naar de bespreking van BWV 248III

Herrscher des Himmels, erhöre das Lallen (BWV 248III)

Johann Sebastian Bach

24. (1) Koor

Herrscher des Himmels, erhöre das Lallen,Heerser van de hemel, luister naar ons gestamel,
laß dir die matten Gesänge gefallen,geniet van onze zwakke liederen
wenn dich dein Zion mit Psalmen erhöht!wanneer uw Sion u met psalmen prijst!
Höre der Herzen frohlockendes Preisen,Hoor de jubelende lofzangen van ons hart
wenn wir dir itzo die Ehrfurcht erweisen,wanneer wij u nu eerbied betonen
weil unsre Wohlfahrt befestiget steht!omdat wij zeker kunnen zijn van ons heil.

25. (2) Recitatief (Evangelist)

»Und da die Engel von ihnen gen Himmel fuhren, En toen de engelen weer naar de hemel voeren,
sprachen die Hirten untereinander:«zeiden de herders tegen elkaar:

26. (3) Koor

»Lasset uns nun gehen gen Bethlehem Laten wij nu naar Bethlehem gaan
und die Geschichte sehen, die da geschehen ist, om te zien wat er is gebeurd
die uns der Herr kundgetan hat.«en wat de Heer ons heeft verkondigd.

27. (4) Recitatief

Er hat sein Volk getröst’,Hij heeft zijn volk getroost,
er hat sein Israel erlöst,hij heeft zijn Israel verlost,
die Hülf aus Zion hergesendetde hulp vanuit Sion gezonden
und unser Leid geendet.en een einde gemaakt aan ons lijden.
Seht, Hirten, dies hat er getan;Zie, herders, dat heeft hij gedaan,
geht, dieses trefft ihr an!ga, dat treffen jullie aan.

28. (5) Koraal

Dies hat er alles uns getan,Dit heeft hij allemaal voor ons gedaan
sein groß Lieb zu zeigen an;om zijn grote liefde te tonen;
des freu sich alle Christenheitlaat de hele christenheid zich daarover verheugen
und dank ihm des in Ewigkeit.en hem ervoor bedanken in eeuwigheid.
Kyrieleis!Kyrie eleis!

29. (6) Aria (Duet) (S, B)

Herr, dein Mitleid, dein ErbarmenHeer, uw medelijden, uw ontferming
tröstet uns und macht uns frei.troost ons en maakt ons vrij.
Deine holde Gunst und Liebe,Uw liefhebbende genade en liefde,
deine wundersamen Triebeuw wonderbaarlijke gevoelens
machen deine Vatertreumaken uw vadertrouw
wieder neu.weer nieuw.

30. (7) Recitatief (Evangelist)

»Und sie kamen eilend und funden beide, En zij gingen haastig en vonden hen beiden,
Mariam und Joseph, Maria en Jozef,
dazu das Kind in der Krippe liegen. en ook het kind, liggend in de kribbe.
Da sie es aber gesehen hatten, En toen ze het hadden gezien,
breiteten sie das Wort aus, vertelden zij overal
welches zu ihnen von diesem Kind gesaget war. wat er over dat kind tegen hen was gezegd.
Und alle, vor die es kam, En iedereen die het hoorde
wunderten sich der Rede, verwonderde zich over het verhaal
die ihnen die Hirten gesaget hatten. dat de herders hadden verteld
Maria aber behielt alle diese Worte En Maria bewaarde al die woorden
und bewegte sie in ihrem Herzen.«en overwoog ze in haar hart.

31. (8) Aria (A)

Schließe, mein Herze, dies selige WunderMijn hart, berg dit gezegende wonder
fest in deinem Glauben ein!stevig op in je geloof!
Lasse dies Wunder, die göttlichen WerkeLaat dat wonder, dat werk van God
immer zur Stärke deines schwachen Glaubens sein!altijd kracht geven aan je zwakke geloof!

32. (9) Recitatief (A)

Ja, ja, mein Herz soll es bewahren,Ja, ja, mijn hart zal bewaren
was es an dieser holden Zeitwat het in deze heerlijke tijd
zu seiner Seligkeittot zijn zaligheid
für sicheren Beweis erfahren.als een betrouwbaar bewijs heeft ervaren.

33. (10) Koraal

Ich will dich mit Fleiß bewahren, Ik wil u ijverig bewaren,
ich will dir ik wil hier
leben hier, voor u leven,
dir will ich abfahren, naar u wil ik heengaan,
mit dir will ich endlich schweben met u wil ik ten slotte zweven,
voller Freud vol vreugde,
ohne Zeit tijdloos,
dort im andern Leben.daarginds in het andere leven.

34. (11) Recitatief (Evangelist)

»Und die Hirten kehrten wieder um, En de herders keerden terug,
preiseten und lobten Gott um alles, prezen en loofden God om alles
das sie gesehen und gehöret hatten, wat ze hadden gezien en gehoord,
wie denn zu ihnen gesaget war.«zoals het hun gezegd was.

35. (12) Koraal

Seid froh dieweil, Wees verheugd omdat
daß euer Heil jullie heil hier is geboren
ist hie ein Gott und auch ein Mensch geboren, als God en ook als mens,
der, welcher ist hij die de Heer
der Herr und Christ en de Christus is,
in Davids Stadt, von vielen auserkoren.in Davids stad, uit vele verkozen.
  
Libretto: Christian Friedrich Henrici (alias Picander) Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

24. (1) Koor

Herrscher des Himmels, erhöre das Lallen,
laß dir die matten Gesänge gefallen,
wenn dich dein Zion mit Psalmen erhöht!
Höre der Herzen frohlockendes Preisen,
wenn wir dir itzo die Ehrfurcht erweisen,
weil unsre Wohlfahrt befestiget steht!

