Eduard van Hengel

Johann Sebastian Bach vocale werken

Johann Sebastian Bach

Johannes-Passion (BWV 245)

Geschreven voor Goede Vrijdag

Voor het eerst uitgevoerd: 7 apr 1724

Solisten SATTBB koor SATB orkest str vlad'am1,2 vlagamb trav1,2 ob1,2 obcacc1,2 lt cont

Totaal 40 delen, 2 koorwerken, 12 koralen

Vertaling: Ria van Hengel

Deze pagina volgt de meest gangbare uitvoeringen en de daaraan ten grondslag liggende Mischfassung die de Neue Bachausgabe samenstelde uit de verschillende versies die Bach uitvoerde.

beluister

andere besprekingen

downloads uitleg

Bespreking

(afwijkende versies)

 

Traditie

De Johannes-Passion die Johann Sebastian Bach op 38-jarige leeftijd - binnen een jaar na zijn aanstelling tot Thomascantor te Leipzig - op Goede Vrijdag 1724 voor het eerst uitvoerde in de St Nicolaikirche, besluit een zich gedurende veertien eeuwen ontwikkelende relatie tussen muziek en het passieverhaal. Reeds in de christelijke kerk van de vierde eeuw werden in de Stille Week voorafgaand aan Pasen de passieverhalen door de priester zingend voorgedragen, op eenvoudige lectietoon, met kleine heffingen en dalingen. Vanaf de negende eeuw komen stelselmatig alle vier evangelisten Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes aan bod op respectievelijk Palmzondag, dinsdag, woensdag en Goede Vrijdag. Vanaf de twaalfde eeuw treedt een rolverdeling op: de diaken zingt de woorden van de evangelist, de celebrant vertolkt de Christus-woorden en de sub-diaken neemt de uitspraken voor zijn rekening van andere soliloquentes (= alleensprekenden, zoals Petrus, Pilatus, maagd e.a.) en turbae (= menigten, zoals soldaten, priesters e.d.). Wanneer de meerstemmigheid zijn intrede doet worden de turbae eerst door alle drie zangers gezamenlijk, en later door een afzonderlijk koor gezongen, dat bovendien een meerstemmig Exordium (opschrift) en een Conclusio uitvoert. Eind vijftiende eeuw ontstaan motet-passies (van Obrecht bijv.) waarin passages uit het verhaal voor meerstemmig koor zijn gezet maar ook passies met rolverdelingen handhaven zich (Lassus). Vanaf midden zestiende eeuw wordt in de lutherse kerk eerst het latijn door de volkstaal vervangen (onder handhaving van de gregoriaanse lectietoon), vervolgens gaan daar de deuren wijd open voor invloeden uit de italiaanse opera: het recitatief verhoogt de dramatische kracht van de tekst, er verschijnt instrumentale begeleiding, het evangelieverhaal wordt onderbroken door aria's op vrije (d.i. niet aan het evangelie ontleende) poëzie, en ter verhoging van de participatie van het publiek zingt ook de gemeente nu en dan een eenstemmig koraalvers. Wanneer die koralen vervolgens meerstemmig gecomponeerd en aan het koor toegewezen worden, hebben we de oratorium-passie waarvan de Johannes-Passion een voorbeeld is. Tezelfdertijd zien we echter ook de opkomst van het passie-oratorium dat de letterlijke evangelietekst vervangt door geselecteerde bijbelpassages, poëtisch geparafraseerd naar de smaak van de tijd (Empfindsamkeit). Dat is het orthodoxe Leipzig een brug te ver; de ingetogen tekst van Luthers bijbelvertaling blijft hier het voorgeschreven skelet van de passie. Wel horen we in de Johannes-Passion zes aria’s die zijn gebaseerd op teksten van een destijds toonaangevend passie-oratorium Der Für die Sünde der Welt Gemarterte und Sterbende Jesus van de Hamburger raadsheer Barthold Heinrich Brockes (1712), dat o.m. werd getoonzet door Handel, Telemann en Reinhard Keiser. In Bachs Leipzig was een concertante passieuitvoering sinds 1721 gewoonte tijdens de vespers op Goede Vrijdag, ingebed in een liturgie met liederen, gebeden en - na het eerste deel - onderbroken door een preek.

 

Tekst

De ruggegraat van de Johannes-Passion vormt dus de letterlijke tekst van de hoofdstukken 18 en 19 van het evangelie van Johannes, in Luthers vertaling. Ter verruiming van zijn dramatische mogelijkheden voegt Bach op twee plaatsen enkele verzen uit het Matteüs-evangelie in. De dichter van de vrije teksten (koren, aria’s, ariosi) is onbekend. Hij laat zich (in de nrs 7, 9/20, 24, 32, 34/35 en het slotkoor 39) aantoonbaar inspireren door de contemporaine lijdenspoëzie van genoemde Brockes. Alle koraalteksten komen uit kerkelijke liedboeken. Raadselachtig was lange tijd het centrale koraal Durch dein Gefängnis (nr. 22); dat blijkt een door Bachs librettist aangeleverde ariatekst te zijn (naar Christian Heinrich Postel, 1700), die Bach als koraal heeft gecomponeerd. De evangelietekst wordt door een “evangelist” (tenor) voorgedragen in secco-recitatief, d.w.z. uitsluitend begeleid door continuo (cello, violone, akkoordinstrumenten). Handelende personen (soliloquentes als Petrus, Pilatus e.d.) komen op dezelfde wijze aan het woord, maar ook de vijftien Christus-woorden krijgen in de Johannes-Passion niet het strijkers-aureool dat we uit de (drie jaar later gecomponeerde) Matthäus-Passion (MP) gewend zijn; daar is een goede reden voor: Christus' uitspraken in de Johannes-versie zijn kort tot zeer kort, Jezus is bij Johannes meer een handelende persoon en minder profeet en leraar, zoals bij Mattheüs.

 

Turbae

Het verhaal geeft aanleiding tot veertien turbae: felle, dramatische koortjes waarin Bach expressie geeft aan de affec ten van haatdragend volk, huichelachtige schriftgeleerden, onverschillige soldaten en plagerige omstanders. In zijn realistische toonschildering van de affecten van de menigte toont Bach zich de muzikale evenknie van zijn met penseel schilderende tijdgenoten wier kruisigingstaferelen steevast zijn gestoffeerd met wellustig grijnzende boeventronies en aan wulpse vriendinnetjes frunnikende soldaten die zich laten vermaken zonder te beseffen welk historisch drama ze meemaken. De turbae spelen een belangrijke structurele rol in de JP. Twaalf ervan zijn paarsgewijs vrijwel identiek en verwijzen naar elkaar. Vijf begeleidt het orkest met een, aan italiaanse concerti ontleend, agressief motiefje, door Brandts Buys het ‘tumult’-motief genoemd, waarop de woorden Wir wollen Jesu Christi Tod tumultmotiefprecies passen maar niet worden gezongen: het verzwegen motief van de opgehitste menigte. Door dit Leitmotiv in de eerste twee turbae, kort achter elkaar, te herhalen, attendeert Bach de toehoorder op de structurele functie ervan, opdat zij het Herzstück (zie onder) van de passie, dat door symmetrische turbae-paren wordt gedragen, kunnen waarnemen.

De evangelietekst wordt onderbroken door aria's en koralen.

