naar de bespreking van BWV 37

Wer da gläubet und getauft wird (BWV 37)

Johann Sebastian Bach

1. Koor

»Wer da gläubet und getauft wird,Wie gelooft en gedoopt wordt,
der wird selig werden.«die zal zalig worden.

2. Aria (T)

Der Glaube ist das Pfand der Liebe, Het geloof is het onderpand van de liefde
die Jesus für die Seinen hegt. die Jezus voor de zijnen koestert.
Drum hat er Daarom heeft hij mij
bloß aus Liebestriebe, louter uit diepe liefde
da er ins Lebensbuch mich schriebe, door mij in het levensboek in te schrijven
mir dieses Kleinod beigelegt.deze prijs geschonken.

3. Aria / Duet (S, A)

Herr Gott Vater, mein starker Held! Heer God de vader, mijn sterke held!
du hast mich ewig vor der Welt U hebt mij eeuwig voor de wereld
in deinem Sohn geliebet. in uw zoon liefgehad.
Dein Sohn hat mich ihm selbst vertraut, Uw zoon heeft mij aan hemzelf toevertrouwd,
er ist mein Schatz, ich bin sein' Braut, hij is mijn schat, ik ben zijn bruid,
sehr hoch in ihm erfreuet. die zich zeer in hem verheugt.
Eia, eia! Himmlisch Leben Eia, eia! Een hemels leven
wird er geben mir dort oben; zal hij mij daarboven geven
ewig soll mein Herz ihn loben.Eeuwig moet mijn hart hem prijzen.

4. Recitatief (B)

Ihr Sterblichen, verlanget ihr, mit mir O stervelingen, verlangen jullie ernaar om met mij
das Antlitz Gottes anzuschauen? Gods aangezicht te aanschouwen?
So dürft ihr nicht Dan moeten jullie niet
auf gute Werke bauen; op goede werken vertrouwen;
denn ob sich wohl ein Christ want hoewel een christen zich
muß in den guten Werken üben, in goede werken moet oefenen,
weil es der ernste Wille Gottes ist, omdat dat de ernstige wil van God is,
so macht der Glaube doch allein, maakt toch alleen het geloof
daß wir vor Gott gerecht und selig sein.dat wij voor God rechtvaardig en zalig zijn.

5. Aria (B)

Der Glaube schafft der Seele Flügel,Het geloof geeft vleugels aan de ziel,
daß sie sich in den Himmel schwingt,zodat zij naar de hemel opstijgt,
die Taufe ist das Gnadensiegel,de doop is het genadezegel,
das uns den Segen Gottes bringt;dat ons de zegen van God brengt;
und daher heißt ein selger Christ,en daarom is diegene een zalige christen
wer gläubet und getaufet ist.die gelooft en gedoopt is.

6. Koraal

Den Glauben mir verleihe Schenk mij het geloof
an dein' Sohn, Jesum Christ, in uw zoon, Jezus Christus,
mein Sünd mir auch verzeihe en vergeef mij ook mijn zonden
allhier zu dieser Frist. hier en in deze tijd.
Du wirst mir nicht versagen, U zult mij niet onthouden
was du verheißen hast, wat u hebt beloofd:
daß er mein Sünd tu tragen dat hij mijn zonden zal dragen
und lös mich von der Last.en mij zal bevrijden van de last.
  
Libretto: onbekend Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

1. Koor

»Wer da gläubet und getauft wird,
der wird selig werden.«

2. Aria (T)

Der Glaube ist das Pfand der Liebe,
die Jesus für die Seinen hegt.
 Drum hat er 
 bloß aus Liebestriebe,
 da er ins Lebensbuch mich schriebe,
 mir dieses Kleinod beigelegt.

3. Aria / Duet (S, A)

Herr Gott Vater, mein starker Held!
du hast mich ewig vor der Welt
in deinem Sohn geliebet.
Dein Sohn hat mich ihm selbst vertraut,
er ist mein Schatz, ich bin sein' Braut,
sehr hoch in ihm erfreuet.
Eia, eia! Himmlisch Leben 
wird er geben mir dort oben;
ewig soll mein Herz ihn loben.

4. Recitatief (B)

Ihr Sterblichen, verlanget ihr, mit mir
das Antlitz Gottes anzuschauen?
So dürft ihr nicht
auf gute Werke bauen;
denn ob sich wohl ein Christ
muß in den guten Werken üben,
weil es der ernste Wille Gottes ist,
so macht der Glaube doch allein,
daß wir vor Gott gerecht und selig sein.

5. Aria (B)

Der Glaube schafft der Seele Flügel,
daß sie sich in den Himmel schwingt,
die Taufe ist das Gnadensiegel,
das uns den Segen Gottes bringt;
und daher heißt ein selger Christ,
wer gläubet und getaufet ist.


6. Koraal

Den Glauben mir verleihe
an dein' Sohn, Jesum Christ,
mein Sünd mir auch verzeihe
allhier zu dieser Frist.
Du wirst mir nicht versagen,
was du verheißen hast,
daß er mein Sünd tu tragen
und lös mich von der Last.


Libretto: onbekend
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

1. Koor

Wie gelooft en gedoopt wordt,
die zal zalig worden.

2. Aria (T)

Het geloof is het onderpand van de liefde
die Jezus voor de zijnen koestert.
Daarom heeft hij mij
louter uit diepe liefde
door mij in het levensboek in te schrijven
deze prijs geschonken.

3. Aria / Duet (S, A)

Heer God de vader, mijn sterke held!
U hebt mij eeuwig voor de wereld
in uw zoon liefgehad.
Uw zoon heeft mij aan hemzelf toevertrouwd,
hij is mijn schat, ik ben zijn bruid,
die zich zeer in hem verheugt.
Eia, eia! Een hemels leven
zal hij mij daarboven geven 
Eeuwig moet mijn hart hem prijzen.

4. Recitatief (B)

O stervelingen, verlangen jullie ernaar om met mij
Gods aangezicht te aanschouwen?
Dan moeten jullie niet
op goede werken vertrouwen;
want hoewel een christen zich
in goede werken moet oefenen,
omdat dat de ernstige wil van God is,
maakt toch alleen het geloof
dat wij voor God rechtvaardig en zalig zijn.

5. Aria (B)

Het geloof geeft vleugels aan de ziel,
zodat zij naar de hemel opstijgt,
de doop is het genadezegel,
dat ons de zegen van God brengt;
en daarom is diegene een zalige christen
die gelooft en gedoopt is.

6. Koraal

Schenk mij het geloof
in uw zoon, Jezus Christus,
en vergeef mij ook mijn zonden
hier en in deze tijd.
U zult mij niet onthouden
wat u hebt beloofd:
dat hij mijn zonden zal dragen
en mij zal bevrijden van de last.


		Vertaling: Ria van Hengel