naar de bespreking van BWV 51

Jauchzet Gott in allen Landen! (BWV 51)

Johann Sebastian Bach

1. Aria (S)

Jauchzet Gott in allen Landen!Juich voor God in alle landen!
Was der Himmel und die WeltAlle schepselen
an Geschöpfen in sich hält,in de hemel en op de aarde
müssen dessen Ruhm erhöhen,moeten zijn roem vergroten,
und wir wollen unserm Gotten wij willen onze God
gleichfalls itzt ein Opfer bringen,nu ook een offer brengen,
daß er uns in Kreuz und Notomdat hij ons in kruis en nood
allezeit hat beigestanden.te allen tijde heeft bijgestaan.

2. Recitatief (S)

Wir beten zu dem Tempel an, Wij bidden naar de tempel gericht,
da Gottes Ehre wohnet, waar Gods eer woont,
da dessen Treu, omdat zijn trouw
so täglich neu, ons elke dag opnieuw
mit lauter Segen lohnet. met louter zegen beloont.
Wir preisen, was er an uns hat getan. Wij prijzen wat hij aan ons heeft gedaan.
Muß gleich der schwache Mund Al is het een zwakke mond
von seinen Wundern lallen, die over zijn wonderen stamelt,
so kann ein schlechtes Lob ook een gebrekkig loflied
ihm dennoch wohlgefallen.kan hem behagen.

3. Aria (S)

Höchster, mache deine Güte Allerhoogste, blijf uw goedheid
ferner alle Morgen neu. elke morgen vernieuwen.
So soll vor die Vatertreu Dan zal voor uw vaderlijke liefde
auch ein dankbares Gemüte ook een dankbaar gemoed
durch ein frommes Leben weisen, met een vroom leven laten zien
daß wir deine Kinder heißen.dat wij uw kinderen heten.

4. Aria (S) (Koraal)

Sei Lob und Preis mit Ehren Lof, prijs en eer zij God de Vader,
Gott Vater, Sohn, Heiligem Geist! de Zoon en de Heilige Geest!
Der woll in uns vermehren, Moge hij in ons vermeerderen
was er uns aus Gnaden verheißt, wat hij ons uit genade belooft,
daß wir ihm fest vertrauen, zodat wij vast op hem vertrouwen,
gänzlich uns lassn auf ihn, ons volkomen op hem verlaten,
von Herzen auf ihn bauen, van harte op hem bouwen,
daß unsr Herz, Mut und Sinn zodat wij met hart, gemoed en zinnen
ihm festiglich anhangen; hem trouw blijven;
drauf singen wir zur Stund: daarom zingen wij nu:
Amen! Wir werdns erlangen, Amen, het zal ons geschonken worden,
glaubn wir zu aller Stund.dat geloven wij te allen tijde.

5. Aria (S)

Alleluja!Halleluja!
  
Libretto: onbekend Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

1. Aria (S)

Jauchzet Gott in allen Landen!
  Was der Himmel und die Welt
  an Geschöpfen in sich hält,
  müssen dessen Ruhm erhöhen,
  und wir wollen unserm Gott
  gleichfalls itzt ein Opfer bringen,
  daß er uns in Kreuz und Not
  allezeit hat beigestanden.

2. Recitatief (S)

Wir beten zu dem Tempel an,
da Gottes Ehre wohnet,
da dessen Treu,
so täglich neu,
mit lauter Segen lohnet.
Wir preisen, was er an uns hat getan.
Muß gleich der schwache Mund
von seinen Wundern lallen,
so kann ein schlechtes Lob
ihm dennoch wohlgefallen.

3. Aria (S)

Höchster, mache deine Güte
ferner alle Morgen neu.
  So soll vor die Vatertreu
  auch ein dankbares Gemüte
  durch ein frommes Leben weisen,
  daß wir deine Kinder heißen.

4. Aria (S) (Koraal)

Sei Lob und Preis mit Ehren
Gott Vater, Sohn, Heiligem Geist!
Der woll in uns vermehren,
was er uns aus Gnaden verheißt,
daß wir ihm fest vertrauen,
gänzlich uns lassn auf ihn,
von Herzen auf ihn bauen,
daß unsr Herz, Mut und Sinn
ihm festiglich anhangen;
drauf singen wir zur Stund:
Amen! Wir werdns erlangen,
glaubn wir zu aller Stund.

5. Aria (S)

Alleluja!


Libretto: onbekend
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

1. Aria (S)

Juich voor God in alle landen!
Alle schepselen
in de hemel en op de aarde
moeten zijn roem vergroten,
en wij willen onze God
nu ook een offer brengen,
omdat hij ons in kruis en nood
te allen tijde heeft bijgestaan.

2. Recitatief (S)

Wij bidden naar de tempel gericht,
waar Gods eer woont,
omdat zijn trouw
ons elke dag opnieuw
met louter zegen beloont.
Wij prijzen wat hij aan ons heeft gedaan.
Al is het een zwakke mond
die over zijn wonderen stamelt,
ook een gebrekkig loflied
kan hem behagen.

3. Aria (S)

Allerhoogste, blijf uw goedheid
elke morgen vernieuwen.
Dan zal voor uw vaderlijke liefde
ook een dankbaar gemoed
met een vroom leven laten zien
dat wij uw kinderen heten.

4. Aria (S) (Koraal)

Lof, prijs en eer zij God de Vader,
de Zoon en de Heilige Geest!
Moge hij in ons vermeerderen
wat hij ons uit genade belooft,
zodat wij vast op hem vertrouwen,
ons volkomen op hem verlaten,
van harte op hem bouwen,
zodat wij met hart, gemoed en zinnen
hem trouw blijven;
daarom zingen wij nu:
Amen, het zal ons geschonken worden,
dat geloven wij te allen tijde.

5. Aria (S)

Halleluja!


		Vertaling: Ria van Hengel