naar de bespreking van BWV 43

Gott fähret auf mit Jauchzen! (BWV 43)

Johann Sebastian Bach

1. Koor

»Gott fähret auf mit Jauchzen God stijgt op onder gejuich
und der Herr mit heller Posaunen. en de Heer onder bazuingeschal.
Lobsinget, lobsinget Gott, Zing de lof, zing de lof van God,
lobsinget, lobsinget unserm Könige.«zing de lof, zing de lof van onze koning!

2. Recitatief (T)

Es will der Höchste sich De Allerhoogste wil
ein Siegsgepräng bereiten, een triomftocht gaan houden
da die Gefängnisse er selbst gefangen führt. door de gevangenissen zelf gevangen te nemen.
Wer jauchzt ihm zu? Wie juicht hem toe?
Wer ists, der die Posaunen rührt? Wie is het die op de bazuinen blaast?
Wer gehet ihm zur Seiten? Wie vergezelt hem?
Ist es nicht Gottes Heer, Is het niet Gods leger,
das seines Namens Ehr, dat de eer, het heil, de lof, het rijk, de kracht
Heil, Preis, Reich, Kraft und Macht en de macht van zijn naam luidkeels bezingt
mit lauter Stimme singet en hem nu eeuwig een Halleluja toeroept.
und ihm nun ewiglich ein Halleluja bringet.

3. Aria (T)

Ja tausend mal tausend begleiten den Wagen, Ja, duizenden vergezellen de wagen
dem König der Kön’ge lobsingend zu sagen, om de koning der koningen lofzingend te vertellen
daß Erde und Himmel sich unter ihm schmiegt dat aarde en hemel zich naar hem voegen
und was er bezwungen, en dat wat hij heeft bedwongen
nun gänzlich erliegt.nu geheel onderworpen is.

4. Recitatief (S)

»Und der Herr,En de Heer werd,
nachdem er mit ihnen geredet hatte,nadat hij met hen had gesproken,
ward er aufgehaben gen Himmel,opgeheven naar de hemel,
und sitzet zur rechten Hand Gottes.«en hij zit aan de rechterhand van God.

5. Aria (S)

Mein Jesus hat nunmehrMijn Jezus heeft nu
das Heilandwerk vollendethet verlosserswerk voltooid
und nimmt die Wiederkehren keert terug
zu dem, der ihn gesendet.naar wie hem had gezonden.
Er schließt der Erde Lauf,Hij sluit zijn weg op aarde af,
ihr Himmel, öffnet euch,hemelen, open je,
und nehmt ihn wieder auf!en neem hem weer op!

6. Recitatief (B)

Es kommt der Helden Held, De held der helden komt eraan,
des Satans Fürst und Schrecken, hij die Satan de baas is en angst aanjaagt,
der selbst den Tod gefällt, die zelfs de dood heeft vernietigd,
getilgt der Sünden Flecken, de smet van de zonden heeft verwijderd,
zerstreut der Feinde Hauf; de vijandelijke bende heeft verstrooid;
ihr Kräfte, eilt herbei machten, kom snel
und holt den Sieger auf.en vier de intocht van de overwinnaar.

7. Aria (B)

Er ists, der ganz alleinHij is het die geheel alleen
die Kelter hat getretenin de wijnpers heeft gestampt
voll Schmerzen, Qual und Pein,vol smart, kwelling en pijn,
Verlorne zu errettenom verlorenen te redden
durch einen teuren Kauf.door hen tegen een hoge prijs vrij te kopen.
Ihr Thronen, mühet euchTronen, doe je best
und setzt ihm Kränze auf!en zet hem kransen op!

8. Recitatief (A)

Der Vater hat ihm ja De Vader heeft immers
ein ewig Reich bestimmet: een eeuwig rijk voor hem bestemd;
Nun ist die Stunde nah, nu nadert het moment
da er die Krone nimmet dat hij de kroon ontvangt
vor tausend Ungemach. voor zoveel leed.
Ich stehe hier am Weg Ik sta hier langs de weg
und schau ihm freudig nach.en kijk hem verheugd na.

9. Aria (A)

Ich sehe schon im Geist,Ik zie al in de geest
wie er zu Gottes Rechtenhoe hij aan Gods rechterhand
auf seine Feinde schmeißt,inslaat op zijn vijanden
zu helfen seinen Knechtenom zijn dienaren te redden
aus Jammer, Not und Schmach.uit ellende, nood en smaad.
Ich stehe hier am WegIk sta hier langs de weg
und schau ihm sehnlich nach.en kijk hem verlangend na.

