naar de bespreking van BWV 48

Ich elender Mensch, wer wird mich erlösen (BWV 48)

Johann Sebastian Bach

1. Koor

»Ich elender Mensch,Ik ellendige mens,
wer wird mich erlösenwie zal mij verlossen
vom Leibe dieses Todes?«van het lichaam van deze dood?

2. Recitatief (A)

O Schmerz, o Elend, so mich trifft, O smart, o ellende die mij treffen
indem der Sünden Gift doordat het gif van de zonde
bei mir in Brust und Adern wütet: in mijn borst en in mijn aderen woeden:
Die Welt wird mir de wereld wordt voor mij
ein Siech- und Sterbehaus, een huis van ziekte en dood,
der Leib muß seine Plagen het lichaam moet zijn plagen
bis zu dem Grabe mit sich tragen. tot aan het graf met zich meedragen.
Allein die Seele fühlet den stärksten Gift, Maar de ziel voelt het sterkste gif
damit sie angestecket; waarmee ze besmet is,
drum, wenn der Schmerz dus als de pijn
den Leib des Todes trifft, het sterfelijke lichaam treft,
wenn ihr der Kreuzkelch als de kruisbeker
bitter schmecket, mijn ziel bitter smaakt,
so treibt er ihr ein brünstig Seufzen aus.dan ontlokt die haar een vurig zuchten.

3. Koraal

Solls ja so sein,Als het zo moet zijn
daß Straf und Peindat straf en pijn
auf Sünde folgen müssen,op de zonde moeten volgen,
so fahr hie fortga hier dan vandaan
und schone dorten ontzie mij daarginds
und laß mich hie wohl büßen.en laat mij hier boeten.

4. Aria (A)

Ach, lege das Sodom der sündlichen Glieder,Ach, verwoest, als dat uw wil is,
wofern es dein Wille, zerstöret darnieder!het Sodom van mijn zondige ledematen!
Nur schone der Seele und mache sie rein,Maar ontzie mijn ziel en zuiver haar zo
um vor dir ein heiliges Zion zu sein.dat ze voor u een heilig Sion kan zijn.

5. Recitatief (T)

Hier aber tut des Heilands HandMaar hier doet de hand van de verlosser
auch unter denen Toten Wunder.ook wonderen aan de doden.
Scheint deine Seele gleich erstorben,Al lijkt je ziel gestorven,
der Leib geschwächt und ganz verdorben,je lichaam verzwakt en geheel verteerd,
doch wird uns Jesu Kraft bekannt.toch wordt de kracht van Jezus ons geopenbaard.
Er weiß im geistlich SchwachenHij weet bij de geestelijk zwakke mens
den Leib gesund, die Seele stark zu machen.het lichaam gezond en de ziel sterk te maken.

6. Aria (T)

Vergibt mir Jesus meine Sünden, Als Jezus mijn zonden vergeeft,
so wird mir Leib und Seel gesund. dan worden mijn lichaam en mijn ziel gezond.
Er kann die Toten lebend machen Hij kan de doden levend maken
und zeigt sich kräftig in den Schwachen; en betoont zijn kracht in de zwakke mensen;
er hält den längst geschloßnen Bund, hij houdt zich aan het sinds lang gesloten verbond
daß wir im Glauben Hilfe finden.zodat wij hulp vinden in het geloof.

7. Koraal

Herr Jesu Christ, einiger Trost,Heer Jezus Christus, mijn enige troost,
zu dir will ich mich wenden;tot u wil ik me wenden;
mein Herzleid ist dir wohl bewußt,u kent mijn grote smart
du kannst und wirst es enden.en u kan en wil er aan eind aan maken.
In deinen Willen seis gestellt,Ik laat het over aan uw wil,
machs, lieber Gott, wie dirs gefällt:doe, lieve God, zoals het u belieft:
Dein bin und will ich bleiben.ik ben van u en dat wil ik blijven.
  