 

Koralen

In twaalf koralen trekt de christelijke gemeente haar lering uit de voorafgaande episode. De koralen versterken de liturgische functie die een concertante passie beoogde te hebben, maar het is nooit de gewoonte of de bedoeling van Bach geweest dat ze door de gemeente zouden worden meegezongen: daarvoor is hun ligging en harmonisatie te ongemakkelijk. De melodieën en teksten van de koralen ontleende Bach aan de bestaande schat van lutherse kerkmuziek; alleen de vierstemmige harmonisatie is van zijn hand, waarbij hij de gelegenheid aangrijpt om centrale woorden uit de tekst muzikaal te onderstrepen. Enkele koraalmelodieën komen we herhaaldelijk tegen, maar in verschillende harmonisaties, (14, 28 & 32, 15 & 37). Vergeleken met de MP is het aandeel orthodoxe koralen uit de begintijd van de reformatie (16e eeuw) veel groter; de MP heeft een overmaat aan koralen uit de tweede helft van de 17e eeuw die het existentiële lijden tijdens de Dertigjarige Oorlog tot uitdrukking brengen, waaronder zeven van Paul Gerhardt, die in de JP met slechts één koraal is vertegenwoordigd. De JP is daardoor minder piëtistisch dan de MP.

 

Aria’s

De Johannes-Passion bevat acht aria's, voor elke solist twee. Slechts twee aria’s worden ingeleid door een arioso, een soort begeleid recitatief dat in de MP aan vrijwel alle aria’s voorafgaat. In de JP concentreren de aria’s zich in de tweede helft van beide delen. Met name de bas (die in Bachs uitvoeringen ook de Christuspartij zong) treedt pas als solist op wanneer Jezus al bijna gestorven is. Ariazangers representeren geen personen in het evangelieverhaal maar leveren affectief commentaar op voorafgaande, belangrijke gebeurtenissen en verlenen die betekenis voor de individuele gelovige. Bach kan zich in het kader van een vesper meer, naar opera verwijzende theatraliteit permitteren dan in zijn cantates voor de hoofd-kerkdienst, maar zijn tekstdichter ontdramatiseert Brockes’ ariateksten behendig door de meest krasse staaltjes van barok realisme te ontwijken. De meeste aria’s hebben een da-capostructuur: na een middendeel (waarvan de tekst hieronder inspringt) wordt de hoofdgedachte uit het eerste deel hernomen, maar meestal wel in gewijzigde vorm, A-B-A’, een vrij da-capo.

 

Structuur

De gehele JP bestaat uit een reeks van veertig, vaak nog weer nader onderverdeelde stukken muziek. De mogelijkheid voor een componist om daarin een over-koepelende structuur aan te brengen wordt uiteraard danig beperkt door het dwingende, lineaire verloop van het evangelieverhaal dat de plaatsen van turbae bepaalt en van de gelegenheden voor een tekstdichter, om eventueel na overleg, beschou-wende ariateksten in te voegen. Je kunt het volgende opmerken.

1. Aan de gebruikelijke omlijsting van de passiegeschiedenis door een openings- en een slotkoor wordt hier enigszins afbreuk gedaan door het koraalvers ná het slotkoor dat in cantates usance is.

2. In de JP vinden we terug de evenzeer gebruikelijke indeling van de passiegeschiedenis in vijf bedrijven: tuin - hogepriesters - Pilatus - kruisiging - begrafenis (Hortus, Pontifices, Pilatus, crux, sepulchrum); elk van deze scènes wordt met een koraal besloten. Het middelste bedrijf, het verhoor bij de romeinse stadhouder Pilatus, is het langst, de buitenste delen zijn het kortst.

3. De twee delen van de JP omvatten resp 2 en 3 van deze traditionele scènes en zijn derhalve ongelijk lang. Binnen elk deel prevaleert het handelingsaspect (evangelie) aan het begin, en tempovertragende beschouwelijkheid (aria’s) in het vervolg.

4. In de centrale scène, ‘Pilatus’, heeft Bach een fraaie symmetrische structuur aangebracht, het Herzstück, met behulp van de plaatsing van koralen en aria’s en - het meest opvallend - door dezelfde muziek te gebruiken voor tekstverwante turbae ter weerszijden van het centrum. Dat centrum vormt het “koraal” Durch dein Gefängnis, Gottes Sohn. Hier ligt de kentering van het verhaal: Pilatus trekt zich terug, de afloop is nu onafwendbaar geworden. Niet Jezus’ dood is het dramatisch hoogtepunt maar het menselijk handelen dat daartoe leidt. Bach interpoleert hier op een bekende koraalmelodie (Machs mit mir, Gott) een tekst die Luthers centrale leerstuk van Jezus’ plaatsvervangend lijden verwoordt.structuur

 

Versies

Bach vervaardigde in 1725, 1732, 1739 en 1749 versies van de Johannes-Passion die in onderdelen afwijken van die van 1724. In de tweede versie bijv. fungeerde als introïtus de koraalbewerking O Mensch, bewein dein Sünde groß, die wij thans nog kennen als slot van het eerste deel van de Matthäus-Passion. Voor 4 april 1749, een jaar voor zijn dood, schreef Bach echter een nieuwe partituur  waarin de meeste van deze veranderingen weer ongedaan waren gemaakt; hij heeft deze uiteindelijke versie echter nooit gehoord omdat hij zich met 25 jaar oude partijen bleef behelpen. De Mischfassung die de Neue Bachausgabe publiceert is grotendeels hierop gebaseerd. Zie hierover mijn toelichting.

 

MP/JP

Tussen de “synoptische”, naar elkaar verwijzende evangeliën van Matteüs, Marcus en Lucas, en dat van de jongste evangelist, Johannes, bestaan karakteristieke verschillen die we ook in Bachs passies terugvinden. Voor Johannes is Jezus primair de Zoon Gods die in opdracht van zijn hemelse Vader een voorafbepaalde aardse missie volvoert; vandaar zijn veelvuldige verwijzingen naar oud-testamenti-sche teksten die het allemaal al voorspelden. Bachs openingskoor wijst dan ook niet naar zijn komende lijdensweg, maar naar zijn koningsschap: Herr, Herrscher en de passie dient vooral om te bewijzen dat Jezus de Messias was: Zeig uns (...)das du der wahre Gottessohn.... Jezus’ lijden is ook geen smartelijk en beklagenswaardig menselijk lijden (Helft mir klagen!) maar een noodzakelijke fase in zijn terugkeer naar de hemel: kruisiging als dubbelzinnige ‘verhoging’. In de Johannes-Passion dan ook geen koraal O Haupt voll Blut und Wunden dat in de Matthäus-Passion vijf maal klinkt. Jezus ervaart ook geen innerlijke konflicten: er is geen Judaskus nodig, hij meldt zichzelf (Ich bin’s), geen aarzelingen in Gethsemane, hij heeft bij zijn kruisdraging geen hulp nodig van Simon van Cyrene, en ook het berouw van Petrus interesseert Johannes niet. Bach wel trouwens, die daarom speciaal een passage uit Matteüs inlast, conform de ‘synoptische’ leeswijze van zijn tijd die zonder oog voor vertelperspectieven details uit de verschillende evangeliën eenvoudig aan elkaar rijgt (vgl Die sieben Worte Jesu). Het Johannes-evangelie is nuchter en verhalender, en daardoor dramatischer. Geen lange lessen en redevoeringen van Jezus, geen avondmaalssessie. Tegenover de drievoudige verloochening door de alzo menselijke Petrus vinden we bij Johannes het drievoudige Ich finde keine Schuld an ihm waarmee Pilatus zich verontschuldigt voor Jezus’ kruisdood. Terwijl Matteüs de omstanders, het gepeupel neutraal aanduidt als “das Volk” schrijft Johannes, vanuit een grotere historische afstand “die Jüden”; samen met Bachs realistische schets van hun onbehouwen gedrag heeft dat de Johannes-Passion wel het - weinig zinvolle - verwijt van anti-semitisme opgeleverd.

