Eduard van Hengel

Johann Sebastian Bach vocale werken

Johann Sebastian Bach

Nun ist das Heil und die Kraft (BWV 50)

Geschreven voor St Michiel (Michaelistag 29/9)

Voor het eerst uitgevoerd: 1723?

Libretto: Bijbeltekst

Koor SSAATTBB orkest str ob1-3 trp1-3 timp cont

Totaal 1 delen, 1 koorwerk

Vertaling: Ria van Hengel

Deze cantate werd de afgelopen jaren regelmatig uitgevoerd

beluister

andere besprekingen

downloads uitleg

Bespreking

Cantate 50 is ons slechts in postume kopieën van kopieën overgeleverd. Hoewel zij slechts één deel omvat en ongeveer vier minuten duurt, is zij door de oude Bachgesellschaft gerangschikt onder de cantates (definitie: 'een meerdelig vocaal muziekstuk'), omdat men veronderstelde dat zij het openingskoor van een volledige - maar verloren gegane - cantate heeft gevormd; in de overlevering van Bachs uitvoeringsmateriaal was het niet ongebruikelijk een groot koor af te zonderen van de rest van de cantate. Dat BWV 50 tot een cantate heeft behoord is allerminst voor de hand liggend, want over een achtstemmig dubbelkoor kon Bach normaliter niet beschikken. Ook het opvullen van fuga's met stemmen die niet of nauwelijks thematisch materiaal inbrengen (zoals hier veelal in Koor II; ["_" in het schema]) was niet Bachs gewoonte. Mogelijk heeft Bach zelf ooit de vijfstemmige koorfuga geschreven en heeft een latere hand die tot dubbelkoor uitgebreid; met een reductie tot vijf stemmen zou weinig substantieels verloren gaan.  (Een dergelijke reductie werd door Jan Kleinbussink vervaardigd en is op Koopmans opname te horen, naast de dubbelkorige versie.)

De tekst komt uit het laatste bijbelboek, de Openbaringen van Johannes (12: 10), een passage die behoort tot de epistellezingen op de feestdag van de aartsengel Michael (Sint Michiel, 29 september). Voor dit feest kennen we uit Bachs vruchtbare cantatejaren werken uit 1724 (Herr Gott, dich loben alle wir, BWV 130) en 1726 (Es erhub sich ein Streit, BWV 19), maar niet uit 1723; in dat jaar was Bach wel erg gecharmeerd van permutatiefuga's (zie onder), en wie anders dan Bach zou deze body van dit torso hebben kunnen schrijven? Ook wijst de bezetting met drie trompetten en pauken op een Leipziger feestdag.

1. Koor

2xSATB, strijkers, hobo 1–3, trompet 1–3, timpani, continuo

»Nun ist das Heil und die Kraft Nu zijn verschenen het heil en de kracht
und das Reich und die Macht en het rijk en de macht
unsers Gottes seines Christus worden, van onze God aan diens Gezalfde toegevallen,
weil der verworfen ist, want verslagen is hij uit de hemel geworpen
der sie verklagete Tag und Nacht vor Gott.«die hen (nl. onze broeders) dag en nacht aanklaagde bij God.
beluister:

Aartsengel Michael is in de Openbaringen-passage verwikkeld in een strijd met de draak, de Satan; de tekst klinkt wanneer hij die verslagen heeft en symboliseert de overwinning van de krachten van het licht over die der duisternis. Ook overigens staat Michael bekend om zijn strijdbare karakter. Hij wordt vaak afgebeeld met vlammend zwaard en het verbaast dan ook niet dat Bach het grootste deel van de tekst onderbrengt in een martiaal fugathema (1 in het schema hieronder) dat vanaf zijn overrompelende inzet vrijwel permanent klinkt, waarvan tweemaal in de eerste trompet en éénmaal in de eerste violen. De rest van de tekst klinkt en wordt herhaald in vier contrapunten (‘tegenthema's', de nrs 2, 3, 4 en 5 in het schema) en uiteindelijk ook in een vijfde contrapunt dat ik 1A heb gedoopt, omdat het de omkering van het hoofdthema is. Deze contrapunten worden met het primaire fugathema en met elkaar gecombineerd op de systematische wijze die het schema in beeld brengt en die de naam permutatiefuga heeft gekregen; het is de meest strakke soort fuga, zonder vrije episoden die voortborduren op themafragmenten. De gehele koorfuga bestaat uit twee even lange delen van 68 maten, elk bestaande uit acht, resp. zeven fasen van zeven maten, en ieder afgerond met een niet-fugatisch slot vol luidruchtige fanfares. Hoogtepunt van dit spectaculaire stuk vormt de passage (m. 83-104) waarin achtereenvolgens alten, tenoren en bassen het thema (1, in Koor I) combineren met  zijn omkering (1A, in Koor II). Strijkers en de drie hobo's spelen veelal colla parte met koorstemmen.