10. Recitatief (S)

Er will mir neben sichHij wil mij naast zich
die Wohnung zubereiten,een woning bereiden
damit ich ewiglichopdat ik eeuwig
ihm stehe an der Seiten,naast hem zal staan,
befreit von Weh und Ach!bevrijd van ach en wee!
Ich stehe hier am Weg,Ik sta hier langs de weg
und ruf ihm dankbar nach.en roep hem dankbaar na.

11. Koraal

Du Lebensfürst, Herr Jesu Christ, O levensvorst, Heer Jezus Christus,
der du bist aufgenommen die bent opgenomen
gen Himmel, da dein Vater ist in de hemel waar uw Vader is
und die Gemein der Frommen, en de gemeenschap van de vromen.
wie soll ich deinen großen Sieg, Hoe moet ik uw grote overwinning,
den du durch einen schweren Krieg die u met zware gevechten
erworben hast, recht preisen hebt behaald, op de juiste manier prijzen
und dir gnug Ehr erweisen? en u voldoende eer bewijzen?


Zieh uns dir nach, so laufen wir, Trek ons achter u aan, dan volgen wij haastig,
gib uns des Glaubens Flügel! geef ons de vleugels van het geloof!
Hilf, daß wir fliehen weit von hier Help ons dat wij hier ver vandaan
auf Israelis Hügel! vluchten naar Israëls heuvels!
Mein Gott! wenn fahr ich doch dahin, Mijn God, wanneer mag ik daarheen gaan
woselbst ich ewig fröhlich bin? waar ik voor eeuwig vrolijk ben?
Wenn werd ich vor dir stehen, Wanneer zal ik voor u staan
dein Angesicht zu sehen? en uw aangezicht zien?
  
Libretto: Ernst Ludwig I von Sachsen-Meiningen Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

1. Koor

»Gott fähret auf mit Jauchzen
und der Herr mit heller Posaunen.
Lobsinget, lobsinget Gott,
lobsinget, lobsinget unserm Könige.«

2. Recitatief (T)

Es will der Höchste sich 
ein Siegsgepräng bereiten,
da die Gefängnisse er selbst gefangen führt.
Wer jauchzt ihm zu?
Wer ists, der die Posaunen rührt?
Wer gehet ihm zur Seiten?
Ist es nicht Gottes Heer,
das seines Namens Ehr,
Heil, Preis, Reich, Kraft und Macht
mit lauter Stimme singet
und ihm nun ewiglich ein Halleluja bringet.

3. Aria (T)

Ja tausend mal tausend begleiten den Wagen,
dem König der Kön’ge lobsingend zu sagen,
daß Erde und Himmel sich unter ihm schmiegt
und was er bezwungen, 
nun gänzlich erliegt.

4. Recitatief (S)

»Und der Herr,
nachdem er mit ihnen geredet hatte,
ward er aufgehaben gen Himmel,
und sitzet zur rechten Hand Gottes.«

5. Aria (S)

Mein Jesus hat nunmehr
das Heilandwerk vollendet
und nimmt die Wiederkehr
zu dem, der ihn gesendet.
Er schließt der Erde Lauf,
ihr Himmel, öffnet euch,
und nehmt ihn wieder auf!

6. Recitatief (B)

Es kommt der Helden Held,
des Satans Fürst und Schrecken,
der selbst den Tod gefällt,
getilgt der Sünden Flecken,
zerstreut der Feinde Hauf;
ihr Kräfte, eilt herbei
und holt den Sieger auf.

7. Aria (B)

Er ists, der ganz allein
die Kelter hat getreten
voll Schmerzen, Qual und Pein,
Verlorne zu erretten
durch einen teuren Kauf.
Ihr Thronen, mühet euch
und setzt ihm Kränze auf!

8. Recitatief (A)

Der Vater hat ihm ja
ein ewig Reich bestimmet:
Nun ist die Stunde nah,
da er die Krone nimmet
vor tausend Ungemach.
Ich stehe hier am Weg
und schau ihm freudig nach.

9. Aria (A)

Ich sehe schon im Geist,
wie er zu Gottes Rechten
auf seine Feinde schmeißt,
zu helfen seinen Knechten
aus Jammer, Not und Schmach.
Ich stehe hier am Weg
und schau ihm sehnlich nach.