 

Bezetting

De Johannes-Passion is geschreven voor één vierstemmig koor dat in Bachs uitvoeringen slechts uit vier zangers, zogeheten concertisten, bestond die alle koren en aria’s zingen; tijdens een vesperviering had Bach echter ook de beschikking over ‘ripiënisten’, steun- of tutti-zangers die in sommige koorgedeelten de concertisten versterken. Interessant aan de JP is dat we Bach in de tweede basaria(nr. 32) zien experimenteren met een zelfstandige rol voor de ripiënisten, een koraal; in de MP zal hij het ripiënistenkoor promoveren tot een volwaardig tweede koor. Het instrumentale koor omvat de gebruikelijke vierstemmige strijkersgroep en een continuogroep waarin behalve cello, orgel en violone naar believen een fagot, een clavecimbel en/of een luit/theorbe zouden kunnen meewerken. Er zijn uitgebreide obligaat (= voorgeschreven) partijen voor de twee hoboïsten die ook de één terts lager gestemde hobo d’amore en de één kwint lager gestemde hobo da caccia (jachthobo, althobo) moeten bespelen. Veel minder aan bod komen de twee traverso’s; het is zelfs de vraag of zij aan de eerste uitvoering hebben deelgenomen, toen Bach in Leipzig nog vrijwel niet voor dit instrument had gecomponeerd. Een viola da gamba speelt slechts in de alt-aria 30, Es ist vollbracht. Op één plaats (nr. 19) schrijft Bach een opmerkelijke obligaatpartij voor de luit; in dit en het volgend nummer spelen ook twee viole d’amore, een destijds al in onbruik gerakend instrument dat beschikt over een set ‘vrije’, niet bespeelde maar ruisend meeklinkende, messing snaren. In 1749 verving Bach deze twee verouderde instrumenten door orgel, resp. violen con sordino (= demper), naar we mogen veronderstellen noodgedwongen, niet als ultieme verbetering. Hier kunnen wij de oorspronkelijke versie herstellen. In onderstaande toelichting is slechts bij de aria’s aangegeven welke instrumenten een solorol (obligaatpartij) spelen. De koren en koralen worden instrumentaal begeleid door allen, tutti; de evangelist daarentegen slechts door het continuo, dat sowieso - het woord zegt het al - altijd speelt, al kan de samenstelling wisselen.

1. Koor

tutti

Herr, unser Herrscher, dessen RuhmHeer, onze heerser, wiens roem
in allen Landen herrlich ist!in alle landen heerlijk is!
Zeig uns durch deine Passion,Toon ons door uw lijden
daß du, der wahre Gottessohn,dat u, de ware Zoon van God,
zu aller Zeit,altijd,
auch in der größten Niedrigkeit,zelfs in de grootste vernedering,
verherrlicht worden bist!verheerlijkt bent.

                     

2. Johannes 18:1-8

tenor 1, bas 1, continuo

Evangelist Evangelist
Jesus ging mit seinen Jüngern über den Bach Kidron, da war ein Garte, darein ging Jesus und seine Jünger. Judas aber, der ihn verriet, wußte den Ort auch, denn Jesus versammlete sich oft daselbst mit seinen Jüngern. Jezus stak met zijn discipelen de beek Kidron over. Daar was een hof, waar Jezus binnenging met zijn discipelen. En Judas, zijn verrader, kende die plaats ook, want Jezus kwam daar vaak samen met zijn discipelen.
Da nun Judas zu sich hatte genommen die Schar und der Hohenpriester und Pharisäer Diener, kommt er dahin mit Fakkeln, Lampen und mit Waffen. Als nun Jesus wußte alles, was ihm begegnen sollte, ging er hinaus und sprach zu ihnen: Nu had Judas een troep soldaten meegenomen en dienaren van de hogepriesters en de farizeeërs, en daar kwam hij, met fakkels, lampen en met wapens. En Jezus, die alles wist wat er met hem zou gebeuren, liep naar hen toe en zei tegen hen:
Jesus Jezus
Wen suchet ihr? Wie zoeken jullie?
Evangelist Evangelist
Sie antworteten ihm: Zij antwoordden:
Chorus Koor
Jesum von Nazareth! Jezus van Nazareth.
Evangelist Evangelist
Jesus spricht zu ihnen: Jezus zegt tegen hen:
Jesus Jezus
Ich bins. Dat ben ik.
Evangelist Evangelist
Judas aber, der ihn verriet, stund auch bei ihnen. Als nun Jesus zu ihnen sprach: Ich bins, wichen sie zurükke und fielen zu Boden. Da fragete er sie abermal: En Judas, zijn verrader, stond ook bij hen. Toen nu Jezus tegen hen zei: 'Dat ben ik,' deinsden zij terug en vielen op de grond. Toen vroeg hij weer:
Jesus Jezus
Wen suchet ihr? Wie zoeken jullie?
Evangelist Evangelist
Sie aber sprachen: En zij zeiden:
Chorus Koor
Jesum von Nazareth! Jezus van Nazareth.
Evangelist Evangelist
Jesus antwortete: Jezus antwoordde:
Jesus Jezus
Ich habs euch gesagt, daß ichs sei; suchet ihr denn mich, so lasset diese gehen!Ik heb jullie gezegd dat ik dat was, als jullie mij zoeken, laat hen dan gaan.

                     

3. Koraal

tutti

O große Lieb, o Lieb ohn alle Maße, O grote liefde, o onmetelijke liefde,
die dich gebracht auf diese Marterstraße! die u op deze martelweg heeft gebracht!
Ich lebte mit der Welt in Lust und Freuden, Ik leefde met de wereld in lust en vreugde
und du mußt leiden.en u moet lijden.

                     

4. Johannes 18:9-11

tenor 1, bas 1, continuo

Evangelist Evangelist
Auf daß das Wort erfüllet würde, welches er sagte: Ich habe der keine verloren, die du mir gegeben hast. Opdat het woord vervuld zou worden dat hij had gesproken: 'Ik heb niemand verloren van hen die u mij hebt gegeven.'
Da hatte Simon Petrus ein Schwert und zog es aus und schlug nach des Hohenpriesters Knecht und hieb ihm sein recht Ohr ab; und der Knecht hieß Malchus. Da sprach Jesus zu Petro: Nu had Simon Petrus een zwaard, hij trok dat en sloeg naar de knecht van de hogepriester en hakte diens rechteroor af; en die knecht heette Malchus. Toen zei Jezus tegen Petrus:
Jesus Jezus
Stekke dein Schwert in die Scheide! Soll ich den Kelch nicht trinken, den mir mein Vater gegeben hat?Steek je zwaard in zijn schede! Moet ik de beker niet drinken die mijn vader mij heeft gegeven?

                     

5. Koraal

tutti

Dein Will gescheh, Herr Gott, zugleich Uw wil geschiede, God, zowel
auf Erden wie im Himmelreich. op aarde als in het hemelrijk.
Gib uns Geduld in Leidenszeit, Geef ons geduld in lijdenstijd,
Gehorsam sein in Lieb und Leid; gehoorzaamheid in lief en leed;
wehr und steur allem Fleisch und Blut, bestrijd en stuit alle vlees en bloed
das wider deinen Willen tut!dat tegen uw wil ingaat.

                     

6. Johannes 18:12-14

tenor 1, bas 1, continuo

Evangelist Evangelist
Die Schar aber und der Oberhauptmann und die Diener der Jüden nahmen Jesum und bunden ihn und führeten ihn aufs erste zu Hannas, der war Kaiphas Schwäher, welcher des Jahres Hoherpriester war. Es war aber Kaiphas, der den Jüden riet, es wäre gut, daß ein Mensch würde umbracht für das Volk.En de troep soldaten en hun aanvoerder en de dienaren van de Joden grepen Jezus en boeiden hem en brachten hem eerst naar Annas, de schoonvader van Kajafas, die dat jaar hogepriester was. En het was Kajafas die de Joden had voorgehouden dat het goed zou zijn als één mens om het leven werd gebracht voor het hele volk.