Libretto: onbekend Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

1. Koor

»Ich elender Mensch,
wer wird mich erlösen
vom Leibe dieses Todes?«

2. Recitatief (A)

O Schmerz, o Elend, so mich trifft,
indem der Sünden Gift
bei mir in Brust und Adern wütet:
Die Welt wird mir 
ein Siech- und Sterbehaus,
der Leib muß seine Plagen
bis zu dem Grabe mit sich tragen.
Allein die Seele fühlet den stärksten Gift,
damit sie angestecket;
drum, wenn der Schmerz
den Leib des Todes trifft,
wenn ihr der Kreuzkelch 
bitter schmecket,
so treibt er ihr ein brünstig Seufzen aus.

3. Koraal

Solls ja so sein,
daß Straf und Pein
auf Sünde folgen müssen,
so fahr hie fort
und schone dort
und laß mich hie wohl büßen.

4. Aria (A)

Ach, lege das Sodom der sündlichen Glieder,
wofern es dein Wille, zerstöret darnieder!
  Nur schone der Seele und mache sie rein,
  um vor dir ein heiliges Zion zu sein.

5. Recitatief (T)

Hier aber tut des Heilands Hand
auch unter denen Toten Wunder.
Scheint deine Seele gleich erstorben,
der Leib geschwächt und ganz verdorben,
doch wird uns Jesu Kraft bekannt.
Er weiß im geistlich Schwachen
den Leib gesund, die Seele stark zu machen.

6. Aria (T)

Vergibt mir Jesus meine Sünden,
so wird mir Leib und Seel gesund.
  Er kann die Toten lebend machen
  und zeigt sich kräftig in den Schwachen;
  er hält den längst geschloßnen Bund,
  daß wir im Glauben Hilfe finden.

7. Koraal

Herr Jesu Christ, einiger Trost,
zu dir will ich mich wenden;
mein Herzleid ist dir wohl bewußt,
du kannst und wirst es enden.
In deinen Willen seis gestellt,
machs, lieber Gott, wie dirs gefällt:
Dein bin und will ich bleiben.


Libretto: onbekend
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

1. Koor

Ik ellendige mens,
wie zal mij verlossen
van het lichaam van deze dood?

2. Recitatief (A)

O smart, o ellende die mij treffen
doordat het gif van de zonde
in mijn borst en in mijn aderen woeden:
de wereld wordt voor mij
een huis van ziekte en dood,
het lichaam moet zijn plagen
tot aan het graf met zich meedragen.
Maar de ziel voelt het sterkste gif
waarmee ze besmet is,
dus als de pijn
het sterfelijke lichaam treft,
als de kruisbeker
mijn ziel bitter smaakt,
dan ontlokt die haar een vurig zuchten.

3. Koraal

Als het zo moet zijn
dat straf en pijn
op de zonde moeten volgen,
ga hier dan vandaan
en ontzie mij daarginds
en laat mij hier boeten.

4. Aria (A)

Ach, verwoest, als dat uw wil is,
het Sodom van mijn zondige ledematen!
Maar ontzie mijn ziel en zuiver haar zo
dat ze voor u een heilig Sion kan zijn.

5. Recitatief (T)

Maar hier doet de hand van de verlosser
ook wonderen aan de doden.
Al lijkt je ziel gestorven,
je lichaam verzwakt en geheel verteerd,
toch wordt de kracht van Jezus ons geopenbaard.
Hij weet bij de geestelijk zwakke mens
het lichaam gezond en de ziel sterk te maken.

6. Aria (T)

Als Jezus mijn zonden vergeeft,
dan worden mijn lichaam en mijn ziel gezond.
Hij kan de doden levend maken
en betoont zijn kracht in de zwakke mensen;
hij houdt zich aan het sinds lang gesloten verbond
zodat wij hulp vinden in het geloof.

7. Koraal

Heer Jezus Christus, mijn enige troost,
tot u wil ik me wenden;
u kent mijn grote smart
en u kan en wil er aan eind aan maken.
Ik laat het over aan uw wil,
doe, lieve God, zoals het u belieft:
ik ben van u en dat wil ik blijven.


		Vertaling: Ria van Hengel