Johann Sebastian Bach
Da der Herr Christ zu Tische sass
koraal, BWV 285
Tekst: Nikolaus Herman (1560)
Melodie: Görlitz 1611
Da der Herr Christ zu Tische saß, | Toen Christus de Heer aan tafel zat, |
zuletzt das Osterlämmlein aß, | aan het eind het paaslam at, |
und wollt von hinnen scheiden, | en van hier wilde vertrekken, |
sein Jüngern treulich er befahl, | droeg hij zijn discipelen getrouw op |
dass man allzeit verkünd'gen soll | dat ze altijd zouden verkondigen |
sein Tod und bitter Leiden. | zijn dood en zijn bittere lijden. |