                     

7. Aria (A)

alt, hobo 1/2, continuo

Von den StrikkenOm mij van de strikken
meiner Sünden mich zu entbinden,van mijn zonden te bevrijden
wird mein Heil gebunden.wordt mijn heil geboeid.
Mich von allen LasterbeulenOm mij van alle zondebuilen
völlig zu heilen,volkomen te genezen
läßt er sich verwunden.laat hij zich verwonden.

                     

8. Johannes 18:15

tenor 1, continuo

Evangelist Evangelist
Simon Petrus aber folgete Jesu nach En Simon Petrus volgde Jezus,
und ein ander Jünger.en ook een andere discipel.

                     

9. Aria (S)

sopraan, traverso 1/2, continuo

Ich folge dir gleichfallsIk volg u eveneens
mit freudigen Schrittenmet verheugde stappen
und lasse dich nicht,en ik laat u niet los,
mein Leben, mein Licht.mijn leven, mijn licht.
Befördre den LaufOndersteun mijn schreden
und höre nicht auf,en houd niet op
selbst an mir zu ziehen,zelf aan mij te trekken,
zu schieben, zu bitten!te duwen, te vragen.

                     

10. Johannes 18:15-23

sopraan, tenor 1, tenor 2, bas 1, bas 2, continuo

Evangelist Evangelist
Derselbige Jünger war dem Hohenpriester bekannt und ging mit Jesu hinein in des Hohenpriesters Palast. Petrus aber stund draußen für der Tür. Da ging der andere Jünger, der dem Hohenpriester bekannt war, hinaus und redete mit der Türhüterin und führete Petrum hinein. Da sprach die Magd, die Türhüterin, zu Petro: Deze discipel was een bekende van de hogepriester en hij ging met Jezus het paleis van de hogepriester binnen. En Petrus bleef buiten bij de poort staan. Toen kwam de andere discipel, de bekende van de hogepriester, naar buiten en hij praatte met de portierster en nam Petrus mee naar de binnenplaats. Toen zei het dienstmeisje, de portierster, tegen Petrus:
Ancilla Dienstmeisje
Bist du nicht dieses Menschen Jünger einer? Ben jij niet een van de discipelen van die man?
Evangelist Evangelist
Er sprach: Hij zei:
Petrus Petrus
Ich bins nicht! Dat ben ik niet.
Evangelist Evangelist
Es stunden aber die Knechte und Diener und hatten ein Kohlfeu'r gemacht (denn es war kalt) und wärmeten sich. Petrus aber stund bei ihnen und wärmete sich. De knechten en dienaren die daar stonden hadden een kolenvuur gemaakt, want het was koud, en zij warmden zich. En Petrus stond bij hen en ook hij warmde zich.
Aber der Hohepriester fragte Jesum um seine Jünger und um seine Lehre. Jesus antwortete ihm: En de hogepriester ondervroeg Jezus over zijn discipelen en over zijn leer. Jezus antwoordde:
Jesus Jezus
Ich habe frei, öffentlich geredet für der Welt. Ich habe allezeit gelehret in der Schule und in dem Tempel, da alle Juden zusammenkommen, und habe nichts im Verborgnen geredt. Was fragest du mich darum? Frage die darum, die gehöret haben, was ich zu ihnen geredet habe! Siehe, dieselbigen wissen, was ich gesaget habe! Ik heb vrijuit en in het openbaar voor de wereld gesproken. Ik heb voortdurend onderwezen in de synagoge en in de tempel, waar alle Joden samenkomen, en ik heb niets in het geheim gezegd. Waarom vraagt u mij dit? Vraag het aan hen die gehoord hebben wat ik tot hen heb gesproken. Zij weten wat ik gezegd heb.
Evangelist Evangelist
Als er aber solches redete, gab der Diener einer, die dabeistunden, Jesu einen Bakkenstreich und sprach: En toen hij dat zei, gaf een van de dienaren die erbij stonden Jezus een klap in zijn gezicht en zei:
Servus Dienaar
Solltest du dem Hohenpriester also antworten? Zo praat je niet tegen de hogepriester!
Evangelist Evangelist
Jesus aber antwortete: En Jezus antwoordde:
Jesus Jezus
Hab ich übel geredt, so beweise es, daß es böse sei, hab ich aber recht geredt, was schlägest du mich?Als ik iets verkeerds heb gezegd, bewijs dan dat het slecht was. Maar als het goed was wat ik zei, waarom sla je me dan?

                     

11. Koraal

tutti

Wer hat dich so geschlagen, Wie heeft u zo geslagen,
mein Heil, und dich mit Plagen mijn heil, en u met klappen
so übel zugericht'? zo toegetakeld?
Du bist ja nicht ein Sünder, U bent toch geen zondaar
wie wir und unsre Kinder, zoals wij en onze kinderen,
von Missetaten weißt du nicht. van misdaden weet u niets.


Ich, ich und meine Sünden, Ik, ik en mijn zonden,
die sich wie Körnlein finden waarvan er zoveel zijn
des Sandes an dem Meer, als korrels zand bij de zee,
die haben dir erreget die zijn de oorzaak
das Elend, das dich schläget, van de ellende die u treft
und das betrübte Marterheer.en het bedroefde leger martelaren.

                     

12. Johannes 18:24-27 [+ Matthäus 26:75]

tenor 1, tenor 2, bas 1, continuo

Evangelist Evangelist
Und Hannas sandte ihn gebunden En Annas stuurde hem geboeid
zu dem Hohenpriester Kaiphas. naar hogepriester Kajafas.
Simon Petrus stund und wärmete sich, Petrus stond zich te warmen,
da sprachen sie zu ihm: en ze zeiden tegen hem:
Chorus Koor
Bist du nicht seiner Jünger einer? Ben jij niet één van zijn discipelen?
Evangelist Evangelist
Er leugnete aber und sprach: Hij ontkende het en zei:
Petrus Petrus
Ich bins nicht. Dat ben ik niet.
Evangelist Evangelist
Spricht des Hohenpriesters Knecht' einer, Toen zei een van de knechten van de hogepriester,
ein Gefreundter des, een familielid van degene
dem Petrus das Ohr abgehauen hatte: van wie Petrus het oor had afgehakt:
Servus Dienaar
Sahe ich dich nicht im Garten bei ihm? Heb ik jou niet bij hem in de hof gezien?
Evangelist Evangelist
Da verleugnete Petrus abermal, Toen ontkende Petrus het opnieuw,
und alsobald krähete der Hahn. en meteen kraaide de haan.
Da gedachte Petrus an die Worte Jesu Toen herinnerde Petrus zich de woorden van Jezus
und ging hinaus und weinete bitterlich.en hij ging de poort uit en huilde bitter.

                     

13. Aria (T)

tenor 1, strijkers, continuo

Ach, mein Sinn, wo willt du endlich hin, Ach, waar moet ik het toch zoeken,
wo soll ich mich erquikken? waar vind ik troost?
Bleib ich hier, oder wünsch ich mir Blijf ik hier of wens ik
Berg und Hügel auf den Rükken? berg en heuvels op mijn rug?
Bei der Welt ist gar kein Rat, De wereld kan mij echt niet helpen,
und im Herzen stehn die Schmerzen en in mijn hart zit de pijn
meiner Missetat, van mijn misdaad
weil der Knecht den Herrn omdat de knecht zijn Heer
verleugnet hat.heeft verloochend.

                     

14.Koraal

tutti

Petrus, der nicht denkt zurück, Petrus, die het zich niet herinnert
seinen Gott verneinet, en zijn God verloochent,
der doch auf ein' ernsten Blick maar die op een ernstige blik
bitterlichen weinet. bitter begint te huilen.
Jesu, blikke mich auch an, Jezus, kijk ook mij aan
wenn ich nicht will büßen; als ik niet wil boeten,
wenn ich Böses hab getan, als ik kwaad heb gedaan,
rühre mein Gewissen!raak dan mijn geweten aan.

