Eduard van Hengel

Johann Sebastian Bach vocale werken

Johann Sebastian Bach

So oft ich meine Tobackspfeife

geestelijk lied, BWV 515

Vertaling: Ria van Hengel

Algemene toelichting

beluister

downloads uitleg

Bespreking

Erbauliche Gedanken eines Tobackrauchers

1. Aria

So oft ich meine Tobacks-Pfeife, Telkens als ik mijn pijpje pak,
Mit gutem Knaster angefüllt, met goede tabak gevuld,
Zur Lust und Zeitvertreib ergreife, voor mijn plezier en als tijdverdrijf,
So gibt sie mir ein Trauerbild - komt er een droevig beeld bij me op
Und füget diese Lehre bei, en leert het mij deze les:
Dass ich derselben ähnlich sei. ik lijk erop.


Die Pfeife stammt von Ton und Erde, De pijp is van klei en aarde,
Auch ich bin gleichfalls draus gemacht. daar ben ik ook van gemaakt,
Auch ich muss einst zur Erde werden - ook ik moet eens weer aarde worden.
Sie fällt und bricht, eh ihr's gedacht, Hij valt en breekt voor ik het weet
Mir oftmals in der Hand entzwei, dikwijls in mijn hand kapot,
Mein Schicksal ist auch einerlei. dat is ook mijn lot.


Die Pfeife pflegt man nicht zu färben, Een pijp wordt meestal niet geverfd,
Sie bleibet weiß. Also der Schluss, hij blijft wit, conclusie dus:
Dass ich auch dermaleins im Sterben als ik eens zal sterven,
Dem Leibe nach erblassen muss. verbleekt mijn lichaam ook.
Im Grabe wird der Körper auch En in het graf wordt het even zwart
So schwarz, wie sie nach langem Brauch. als de pijp na lang gebruik.


Wenn nun die Pfeife angezündet, Als je de pijp hebt aangestoken,
So sieht man, wie im Augenblick zie je hoe onmiddellijk
Der Rauch in freier Luft verschwindet, de rook in de open lucht verdwijnt,
Nichts als die Asche bleibt zurück. er blijft alleen as achter.
So wird des Menschen Ruhm verzehrt Zo lost ook de roem van de mens op
Und dessen Leib in Staub verkehrt. en verandert zijn lichaam in stof.


Wie oft geschieht's nicht bei dem Rauchen, Hoe vaak gebeurt het niet bij het roken,
Dass, wenn der Stopfer nicht zur Hand, als je de stopper niet bij de hand hebt,
Man pflegt den Finger zu gebrauchen. dat je je vinger gebruikt.
Dann denk ich, wenn ich mich verbrannt: Dan denk ik, als ik me brand:
O, macht die Kohle solche Pein, O, als dit al zo'n pijn doet,
Wie heiß mag erst die Hölle sein? hoe heet zal het dan wel niet in de hel zijn?


Ich kann bei so gestalten Sachen Als de zaken zo staan
Mit bei dem Tobach jederzeit kan ik bij het roken op ieder moment
Erbauliche Gedanken machen. stichtelijke gedachten denken.
Drum schmauch ich voll Zufriedenheit Daarom paf ik heel tevreden
Zu Land, zu Wasser und zu Haus te land, ter zee en in mijn huis
Mein Pfeifchen stets in Andacht aus.mijn pijpje steeds met aandacht leeg.