naar de bespreking van BWV 61

Nun komm, der Heiden Heiland I (BWV 61)

Johann Sebastian Bach

1. Koor

Nun komm, der Heiden Heiland,Kom nu, verlosser van de volkeren,
der Jungfrauen Kind erkannt,erkend als kind van de maagd,
des sich wundert alle Welt:over wie iedereen zich verwondert
Gott solch Geburt ihm bestellt.dat God hem zo geboren heeft laten worden.

2. Recitatief (T)

Der Heiland ist gekommen,De verlosser is gekomen,
hat unser armes Fleischheeft ons arme vlees
und Blut an sich genommenen bloed aangenomen
und nimmet uns zu Blutsverwandten an.en neemt ons aan als zijn bloedverwanten.
O allerhöchstes Gut,O allerhoogste goed,
was hast du nicht an uns getan?wat hebt u níet voor ons gedaan?
Was tust du nichtWat doet u niet
noch täglich an den Deinen?nog dagelijks voor de uwen?
Du kömmst und läßt dein LichtU komt en laat uw licht
mit vollem Segen scheinen.vol van zegen schijnen.

3. Aria  (T)

Komm, Jesu, komm zu deiner KircheKom, Jezus, kom naar uw kerk
und gib ein selig neues Jahr!en geef een zalig nieuw jaar!
Befördre deines Namens Ehre,Vergroot de eer van uw naam,
erhalte die gesunde Lehrebewaar de gezonde leer
und segne Kanzel und Altar!en zegen kansel en altaar!

4. Recitatief (B)

»Siehe, ich stehe vor der Tür und klopfe an.Zie, ik sta voor de deur en ik klop.
So jemand meine Stimme hören wirdAls iemand mijn stem hoort
und die Tür auftun,en de deur open doet,
zu dem werde ich eingehendan zal ik bij hem binnengaan
und das Abendmahl mit ihm haltenen de maaltijd met hem houden,
und er mit mir.«en hij met mij.

5. Aria (S)

Öffne dich, mein ganzes Herze,Open je, mijn hele hart,
Jesus kömmt und ziehet ein.Jezus komt er zijn intrek nemen.
Bin ich gleich nur Staub und Erde,Al ben ik slechts stof en aarde,
will er mich doch nicht verschmähn,hij veracht mij toch niet
seine Lust an mir zu sehn,maar schept zoveel behagen in mij
daß ich seine Wohnung werde.dat ik zijn woning mag worden.
O wie selig werd' ich sein!O, wat zal ik gelukkig zijn!

6. Koor

Amen, amen! Amen, amen!
Komm, du schöne Freudenkrone, Kom, o schone vreugdekroon,
bleib nicht lange! blijf niet lang weg!
Deiner wart' ich mit Verlangen. Op u wacht ik vol verlangen.
  
Libretto: Erdmann Neumeister Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

1. Koor

Nun komm, der Heiden Heiland,
der Jungfrauen Kind erkannt,
des sich wundert alle Welt:
Gott solch Geburt ihm bestellt.



2. Recitatief (T)

Der Heiland ist gekommen,
hat unser armes Fleisch
und Blut an sich genommen
und nimmet uns zu Blutsverwandten an.
O allerhöchstes Gut,
was hast du nicht an uns getan?
Was tust du nicht
noch täglich an den Deinen?
Du kömmst und läßt dein Licht
mit vollem Segen scheinen.

3. Aria  (T) 

Komm, Jesu, komm zu deiner Kirche
und gib ein selig neues Jahr!
  Befördre deines Namens Ehre,
  erhalte die gesunde Lehre
  und segne Kanzel und Altar!

4. Recitatief (B)

»Siehe, ich stehe vor der Tür und klopfe an.
So jemand meine Stimme hören wird
und die Tür auftun,
zu dem werde ich eingehen
und das Abendmahl mit ihm halten
und er mit mir.«


5. Aria (S)

Öffne dich, mein ganzes Herze,
Jesus kömmt und ziehet ein.
  Bin ich gleich nur Staub und Erde,
  will er mich doch nicht verschmähn,
  seine Lust an mir zu sehn,
  daß ich seine Wohnung werde.
  O wie selig werd' ich sein!

6. Koor

Amen, amen!
Komm, du schöne Freudenkrone,
bleib nicht lange!
Deiner wart' ich mit Verlangen.



Libretto: Erdmann Neumeister
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

1. Koor

Kom nu, verlosser van de volkeren,
erkend als kind van de maagd,
over wie iedereen zich verwondert
dat God hem zo geboren heeft laten worden.

2. Recitatief (T)

De verlosser is gekomen,
heeft ons arme vlees
en bloed aangenomen
en neemt ons aan als zijn bloedverwanten.
O allerhoogste goed,
wat hebt u níet voor ons gedaan?
Wat doet u niet
nog dagelijks voor de uwen?
U komt en laat uw licht
vol van zegen schijnen.

3. Aria  (T) 

Kom, Jezus, kom naar uw kerk
en geef een zalig nieuw jaar!
Vergroot de eer van uw naam,
bewaar de gezonde leer
en zegen kansel en altaar!

4. Recitatief (B)

Zie, ik sta voor de deur en ik klop.
Als iemand mijn stem hoort
en de deur open doet,
dan zal ik bij hem binnengaan
en de maaltijd met hem houden,
en hij met mij.

5. Aria (S)

Open je, mijn hele hart,
Jezus komt er zijn intrek nemen.
Al ben ik slechts stof en aarde,
hij veracht mij toch niet
maar schept zoveel behagen in mij
dat ik zijn woning mag worden.
O, wat zal ik gelukkig zijn!

6. Koor

Amen, amen!
Kom, o schone vreugdekroon,
blijf niet lang weg!
Op u wacht ik vol verlangen.


		Vertaling: Ria van Hengel