TWEEDE DEEL

15. Koraal

tutti

Christus, der uns selig macht, Christus, die ons zalig maakt,
kein Bös' hat begangen, niets kwaads heeft gedaan,
der ward für uns in der Nacht die is voor ons in de nacht
als ein Dieb gefangen, als een dief gevangen,
geführt für gottlose Leut voorgeleid aan goddeloze mensen
und fälschlich verklaget, en vals beschuldigd,
verlacht, verhöhnt und verspeit, uitgelachen, bespot en bespuwd,
wie denn die Schrift saget.zoals de Schrift zegt.

                     

16. Johannes 18:28-36

tenor 1, bas 1, bas 2, SATB, strijkers, continuo

Evangelist Evangelist
Da führeten sie Jesum von Kaipha vor das Richthaus,und es war frühe. Toen brachten ze Jezus van Kajafas naar het gerechtsgebouw, en het was vroeg.
Und sie gingen nicht in das Richthaus, En ze gingen het gerechtsgebouw niet binnen
auf daß sie nicht unrein würden, om niet onrein te worden
sondern Ostern essen möchten. maar het paasmaal te kunnen eten.
Da ging Pilatus zu ihnen heraus und sprach: En Pilatus kwam naar buiten en zei:
Pilatus Pilatus
Was bringet ihr für Klage wider diesen Menschen? Waarvan beschuldigen jullie deze mens?
Evangelist Evangelist
Sie antworteten und sprachen zu ihm: Zij antwoordden hem:
Chorus Koor
Wäre dieser nicht ein Übeltäter, wir hätten dir ihn nicht überantwortet! Als hij geen misdadiger was, hadden we hem niet aan u overgeleverd.
Evangelist Evangelist
Da sprach Pilatus zu ihnen: Toen zei Pilatus tegen hen:
Pilatus Pilatus
So nehmet ihr ihn hin Neem hem dan maar mee
und richtet ihn nach eurem Gesetze! en berecht hem volgens jullie eigen wet!
Evangelist Evangelist
Da sprachen die Jüden zu ihm: Toen zeiden de Joden tegen hem:
Chorus Koor
Wir dürfen niemand töten. Wij mogen niemand doden.
Evangelist Evangelist
Auf daß erfüllet würde das Wort Jesu, welches er sagte, da er deutete, welches Todes er sterben würde. Opdat vervuld zou worden het woord van Jezus toen hij voorspelde welke dood hij zou sterven.
Da ging Pilatus wieder hinein in das Richthaus und rief Jesu und sprach zu ihm: Toen ging Pilatus het gerechtsgebouw weer in en riep Jezus en zei tegen hem:
Pilatus Pilatus
Bist du der Jüden König? Bent u de koning der Joden?
Evangelist Evangelist
Jesus antwortete: Jezus antwoordde:
Jesus Jezus
Redest du das von dir selbst, oder habens dir andere von mir gesagt? Zegt u dat uit uzelf of hebben anderen dat over mij gezegd?
Evangelist Evangelist
Pilatus antwortete: Pilatus antwoordde:
Pilatus Pilatus
Bin ich ein Jüde? Dein Volk und die Hohenpriester haben dich mir überantwortet; was hast du getan? Ben ik soms een Jood? Uw volk en de hogepriesters hebben u aan mij overgeleverd; wat hebt u gedaan?
Evangelist Evangelist
Jesus antwortete: Jezus antwoordde:
Jesus Jezus
Mein Reich ist nicht von dieser Welt; wäre mein Reich von dieser Welt, meine Diener würden darob kämpfen, daß ich den Jüden nicht überantwortet würde; aber nun ist mein Reich nicht von dannen.Mijn rijk is niet van deze wereld. Als mijn rijk van deze wereld was, zouden mijn dienaren ervoor vechten dat ik niet aan de Joden werd overgeleverd; maar nu is mijn rijk niet van hier.

                     

17. Koraal

tutti

Ach großer König, groß zu allen Zeiten, Ach, grote koning, groot in alle tijden,
wie kann ich gnugsam diese Treu ausbreiten? hoe kan ik die trouw genoeg verbreiden?
Keins Menschen Herze mag indes ausdenken, Niemands hart kan bedenken
was dir zu schenken. wat het u moet schenken.


Ich kann's mit meinen Sinnen nicht erreichen, Ik kan met mijn verstand niet bedenken
womit doch dein Erbarmen zu vergleichen. waarmee ik uw ontferming moet vergelijken.
Wie kann ich dir denn deine Liebestaten Hoe kan ik uw liefdesdaden
im Werk erstatten?met daden terugbetalen?

                     

18. Johannes 18:37 - 19:1

tenor 1, bas 1, bas 2, SATB, strijkers, traverso 1/2, hobo 1, continuo

Evangelist Evangelist
Da sprach Pilatus zu ihm: Toen zei Pilatus tegen hem:
Pilatus Pilatus
So bist du dennoch ein König? Bent u dan toch een koning?
Evangelist Evangelist
Jesus antwortete: Jezus antwoordde:
Jesus Jezus
Du sagsts, ich bin ein König. Ich bin dazu geboren und in die Welt kommen, daß ich die Wahrheit zeugen soll. Wer aus der Wahrheit ist, der höret meine Stimme. U zegt het, ik ben een koning. Ik ben geboren en in de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen. Wie uit de waarheid is, die hoort mijn stem.
Evangelist Evangelist
Spricht Pilatus zu ihm: Pilatus zegt tegen hem:
Pilatus Pilatus
Was ist Wahrheit? Wat is waarheid?
Evangelist Evangelist
Und da er das gesaget, ging er wieder hinaus zu den Jüden und spricht zu ihnen: En toen hij dat gezegd had, ging hij weer naar buiten naar de Joden en hij zegt tegen hen:
Pilatus Pilatus
Ich finde keine Schuld an ihm. Ihr habt aber eine Gewohnheit, daß ich euch einen losgebe; wollt ihr nun, daß ich euch der Jüden König losgebe? Ik kan geen schuld in hem vinden. Maar jullie hebben een gewoonte dat ik [met Pasen] iemand vrijlaat; willen jullie nu dat ik de koning der Joden vrijlaat?
Evangelist Evangelist
Da schrieen sie wieder allesamt Toen begonnen ze weer allemaal te schreeuwen
und sprachen: en ze riepen:
Chorus Koor
Nicht diesen, sondern Barrabam! Niet hem, hem niet, maar Barabbas!
Evangelist Evangelist
Barrabas aber war ein Mörder. En Barabbas was een moordenaar.
Da nahm Pilatus Jesum und geißelte ihn.Toen nam Pilatus Jezus en geselde hem.

                     

19. Arioso (B)

bas 1, viola d'amore 1/2, luit, continuo

Betrachte, meine Seel,Aanschouw, mijn ziel,
mit ängstlichem Vergnügen,met angstig genoegen,
mit bittrer Lustmet bittere lust
und halb beklemmten Herzen,en een half beklemd hart
dein höchstes Guthoe jouw hoogste goed
in Jesu Schmerzen,in Jezus' smarten ligt, hoe
wie dir auf Dornen, so ihn stechen,voor jou op de doornen die hem steken
die Himmelsschlüsselblumen blühn!de hemelsleutelbloemen bloeien!
Du kannst viel süße FruchtJe kunt veel zoete vruchten
von seiner Wermut brechen,van zijn bitterheid plukken,
drum sieh ohn Unterlaß auf ihn!dus zie hem onafgebroken aan!

                     

20. Aria (T)

tenor 1, viola d'amore 1/2, continuo

Erwäge, wie sein blutgefärbter RükkenOverdenk hoe zijn met bloed gekleurde rug
in allen Stükken dem Himmel gleiche geht,in alle opzichten op de hemel lijkt,
daran, nachdem die Wasserwogenwaaraan, nadat de golven
von unsrer Sündflut sich verzogen,van onze zondvloed zijn verdwenen,
der allerschönste Regenbogende allermooiste regenboog staat
als Gottes Gnadenzeichen steht!als teken van Gods genade!

