naar de bespreking van BWV 500

So gehst du nun, mein Jesu, hin, (BWV 500)

Johann Sebastian Bach

 

Seele Ziel
So gehst du nun, mein Jesu, hin, Nu gaat u op weg, mijn Jezus,
den Tod für mich zu leiden, om voor mij te sterven,
für mich, der ich ein Sünder bin, voor mij, een zondaar,
der dich betrübt in Freuden. die u verdriet doet in vreugde.
Wohlan! Fahr fort, Welaan! Ga,
du edler Hort, edele toeverlaat,
mein Augen sollen fließen laten mijn ogen stromen
ein Tränensee, als een zee van tranen,
mich Ach und Weh, ach en wee,
die Leiden zu begießen. om het lijden te begieten.


Jesus Jezus
Ach Sünd! Du schädlich Schlangengift, Ach zonde! schadelijk slangengif,
wie weit kannst du es bringen! hoe erg kun je het maken!
Dein Lohn, der Fluch, mich itzt betrifft, Jouw loon, de vloek die mij nu treft
in Tod tut er mich bringen. stuurt mij de dood in.
Itzt kommt die Nacht Nu komt de nacht,
Der Sündenmacht de macht van de zonde,
Fremd Schuld muss ich abtrage. ik moet de schuld van anderen aflossen.
Betracht es recht, Kijk er goed naar,
du Sündenknecht, jij slaaf van de zonde,
nun darfst du nicht mehr zagen. nu mag je niet meer aarzelen.


Seele Ziel
Ich, ich, Herr Jesu, sollte zwar Ik, ik, Heer Jezus, zou eigenlijk
der Sündenstrafe leiden de straf voor mijn zonden moeten ondergaan
an Leib und Seel, an Haupt und Haar, aan lichaam en ziel, aan hoofd en haren,
auch ewig aller Freuden en voor eeuwig zou ik van alle vreugden
beraubet sein beroofd moeten zijn
und leiden Pein, en pijn moeten lijden,
so nimmst du hin die Schulde. maar u neemt de schulden op zich.
Dein Blut und Tod Uw bloed en uw dood
Bringt mich für Gott, brengen mij naar God,
ich bleib in deiner Hulde. ik blijf in uw genade.


Jesus Jezus
Ja, liebe Seel, ich büß die Schuld, Ja, lieve ziel, ik betaal de schuld
die du hättst sollen büßen. die jij had moeten betalen.
Erkenne daraus meine Huld, Zie dat als blijk van mijn genade
die ich dir ließ genießen. die ik jou heb geschonken.
Ich nehm den Fluch, Ik neem de vloek op mij
und einzig Sach, alleen maar om jou
vom Fluch dich zu befreien. van de vloek te bevrijden.
Denk meiner Lieb, Denk aan mijn liefde
durch deren Trieb die ervoor zorgt
die Segen dir gedeihen. dat jij gezegend wordt.


Seele Ziel
Was kann vor solche Liebe dir, Wat kan ik u voor die liefde,
Herr Jesu, ich wohl geben? Heer Jezus, toch geven?
Ich weiß und finde nichts an mir, Ik kan niets bedenken en vinden,
doch will, weil ich wird leben, maar ik wil mij, omdat ik zal leven,
mich Liebster dir, geliefde Jezus,
hier nach Gebühr, hier naar behoren
zu dienen ganz verschreiben, geheel aan uw dienst wijden,
auch nach der Zeit, en ook na deze tijd
in Ewigkeit, in eeuwigheid
dein Diener sein und bleiben.uw dienaar zijn en blijven.
  
Libretto: onbekend Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

 

Seele
So gehst du nun, mein Jesu, hin,
den Tod für mich zu leiden,
für mich, der ich ein Sünder bin,
der dich betrübt in Freuden.
Wohlan! Fahr fort,
du edler Hort,
mein Augen sollen fließen
ein Tränensee,
mich Ach und Weh,
die Leiden zu begießen.

Jesus
Ach Sünd! Du schädlich Schlangengift,
wie weit kannst du es bringen!
Dein Lohn, der Fluch, mich itzt betrifft,
in Tod tut er mich bringen.
Itzt kommt die Nacht
Der Sündenmacht
Fremd Schuld muss ich abtrage.
Betracht es recht,
du Sündenknecht,
nun darfst du nicht mehr zagen.

Seele
Ich, ich, Herr Jesu, sollte zwar
der Sündenstrafe leiden
an Leib und Seel, an Haupt und Haar,
auch ewig aller Freuden
beraubet sein
und leiden Pein,
so nimmst du hin die Schulde.
Dein Blut und Tod
Bringt mich für Gott,
ich bleib in deiner Hulde.

Jesus
Ja, liebe Seel, ich büß die Schuld,
die du hättst sollen büßen.
Erkenne daraus meine Huld,
die ich dir ließ genießen.
Ich nehm den Fluch,
und einzig Sach,
vom Fluch dich zu befreien.
Denk meiner Lieb,
durch deren Trieb
die Segen dir gedeihen.

Seele
Was kann vor solche Liebe dir,
Herr Jesu, ich wohl geben?
Ich weiß und finde nichts an mir,
doch will, weil ich wird leben,
mich Liebster dir,
hier nach Gebühr,
zu dienen ganz verschreiben,
auch nach der Zeit,
in Ewigkeit,
dein Diener sein und bleiben.


Libretto: onbekend
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

 

Ziel
Nu gaat u op weg, mijn Jezus,
om voor mij te sterven,
voor mij, een zondaar,
die u verdriet doet in vreugde.
Welaan! Ga,
edele toeverlaat,
laten mijn ogen stromen
als een zee van tranen,
ach en wee,
om het lijden te begieten.

Jezus
Ach zonde! schadelijk slangengif,
hoe erg kun je het maken!
Jouw loon, de vloek die mij nu treft
stuurt mij de dood in.
Nu komt de nacht,
de macht van de zonde,
ik moet de schuld van anderen aflossen.
Kijk er goed naar,
jij slaaf van de zonde,
nu mag je niet meer aarzelen.

Ziel
Ik, ik, Heer Jezus, zou eigenlijk
de straf voor mijn zonden moeten ondergaan 
aan lichaam en ziel, aan hoofd en haren, 
en voor eeuwig zou ik van alle vreugden 
beroofd moeten zijn
en pijn moeten lijden,
maar u neemt de schulden op zich.
Uw bloed en uw dood
brengen mij naar God,
ik blijf in uw genade.

Jezus
Ja, lieve ziel, ik betaal de schuld
die jij had moeten betalen.
Zie dat als blijk van mijn genade
die ik jou heb geschonken.
Ik neem de vloek op mij
alleen maar om jou
van de vloek te bevrijden.
Denk aan mijn liefde
die ervoor zorgt
dat jij gezegend wordt.

Ziel
Wat kan ik u voor die liefde,
Heer Jezus, toch geven?
Ik kan niets bedenken en vinden,
maar ik wil mij, omdat ik zal leven,
geliefde Jezus,
hier naar behoren
geheel aan uw dienst wijden,
en ook na deze tijd
in eeuwigheid
uw dienaar zijn en blijven.


		Vertaling: Ria van Hengel