Johann Sebastian Bach
Alles, was von Gott geboren (BWV 80a)
Geschreven voor Zondag Oculi
Voor het eerst uitgevoerd: 15 mrt 1716
Libretto: Salomo Franck
Solisten SATB koor SATB
Totaal 6 delen, 1 koraal
Vertaling: Ria van Hengel
Deze cantate werd de afgelopen jaren zelden uitgevoerd
beluister
downloads uitleg
Bespreking
Cantate BWV 80a is de cantate die ten grondslag lag aan de bekende cantate BWV 80, Ein feste Burg ist unser Gott. Bach componeerde haar al in Weimar, op tekst van zijn daar vertrouwde librettist Salomon Franck. Er zijn ons van deze cantate geen partituur of afzonderlijke partijen overgeleverd. De cantate was, blijkens Francks gebundelde teksten, bestemd voor de Zondag Oculi, een zondag in de lijdenstijd, waarin te Leipzig geen cantates mochten klinken. Bach gebruikte de zes delen van BWV 80a daarom in de loop van de jaren '30 voor de achtdelige cantate BWV 80 door er het grote openingskoor aan toe te voegen en het extra koraal nr. 5; zie verder mijn bespreking aldaar.
Je zou BWV 80a dus kunnen reconstrueren met de muziek van BWV 80; maar wie zou het openingskoor daarvan willen missen? Hieronder vet gemarkeerd de woorden die in BWV 80 afwijken van Francks tekst.
1. Aria (B)
bas
Alles, was von Gott geboren, | Iedereen uit God geboren |
ist zum Siegen auserkoren. | is voor zege uitverkoren. |
Was bei Christi Blutpanier | Wie bij Christus' bloedbanier |
in der Taufe Treu geschworen, | trouw heeft gezworen in de doop, |
siegt in Christo für und für. | die overwint voortdurend in Christus. |
Alles, was von Gott geboren, | Iedereen uit God geboren |
ist zum Siegen auserkoren. | is voor zege uitverkoren. |
(wordt BWV 80/2.)
In deze aria voor de bas, unisono spelende strijkers en continuo (die in BWV 80 dus terugkomt als nr. 2) speelt de hobo de melodie van het koraal Ein feste Burg; in BWV 80 wordt deze melodie door de sopraan gezongen op de tekst van het tweede couplet, Mit unser Macht ist nichts getan, dat hier aan het slot klinkt.
2. Recitatief (B)
bas
Erwäge doch, | Overweeg toch, |
Kind Gottes, die so große Liebe, | kind van God, die grote liefde |
da Jesus sich | van Jezus die zich |
mit seinem Blute dir verschriebe, | aan jou heeft gewijd met zijn bloed, |
wormit er dich | waarmee hij jou |
zum Kriege wider Satans Heer | voor de strijd tegen het leger van Satan |
und wider Welt und Sünde | en tegen wereld en zonde |
geworben hat! | heeft geworven! |
Gib nicht in deiner Seele | Geef in je ziel geen plaats |
dem Satan und den Lastern statt! | aan Satan en aan zonden! |
Laß nicht dein Herz, | Laat je hart, |
den Himmel Gottes auf der Erden, | die hemel van God op aarde, |
zur Wüste werden! | geen woestijn worden! |
Bereue deine Schuld mit Schmerz, | Heb met smart berouw over je schuld, |
daß Christi Geist mit dir sich fest verbinde! | opdat de geest van Christus zich hecht met jou verbindt! |
(wordt BWV 80/3)
3. Aria (S)
sopraan
Komm in mein Herzenshaus, | Kom in het huis van mijn hart, |
Herr Jesu, mein Verlangen! | Heer Jezus, mijn verlangen! |
Treib Welt und Satan aus | Verjaag wereld en Satan |
und laß dein Bild in mir erneuert prangen! | en laat uw beeld opnieuw in mij stralen! |
Weg, schnöder Sündengraus! | Weg, ellendige zondengruwel! |
(wordt BWV 80/4)
4. Recitatief (T)
tenor
So stehe denn bei Christi blutgefärbten Fahne, | Sta dus stevig bij Christus' bebloede vaandel, |
o Seele, fest | o ziel, |
und glaube, daß dein Haupt dich nicht verläßt, | en geloof dat jouw Hoofd je niet verlaat, |
ja, daß sein Sieg | ja, dat zijn overwinning |
auch dir den Weg zu deiner Krone bahne! | ook voor jou de weg baant naar je kroon! |
Tritt freudig an den Krieg! | Ga de strijd verheugd aan! |
Wirst du nur Gottes Wort | Als je Gods woord maar |
so hören als bewahren, | hoort en bewaart, |
so wird der Feind gezwungen auszufahren, | dan wordt de vijand gedwongen te wijken, |
dein Heiland bleibt dein Hort! | jouw Heiland blijft jouw toeverlaat. |
(wordt BWV 80/6)
5. Aria / Duet (A, T)
alt, tenor
Wie selig ist der Leib, | Hoe zalig is het lichaam |
der, Jesu, dich getragen, | dat u, Jezus, heeft gedragen, |
doch selger ist das Herz, | maar nog zaliger is het hart |
das dich im Glauben trägt! | dat u draagt in het geloof! |
Es bleibet unbesiegt | Dat blijft onoverwonnen |
und kann die Feinde schlagen | en kan de vijanden verslaan, |
und wird zuletzt gekrönt, | en wordt ten slotte gekroond |
wenn es den Tod erlegt. | wanneer het de dood velt. |
(wordt BWV 80/7)
6. Koraal
tutti
Mit unser Macht ist nichts getan, | Onze macht stelt niets voor, |
wir sind gar bald verloren. | met ons is het weldra afgelopen. |
Es streit' vor uns der rechte Mann, | Moge de juiste man voor ons vechten, |
den Gott selbst hat erkoren. | die door God zelf is uitverkoren. |
Fragst du, wer er ist? | Vraagt u wie dat is? |
Er heißt Jesus Christ, | Hij heet Jezus Christus, |
der Herre Zebaoth, | de Heer Zebaoth; |
und ist kein andrer Gott, | een andere God is er niet, |
das Feld muß er behalten. | hij moet de strijd winnen. |
(melodie wordt BWV 303)