                     

21. Johannes 19:2-12

tenor 1, bas 1, SATB, viool 1 + traverso 1/2 + hobo 1 colla parte sopraan, viool 2 + hobo 2 colla parte alt, altviool colla parte tenor, continuo

Evangelist Evangelist
Und die Kriegsknechte flochten eine Krone von Dornen und satzten sie auf sein Haupt und legten ihm ein Purpurkleid an und sprachen: En de soldaten vlochten een kroon van doornen en zetten die op zijn hoofd, en ze trokken hem een purperen mantel aan en zeiden:
Chorus Koor
Sei gegrüßet, lieber Jüdenkönig! Wees gegroet, lieve Jodenkoning!
Evangelist Evangelist
Und gaben ihm Bakkenstreiche. En ze sloegen hem in het gezicht.
Da ging Pilatus wieder heraus und sprach zu ihnen: Toen ging Pilatus weer naar buiten en zei tegen hen:
Pilatus Pilatus
Sehet, ich führe ihn heraus zu euch, daß ihr erkennet, daß ich keine Schuld an ihm finde. Kijk, ik breng hem nu naar buiten, zodat jullie zien dat ik geen schuld in hem kan vinden.
Evangelist Evangelist
Also ging Jesus heraus und trug eine Dornenkrone und Purpurkleid. Dus kwam Jezus naar buiten en hij droeg een doornenkroon en een purperen mantel.
Und er sprach zu ihnen: En Pilatus zei tegen hen:
Pilatus Pilatus
Sehet, welch ein Mensch! Kijk toch, wat een mens!
Evangelist Evangelist
Da ihn die Hohenpriester und die Diener sahen, schrieen sie und sprachen: Toen de hogepriesters en de dienaren hem zagen, schreeuwden ze:
Chorus Koor
Kreuzige, kreuzige! Kruisigen, kruisigen!
Evangelist Evangelist
Pilatus sprach zu ihnen: Pilatus zei tegen hen:
Pilatus Pilatus
Nehmet ihr ihn hin und kreuziget ihn; Neem hem dan maar mee en kruisig hem;
denn ich finde keine Schuld an ihm! want ik kan geen schuld in hem vinden.
Evangelist Evangelist
Die Jüden antworteten ihm: De Joden antwoordden:
Chorus Koor
Wir haben ein Gesetz, und nach dem Gesetz soll er sterben; denn er hat sich selbst zu Gottes Sohn gemacht. Wij hebben een wet, en volgens die wet moet hij sterven. Want hij heeft zichzelf tot Gods zoon uitgeroepen.
Evangelist Evangelist
Da Pilatus das Wort hörete, fürchtet' er sich noch mehr und ging wieder hinein in das Richthaus, und spricht zu Jesu: Toen Pilatus dat hoorde, werd hij nog angstiger, en hij ging het gerechtsgebouw weer binnen en zei tegen Jezus:
Pilatus Pilatus
Von wannen bist du? Waar komt u vandaan?
Evangelist Evangelist
Aber Jesus gab ihm keine Antwort. Maar Jezus gaf geen antwoord.
Da sprach Pilatus zu ihm: Toen zei Pilatus:
Pilatus Pilatus
Redest du nicht mit mir? Weißest du nicht, daß ich Macht habe, dich zu kreuzigen, und Macht habe, dich loszugeben? Praat u niet met mij? Weet u niet dat ik de macht heb u te laten kruisigen en de macht heb om u vrij te laten?
Evangelist Evangelist
Jesus antwortete: Jezus antwoordde:
Jesus Jezus
Du hättest keine Macht über mich, wenn sie dir nicht wäre von oben herab gegeben; darum, der mich dir überantwortet hat, der hat's größ're Sünde. U zou geen macht over mij hebben als die niet van bovenaf aan u was gegeven; daarom begaat degene die mij aan u heeft overgeleverd een grotere zonde.
Evangelist Evangelist
Von dem an trachtete Pilatus, wie er ihn losließe.Vanaf dat moment probeerde Pilatus hem vrij te laten.

                     

22. Koraal

tutti

Durch dein Gefängnis, Gottes Sohn, Door uw gevangenschap, zoon van God,
muß uns die Freiheit kommen; moeten wij de vrijheid krijgen;
dein Kerker ist der Gnadenthron, uw kerker is de genadetroon,
die Freistatt aller Frommen; de vrijplaats voor alle vromen;
denn gingst du nicht die Knechtschaft ein, want als u de slavernij niet had aanvaard,
müßt unsre Knechtschaft ewig sein.zou onze slavernij eeuwig moeten zijn.

                     

23. Johannes 19:12-17

tenor 1, bas 1, SATB, strijkers, traverso 1/2, hobo 1/2, continuo

Evangelist Evangelist
Die Jüden aber schrieen und sprachen: Maar de Joden schreeuwden:
Chorus Koor
Lässest du diesen los, so bist du des Kaisers Freund nicht; denn wer sich zum Könige machet, der ist wider den Kaiser. Als u deze man vrijlaat, bent u geen vriend van de keizer; want wie zichzelf tot koning uitroept, die is tegen de keizer.
Evangelist Evangelist
Da Pilatus das Wort hörete, führete er Jesum heraus, und satzte sich auf den Richtstuhl, an der Stätte, die da heißet: Hochpflaster, auf Ebräisch aber: Gabbatha. Es war aber der Rüsttag in Ostern um die sechste Stunde, und er spricht zu den Jüden: Toen Pilatus die woorden hoorde, bracht hij Jezus naar buiten en ging zitten op de rechterstoel, op de plaats die Hoogterras heet, in het Hebreeuws Gabbatha. En het was de voorbereidingsdag voor Pasen, rond het zesde uur, en hij zegt tegen de Joden:
Pilatus Pilatus
Sehet, das ist euer König! Kijk, dit is jullie koning.
Evangelist Evangelist
Sie schrieen aber: Maar zij schreeuwden:
Chorus Koor
Weg, weg mit dem, kreuzige ihn! Weg, weg met hem, kruisig hem!
Evangelist Evangelist
Spricht Pilatus zu ihnen: Pilatus zegt tegen hen:
Pilatus Pilatus
Soll ich euren König kreuzigen? Moet ik jullie koning kruisigen?
Evangelist Evangelist
Die Hohenpriester antworteten: De hogepriesters antwoordden:
Chorus Koor
Wir haben keinen König denn den Kaiser. Wij hebben geen koning, alleen de keizer.
Evangelist Evangelist
Da überantwortete er ihn, daß er gekreuziget würde. Sie nahmen aber Jesum und führeten ihn hin. Und er trug sein Kreuz und ging hinaus zur Stätte, die da heißet Schädelstätt, welche heißet auf Ebräisch: Golgatha.Toen leverde hij hem over om hem te laten kruisigen. En ze grepen Jezus en namen hem mee. En hij droeg zijn kruis en liep naar de plaats die Schedelplaats heet, in het Hebreeuws Golgotha.

                     

24. Aria (B) & Koor

bas 1, SATB, strijkers, continuo

Eilt, ihr angefochtnen Seelen, Haast je, beproefde zielen,
geht aus euren Marterhöhlen, verlaat je martelkelders,
eilt haast je
(Chor:) wohin? (koor:) waarheen?
nach Golgatha! naar Golgotha.
Nehmet an des Glaubens Flügel, Gord aan de vleugels van het geloof,
flieht vlucht
(Chor:) wohin? (koor:) waarheen?
zum Kreuzeshügel, naar de kruisheuvel,
eure Wohlfahrt blüht allda!daar kunnen jullie gedijen.

