seist du, Jesu Christ,Geloofd zij u, Jezus Christus,
daß du Mensch geboren bist,dat u als mens bent geboren
von einer Jungfrau, das ist wahr,uit een maagd, dat is waar,
des freuet sich der Engel Schar.daarover verheugt zich de engelenschare.
Kyrie eleis!Heer, ontferm u.

2. Recitatief (S) en koraal

Der Glanz der höchsten Herrlichkeit, De glans van de hoogste heerlijkheid,
das Ebenbild von Gottes Wesen, het evenbeeld van Gods wezen
hat in bestimmter Zeit heeft op een bepaalde tijd
sich einen Wohnplatz auserlesen. een woonplaats gekozen.
Des ewgen Vaters einigs Kind, Het enige kind van de eeuwige Vader,
das ewge Licht von Licht geboren, het eeuwige licht, geboren uit licht,
itzt man in der Krippe findt. is nu in de kribbe te vinden.
O Menschen, schauet an, O mensen, aanschouw toch
was hier der Liebe Kraft getan! wat de kracht van de liefde hier heeft gedaan!
In unser armes Fleisch und Blut, Met ons arme vlees en bloed
(und war denn dieses nicht (en was dat niet
verflucht, verdammt, verloren?) vervloekt, verdoemd, verloren?)
verkleidet sich das ewge Gut, heeft het eeuwige goed zich gekleed,
so wird es ja zum Segen auserkoren.zo wordt het tot zegen uitverkoren.

3. Aria (T)

Gott, dem der Erden Kreis zu klein,God, voor wie de aardbol te klein is,
den weder Welt noch Himmel fassen,die wereld en hemel niet kunnen bevatten,
will in der engen Krippe sein.wil in de smalle kribbe zijn.
Erscheinet uns dies ewge Licht,Als dit eeuwige licht voor ons verschijnt,
so wird hinfüro Gott uns nichtdan zal God ons, als kinderen van dat licht,
als dieses Lichtes Kinder hassen.voortaan niet haten.

4. Recitatief (B)

O Christenheit! Wohlan, so mache dich bereit, O christenheid, komaan, maak je gereed
bei dir den Schöpfer zu empfangen. om de schepper bij je te ontvangen.
Der große Gottessohn De grote zoon van God
kömmt als ein Gast zu dir gegangen. komt als een gast naar je toe.
Ach, laß dein Herz durch diese Liebe rühren; Ach, laat je hart raken door deze liefde;
er kömmt zu dir, um dich vor seinen Thron hij komt naar je toe om je door dit tranendal heen
durch dieses Jammertal zu führen.naar zijn troon te leiden.

5. Aria / Duet (S, A)

Die Armut, so Gott auf sich nimmt,De armoede die God op zich neemt
hat uns ein ewig Heil bestimmt,heeft voor ons een eeuwig heil bestemd,
den Überfluß an Himmelsschätzen.de overvloed aan hemelschatten.
Sein menschlich Wesen machet euchZijn menselijk wezen maakt u gelijk
den Engelsherrlichkeiten gleich,aan de heerlijkheid van de engelen
euch zu der Engel Chor zu setzen.en voegt u toe aan het engelenkoor.

6. Koraal

Das hat er alles uns getan,Dat heeft hij allemaal voor ons gedaan
sein groß Lieb zu zeigen an;om zijn grote liefde te tonen;
des freu sich alle Christenheitlaten alle christenen zich daarover verheugen
und dank ihm des in Ewigkeit.en hem eeuwig danken.
Kyrie eleis!Kyrie eleis! 
  
Libretto: Andreas Stübel (?) Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

1. Koor

Gelobet seist du, Jesu Christ,
daß du Mensch geboren bist,
von einer Jungfrau, das ist wahr,
des freuet sich der Engel Schar.
Kyrie eleis!

2. Recitatief (S) en koraal

Der Glanz der höchsten Herrlichkeit,
das Ebenbild von Gottes Wesen,
hat in bestimmter Zeit
sich einen Wohnplatz auserlesen.
Des ewgen Vaters einigs Kind,
das ewge Licht von Licht geboren,
itzt man in der Krippe findt.
O Menschen, schauet an,
was hier der Liebe Kraft getan!
In unser armes Fleisch und Blut,
(und war denn dieses nicht 
verflucht, verdammt, verloren?)
verkleidet sich das ewge Gut,
so wird es ja zum Segen auserkoren.

3. Aria (T)

Gott, dem der Erden Kreis zu klein,
den weder Welt noch Himmel fassen,
will in der engen Krippe sein.
  Erscheinet uns dies ewge Licht,
  so wird hinfüro Gott uns nicht
  als dieses Lichtes Kinder hassen.

4. Recitatief (B)

O Christenheit! Wohlan, so mache dich bereit,
bei dir den Schöpfer zu empfangen.
Der große Gottessohn
kömmt als ein Gast zu dir gegangen.
Ach, laß dein Herz durch diese Liebe rühren;
er kömmt zu dir, um dich vor seinen Thron
durch dieses Jammertal zu führen.

5. Aria / Duet (S, A)

Die Armut, so Gott auf sich nimmt,
hat uns ein ewig Heil bestimmt,
den Überfluß an Himmelsschätzen.
  Sein menschlich Wesen machet euch
  den Engelsherrlichkeiten gleich,
  euch zu der Engel Chor zu setzen.

6. Koraal

Das hat er alles uns getan,
sein groß Lieb zu zeigen an;
des freu sich alle Christenheit
und dank ihm des in Ewigkeit.
Kyrie eleis!


Libretto: Andreas Stübel (?)
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

1. Koor

Geloofd zij u, Jezus Christus,
dat u als mens bent geboren
uit een maagd, dat is waar,
daarover verheugt zich de engelenschare.
Heer, ontferm u.

2. Recitatief (S) en koraal

De glans van de hoogste heerlijkheid,
het evenbeeld van Gods wezen
heeft op een bepaalde tijd
een woonplaats gekozen.
Het enige kind van de eeuwige Vader,
het eeuwige licht, geboren uit licht,
is nu in de kribbe te vinden.
O mensen, aanschouw toch
wat de kracht van de liefde hier heeft gedaan!
Met ons arme vlees en bloed
(en was dat niet 
vervloekt, verdoemd, verloren?)
heeft het eeuwige goed zich gekleed,
zo wordt het tot zegen uitverkoren.

3. Aria (T)

God, voor wie de aardbol te klein is,
die wereld en hemel niet kunnen bevatten,
wil in de smalle kribbe zijn.
Als dit eeuwige licht voor ons verschijnt,
dan zal God ons, als kinderen van dat licht,
voortaan niet haten.

4. Recitatief (B)

O christenheid, komaan, maak je gereed
om de schepper bij je te ontvangen.
De grote zoon van God
komt als een gast naar je toe.
Ach, laat je hart raken door deze liefde;
hij komt naar je toe om je door dit tranendal heen
naar zijn troon te leiden.

5. Aria / Duet (S, A)

De armoede die God op zich neemt
heeft voor ons een eeuwig heil bestemd,
de overvloed aan hemelschatten.
Zijn menselijk wezen maakt u gelijk
aan de heerlijkheid van de engelen
en voegt u toe aan het engelenkoor.

6. Koraal

Dat heeft hij allemaal voor ons gedaan
om zijn grote liefde te tonen;
laten alle christenen zich daarover verheugen
en hem eeuwig danken.
Kyrie eleis! 


		Vertaling: Ria van Hengel