10. Recitatief (S)

Er will mir neben sich
die Wohnung zubereiten,
damit ich ewiglich
ihm stehe an der Seiten,
befreit von Weh und Ach!
Ich stehe hier am Weg,
und ruf ihm dankbar nach.

11. Koraal

Du Lebensfürst, Herr Jesu Christ,
der du bist aufgenommen
gen Himmel, da dein Vater ist
und die Gemein der Frommen,
wie soll ich deinen großen Sieg,
den du durch einen schweren Krieg
erworben hast, recht preisen
und dir gnug Ehr erweisen?

Zieh uns dir nach, so laufen wir,
gib uns des Glaubens Flügel!
Hilf, daß wir fliehen weit von hier
auf Israelis Hügel!
Mein Gott! wenn fahr ich doch dahin,
woselbst ich ewig fröhlich bin?
Wenn werd ich vor dir stehen,
dein Angesicht zu sehen?



Libretto: Ernst Ludwig I von Sachsen-Meiningen
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

1. Koor

God stijgt op onder gejuich
en de Heer onder bazuingeschal.
Zing de lof, zing de lof van God,
zing de lof, zing de lof van onze koning!

2. Recitatief (T)

De Allerhoogste wil
een triomftocht gaan houden
door de gevangenissen zelf gevangen te nemen.
Wie juicht hem toe?
Wie is het die op de bazuinen blaast?
Wie vergezelt hem?
Is het niet Gods leger,
dat de eer, het heil, de lof, het rijk, de kracht
en de macht van zijn naam luidkeels bezingt
en hem nu eeuwig een Halleluja toeroept.

3. Aria (T)

Ja, duizenden vergezellen de wagen
om de koning der koningen lofzingend te vertellen
dat aarde en hemel zich naar hem voegen
en dat wat hij heeft bedwongen
nu geheel onderworpen is.

4. Recitatief (S)

En de Heer werd,
nadat hij met hen had gesproken,
opgeheven naar de hemel,
en hij zit aan de rechterhand van God.

5. Aria (S)

Mijn Jezus heeft nu
het verlosserswerk voltooid
en keert terug
naar wie hem had gezonden.
Hij sluit zijn weg op aarde af,
hemelen, open je,
en neem hem weer op!

6. Recitatief (B)

De held der helden komt eraan,
hij die Satan de baas is en angst aanjaagt,
die zelfs de dood heeft vernietigd,
de smet van de zonden heeft verwijderd,
de vijandelijke bende heeft verstrooid;
machten, kom snel
en vier de intocht van de overwinnaar.

7. Aria (B)

Hij is het die geheel alleen
in de wijnpers heeft gestampt
vol smart, kwelling en pijn,
om verlorenen te redden
door hen tegen een hoge prijs vrij te kopen.
Tronen, doe je best
en zet hem kransen op!

8. Recitatief (A)

De Vader heeft immers
een eeuwig rijk voor hem bestemd;
nu nadert het moment
dat hij de kroon ontvangt
voor zoveel leed.
Ik sta hier langs de weg
en kijk hem verheugd na.

9. Aria (A)

Ik zie al in de geest
hoe hij aan Gods rechterhand
inslaat op zijn vijanden
om zijn dienaren te redden
uit ellende, nood en smaad.
Ik sta hier langs de weg
en kijk hem verlangend na.

10. Recitatief (S)

Hij wil mij naast zich
een woning bereiden
opdat ik eeuwig
naast hem zal staan,
bevrijd van ach en wee!
Ik sta hier langs de weg
en roep hem dankbaar na.

11. Koraal

O levensvorst, Heer Jezus Christus,
die bent opgenomen
in de hemel waar uw Vader is
en de gemeenschap van de vromen.
Hoe moet ik uw grote overwinning,
die u met zware gevechten
hebt behaald, op de juiste manier prijzen
en u voldoende eer bewijzen?

Trek ons achter u aan, dan volgen wij haastig,
geef ons de vleugels van het geloof!
Help ons dat wij hier ver vandaan
vluchten naar Israëls heuvels!
Mijn God, wanneer mag ik daarheen gaan
waar ik voor eeuwig vrolijk ben?
Wanneer zal ik voor u staan
en uw aangezicht zien?


		Vertaling: Ria van Hengel