                     

25. Johannes 19:18-22

tenor 1, bas 1, SATB, strijkers, traverso 1/2, hobo 1/2, continuo

Evangelist Evangelist
Allda kreuzigten sie ihn, und mit ihm zween andere zu beiden Seiten, Jesum aber mitten inne. Daar kruisigden ze hem, en met hem twee anderen aan weerszijden, en Jezus in het midden.
Pilatus aber schrieb eine Überschrift und satzte sie auf das Kreuz, und war geschrieben: ‘Jesus von Nazareth, der Jüden König’. Diese Überschrift lasen viel Jüden, denn die Stätte war nahe bei der Stadt, da Jesus gekreuziget ist. Und es war geschrieben auf ebräische, griechische und lateinische Sprache. Da sprachen die Hohenpriester der Jüden zu Pilato: En Pilatus had een opschrift laten maken dat hij op het kruis liet bevestigen, en er stond: 'Jezus van Nazareth. Koning der Joden'. Dat opschrift lazen veel Joden, want de plaats waar Jezus gekruisigd was, was dichtbij de stad. En het stond er in het Hebreeuws, het Grieks en het Latijn. Toen zeiden de hogepriesters van de Joden tegen Pilatus:
Chorus Koor
Schreibe nicht: der Jüden König, sondern daß er gesaget habe: Ich bin der Jüden König. Schrijf niet 'Koning der Joden', maar dat hij gezégd heeft: 'Ik ben de koning der Joden'.
Evangelist Evangelist
Pilatus antwortet: Pilatus antwoordde:
Pilatus Pilatus
Was ich geschrieben habe, das habe ich geschrieben.Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven.

                     

26. Koraal

tutti

In meines Herzens Grunde, Op de bodem van mijn hart
dein Nam und Kreuz allein zijn het uw naam en uw kruis alleen
funkelt all Zeit und Stunde, die altijd en elk uur fonkelen,
drauf kann ich fröhlich sein. daar kan ik blij om zijn.
Erschein mir in dem Bilde Laat het beeld in mij verschijnen
zu Trost in meiner Not, tot troost in mijn ellende
wie du, Herr Christ, so milde van hoe u, Christus,
dich hast geblut' zu Tod!zo mild bent doodgebloed.

                     

27. Johannes 19:23-27

tenor 1, bas 1, SATB, viool 1 + traverso 1/2 + hobo 1 colla parte sopraan, viool 2 + hobo 2 colla parte alt, altviool colla parte tenor, continuo

Evangelist Evangelist
Die Kriegsknechte aber, da sie Jesum gekreuziget hatten, nahmen seine Kleider und machten vier Teile, einem jeglichen Kriegesknechte sein Teil, dazu auch den Rock. Der Rock aber war ungenähet, von oben an gewürket durch und durch. Da sprachen sie untereinander: En toen de soldaten Jezus hadden gekruisigd, namen ze zijn kleren en verdeelden ze in vieren, voor elke soldaat een deel, en ook het onderkleed. Maar het onderkleed was zonder naad, van bovenaf aan één stuk geweven. Toen zeiden ze tegen elkaar:
Chorus Koor
Lasset uns den nicht zerteilen, sondern darum losen, wes er sein soll. Laten we dat niet scheuren, maar erom loten wie het krijgt.
Evangelist Evangelist
Auf daß erfüllet würde die Schrift, die da saget ‘Sie haben meine Kleider unter sich geteilet und haben über meinen Rock das Los geworfen.’ Solches taten die Kriegsknechte. Opdat de Schrift vervuld zou worden, die zegt: 'Zij hebben mijn kleren onder elkaar verdeeld en over mijn kleed hebben ze het lot geworpen.' Dat deden de soldaten.
Es stund aber bei dem Kreuze Jesu seine Mutter und seiner Mutter Schwester, Maria, Kleophas Weib, und Maria Magdalena. Da nun Jesus seine Mutter sahe und den Jünger dabei stehen, den er lieb hatte, spricht er zu seiner Mutter: En bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder en de zus van zijn moeder, Maria de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. Toen nu Jezus zijn moeder zag en naast haar de discipel die hij liefhad, zei hij tegen zijn moeder:
Jesus Jezus
Weib, siehe, das ist dein Sohn! Vrouw, kijk, dat is je zoon.
Evangelist Evangelist
Darnach spricht er zu dem Jünger: Daarna zei hij tegen de discipel:
Jesus Jezus
Siehe, das ist deine Mutter!Kijk, dat is je moeder.

                     

28. Koraal

tutti

Er nahm alles wohl in acht Hij zorgde goed voor alles
in der letzten Stunde, in zijn laatste uur.
seine Mutter noch bedacht, Hij dacht nog aan zijn moeder,
setzt ihr ein' Vormunde. gaf haar een voogd.
O Mensch, mache Richtigkeit, O mens, stel orde op zaken,
Gott und Menschen liebe, heb God en de mensen lief,
stirb darauf ohn alles Leid, sterf daarna zonder enig leed,
und dich nicht betrübe!en wees niet bedroefd!

                     

29. Johannes 19:27-30

tenor 1, bas 1, continuo

Evangelist Evangelist
Und von Stund an nahm sie der Jünger zu sich. En vanaf dat moment nam de discipel haar bij zich.
Darnach, als Jesus wußte, daß schon alles vollbracht war, daß die Schrift erfüllet würde, spricht er: Daarna, toen Jezus wist dat alles al volbracht was, zegt hij, opdat de Schrift vervuld zou worden:
Jesus Jezus
Mich dürstet! Ik heb dorst.
Evangelist Evangelist
Da stund ein Gefäße voll Essigs. Sie fülleten aber einen Schwamm mit Essig und legten ihn um einen Isopen, und hielten es ihm dar zum Munde. Da nun Jesus den Essig genommen hatte, sprach er: Er stond daar een vat met zure wijn. En ze drenkten een spons in de zure wijn en staken die op een hysoptak en hielden die voor zijn mond. En toen Jezus de zure wijn had genomen, zei hij:
Jesus Jezus
Es ist vollbracht!Het is volbracht.

                              

30. Aria (A)

alt, viola da gamba, continuo

Es ist vollbracht!Het is volbracht!
O Trost vor die gekränkten Seelen!O troost voor de gekwetste zielen.
Die TrauernachtDe droeve nacht
läßt nun die letzte Stunde zählen.telt nu haar laatste uur.
Der Held aus Juda siegt mit MachtDe held uit Juda wint met macht
und schließt den Kampf.en beslecht de strijd.
Es ist vollbracht!Het is volbracht!

                                                             

31. Johannes 19:30

tenor 1, continuo

Evangelist Evangelist
Und neiget das Haupt und verschied.En hij boog het hoofd en stierf.

                              

32. Aria (B) & Koraal

bas 1, SATB, continuo

Mein teurer Heiland, laß dich fragen,Mijn dierbare Heiland, mag ik vragen,
Jesu, der du warest tot,Jezus, u die dood was,
da du nunmehr ans Kreuz geschlagennu u aan het kruis bent genageld
und selbst gesagt: Es ist vollbracht,en zelf hebt gezegd: Het is volbracht,
lebest nun ohn Ende,leeft nu eeuwig,
bin ich vom Sterben frei gemacht?ben ik nu van het sterven bevrijd?
in der letzten Todesnotin mijn laatste doodsnood
nirgend mich hinwendericht ik mij nergens anders op
Kann ich durch deine Pein und SterbenKan ik door uw pijn en uw sterven
das Himmelreich ererben?het hemelrijk erven?
Ist aller Welt Erlösung da?Is er nu verlossing voor iedereen?
als zu dir, der mich versühnt,dan op u, die mij verzoent,
o du lieber Herre!o dierbare Heer!
Du kannst vor Schmerzen zwar nichts sagen;U kunt van pijn weliswaar niets zeggen,
Gib mir nur, was du verdient,Geef mij slechts wat u hebt verdiend,
doch neigest du das Hauptmaar u buigt het hoofd
und sprichst stillschweigend: ja.en zegt stilzwijgend: Ja.
mehr ich nicht begehre!meer verlang ik niet.