25. (2) Recitatief (Evangelist)

»Und da die Engel von ihnen gen Himmel fuhren,
sprachen die Hirten untereinander:«

26. (3) Koor

»Lasset uns nun gehen gen Bethlehem
und die Geschichte sehen, die da geschehen ist,
die uns der Herr kundgetan hat.«

27. (4) Recitatief

Er hat sein Volk getröst’,
er hat sein Israel erlöst,
die Hülf aus Zion hergesendet
und unser Leid geendet.
Seht, Hirten, dies hat er getan;
geht, dieses trefft ihr an!

28. (5) Koraal

Dies hat er alles uns getan,
sein groß Lieb zu zeigen an;
des freu sich alle Christenheit
und dank ihm des in Ewigkeit.
Kyrieleis!

29. (6) Aria (Duet) (S, B)

Herr, dein Mitleid, dein Erbarmen
tröstet uns und macht uns frei.
Deine holde Gunst und Liebe,
deine wundersamen Triebe
machen deine Vatertreu
wieder neu.

30. (7) Recitatief (Evangelist)

»Und sie kamen eilend und funden beide,
Mariam und Joseph,
dazu das Kind in der Krippe liegen.
Da sie es aber gesehen hatten,
breiteten sie das Wort aus,
welches zu ihnen von diesem Kind gesaget war.
Und alle, vor die es kam,
wunderten sich der Rede,
die ihnen die Hirten gesaget hatten.
Maria aber behielt alle diese Worte
und bewegte sie in ihrem Herzen.«

31. (8) Aria (A)

Schließe, mein Herze, dies selige Wunder
fest in deinem Glauben ein!
Lasse dies Wunder, die göttlichen Werke
immer zur Stärke deines schwachen Glaubens sein!

32. (9) Recitatief (A)

Ja, ja, mein Herz soll es bewahren,
was es an dieser holden Zeit
zu seiner Seligkeit
für sicheren Beweis erfahren.

33. (10) Koraal

Ich will dich mit Fleiß bewahren,
ich will dir
leben hier,
dir will ich abfahren,
mit dir will ich endlich schweben
voller Freud
ohne Zeit
dort im andern Leben.

34. (11) Recitatief (Evangelist)

»Und die Hirten kehrten wieder um,
preiseten und lobten Gott um alles,
das sie gesehen und gehöret hatten,
wie denn zu ihnen gesaget war.«

35. (12) Koraal

Seid froh dieweil,
daß euer Heil
ist hie ein Gott und auch ein Mensch geboren,
der, welcher ist
der Herr und Christ
in Davids Stadt, von vielen auserkoren.


Libretto: Christian Friedrich Henrici (alias Picander)
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

24. (1) Koor

Heerser van de hemel, luister naar ons gestamel,
geniet van onze zwakke liederen
wanneer uw Sion u met psalmen prijst!
Hoor de jubelende lofzangen van ons hart
wanneer wij u nu eerbied betonen
omdat wij zeker kunnen zijn van ons heil.

25. (2) Recitatief (Evangelist)

En toen de engelen weer naar de hemel voeren,
zeiden de herders tegen elkaar:

26. (3) Koor

Laten wij nu naar Bethlehem gaan
om te zien wat er is gebeurd
en wat de Heer ons heeft verkondigd.

27. (4) Recitatief

Hij heeft zijn volk getroost,
hij heeft zijn Israel verlost,
de hulp vanuit Sion gezonden
en een einde gemaakt aan ons lijden.
Zie, herders, dat heeft hij gedaan,
ga, dat treffen jullie aan.

28. (5) Koraal

Dit heeft hij allemaal voor ons gedaan
om zijn grote liefde te tonen;
laat de hele christenheid zich daarover verheugen
en hem ervoor bedanken in eeuwigheid.
Kyrie eleis!

29. (6) Aria (Duet) (S, B)

Heer, uw medelijden, uw ontferming
troost ons en maakt ons vrij.
Uw liefhebbende genade en liefde,
uw wonderbaarlijke gevoelens
maken uw vadertrouw
weer nieuw.

30. (7) Recitatief (Evangelist)

En zij gingen haastig en vonden hen beiden,
Maria en Jozef,
en ook het kind, liggend in de kribbe.
En toen ze het hadden gezien,
vertelden zij overal
wat er over dat kind tegen hen was gezegd.
En iedereen die het hoorde
verwonderde zich over het verhaal
dat de herders hadden verteld
En Maria bewaarde al die woorden
en overwoog ze in haar hart.

31. (8) Aria (A)

Mijn hart, berg dit gezegende wonder
stevig op in je geloof!
Laat dat wonder, dat werk van God
altijd kracht geven aan je zwakke geloof!

32. (9) Recitatief (A)

Ja, ja, mijn hart zal bewaren
wat het in deze heerlijke tijd
tot zijn zaligheid
als een betrouwbaar bewijs heeft ervaren.

33. (10) Koraal

Ik wil u ijverig bewaren,
ik wil hier
voor u leven,
naar u wil ik heengaan,
met u wil ik ten slotte zweven,
vol vreugde,
tijdloos,
daarginds in het andere leven.

34. (11) Recitatief (Evangelist)

En de herders keerden terug,
prezen en loofden God om alles
wat ze hadden gezien en gehoord,
zoals het hun gezegd was.

35. (12) Koraal

Wees verheugd omdat
jullie heil hier is geboren
als God en ook als mens,
hij die de Heer
en de Christus is,
in Davids stad, uit vele verkozen.


		Vertaling: Ria van Hengel