                              

33. Matthäus 27:51-52

tenor 1, continuo

Evangelist Evangelist
Und siehe da, der Vorhang im Tempel zerriß in zwei Stück von oben an bis unten aus. Und die Erde erbebete, und die Felsen zerrissen, und die Gräber täten sich auf, und stunden auf viel Leiber der Heiligen.En kijk, het gordijn in de tempel scheurde in tweeën, van boven naar beneden. En de aarde beefde, en de rotsen spleten, en de graven gingen open, en veel lichamen van de heiligen stonden op.

                              

34. Arioso (T)

tenor 1, strijkers, traverso 1/2, hobo da caccia 1/2, continuo

Mein Herz, indem die ganze WeltMijn hart, nu de hele wereld
bei Jesu Leiden gleichfalls leidet,met Jezus' lijden meelijdt,
die Sonne sich in Trauer kleidet,nu de zon rouwkleding aantrekt,
der Vorhang reißt, der Fels zerfällt,het gordijn scheurt, de rots uiteenvalt,
die Erde bebt, die Gräber spalten,de aarde beeft, de graven splijten
weil sie den Schöpfer sehn erkalten,omdat ze de Schepper zien verstijven,
was willst du deines Ortes tun?wat wil jij op jouw plaats doen?

                              

35. Aria (S)

sopraan, traverso 1, hobo da caccia 1, continuo

Zerfließe, mein Herze,Smelt weg, mijn hart,
in Fluten der Zährenin stromen van tranen,
dem Höchsten zu Ehren!tot eer van de Allerhoogste!
Erzähle der Welt und dem Himmel die Not:Klaag de wereld en de hemel je nood:
Dein Jesus ist tot!Jouw Jezus is dood!

                              

36. Johannes 19:31-37

tenor 1, continuo

Evangelist Evangelist
Die Jüden aber, dieweil es der Rüsttag war, daß nicht die Leichname am Kreuze blieben den Sabbath über (denn desselbigen Sabbaths Tag war sehr groß), baten sie Pilatum, daß ihre Beine brochen und sie abgenommen würden. En de Joden, omdat het de voorbereidingsdag voor Pasen was en ze niet wilden dat de lichamen op de sabbat aan het kruis bleven hangen (want deze sabbat was een grote dag), vroegen Pilatus hun benen te laten breken en hen van het kruis te laten halen.
Da kamen die Kriegsknechte und brachen dem ersten die Beine und dem andern, der mit ihm gekreuziget war. Als sie aber zu Jesu kamen, da sie sahen, daß er schon gestorben war, brachen sie ihm die Beine nicht; sondern der Kriegsknechte einer eröffnete seine Seite mit einem Speer, und alsobald ging Blut und Wasser heraus. Toen kwamen de soldaten en die braken de benen van de eerste en van de andere die met hem gekruisigd was. Maar toen ze bij Jezus kwamen, zagen ze dat hij al gestorven was en braken ze zijn benen niet, maar een van de soldaten stak in zijn zij met een speer, en meteen liep er bloed en water uit.
Und der das gesehen hat, der hat es bezeuget, und sein Zeugnis ist wahr, und derselbige weiß, daß er die Wahrheit saget, auf daß ihr gläubet. Denn solches ist geschehen, auf daß die Schrift erfüllet würde: ‘Ihr sollet ihm kein Bein zerbrechen.’ Und abermal spricht eine andere Schrift: ‘Sie werden sehen, in welchen sie gestochen haben.’En hij die het gezien heeft, heeft ervan getuigd, en zijn getuigenis is waar, en hij weet dat hij de waarheid spreekt, opdat u gelooft. Want dit is gebeurd opdat de Schrifttekst zou worden vervuld: 'Jullie zullen hem geen been breken'. En ook zegt een andere tekst: 'Ze zullen zien in wie ze hebben gestoken.'

                              

37. Koraal

tutti

O hilf, Christe, Gottes Sohn, O help, Christus, Zoon van God,
durch dein bitter Leiden, met uw bittere lijden
daß wir dir stets untertan dat wij u altijd gehoorzamen,
all Untugend meiden, alle ondeugd mijden,
deinen Tod und sein Ursach uw dood en de oorzaak daarvan
fruchtbarlich bedenken, met vrucht overdenken,
dafür, wiewohl arm und schwach, en u daarvoor, hoewel arm en zwak,
dir Dankopfer schenken!dankoffers schenken!

                              

38. Johannes 19:38-42

tenor 1, continuo

Evangelist Evangelist
Darnach bat Pilatum Joseph von Arimathia, der ein Jünger Jesu war (doch heimlich, aus Furcht vor den Jüden), daß er möchte abnehmen den Leichnam Jesu. Und Pilatus erlaubete es. Daarna vroeg Jozef van Arimathea, die een volgeling van Jezus was (maar in het geheim, uit vrees voor de Joden), aan Pilatus of hij het lichaam van Jezus van het kruis mocht halen. En Pilatus stond het toe.
Derowegen kam er und nahm den Leichnam Jesu herab. Es kam aber auch Nikodemus, der vormals bei der Nacht zu Jesu kommen war, und brachte Myrrhen und Aloen unter einander, bei hundert Pfunden. Hij ging er dus heen en haalde het lichaam van Jezus van het kruis. En ook Nicodemus, die ooit 's nachts bij Jezus was gekomen, kwam ook, en hij had een mengsel van mirre en aloë bij zich, wel honderd pond.
Da nahmen sie den Leichnam Jesu und bunden ihn in leinen Tücher mit Spezereien, wie die Jüden pflegen zu begraben. Es war aber an der Stätte, da er gekreuziget ward, ein Garte, und im Garten ein neu Grab, in welches niemand je geleget war. Daselbst hin legten sie Jesum, um des Rüsttags willen der Jüden, dieweil das Grab nahe war.Ze namen het lichaam van Jezus en wikkelden het in linnen doeken met specerijen, zoals de Joden dat doen als ze iemand begraven. Dichtbij de plek waar hij gekruisigd was, was een hof, en in die hof was een nieuw graf, waar nog niemand in had gelegen. Daar legden ze Jezus in, ter wille van de voorbereidingsdag van de Joden, omdat dat graf dichtbij was.

                              

39. Koor

tutti

Ruht wohl, ihr heiligen Gebeine,Rust zacht, heilige beenderen,
die ich nun weiter nicht beweine,die ik nu niet blijf bewenen,
ruht wohl und bringt auch mich zur Ruh!rust zacht en breng ook mij tot rust.
Das Grab, so euch bestimmet istHet graf, dat voor jullie bestemd is
und ferner keine Not umschließt,en nu geen nood meer bevat,
macht mir den Himmel aufopent voor mij de hemel
und schließt die Hölle zu.en sluit de hel.

                              

40. Koraal

tutti

Ach Herr, laß dein lieb Engelein Ach Heer, laat uw lieve engeltjes
am letzten End die Seele mein aan het eind van mijn leven mijn ziel
in Abrahams Schoß tragen, naar Abrahams schoot brengen,
den Leib in seim Schlafkämmerlein laat mijn lichaam in zijn slaapkamertje
gar sanft, ohn einge Qual und Pein, heel zacht en zonder enige smart en pijn
ruhn bis am jüngsten Tage! rusten tot de Jongste Dag!
Alsdenn vom Tod erwekke mich, Wek mij dan op uit de dood,
daß meine Augen sehen dich opdat mijn ogen u zien
in aller Freud, o Gottes Sohn, in alle vreugde, o Zoon van God,
mein Heiland und Genadenthron! mijn Heiland en genadetroon!
Herr Jesu Christ, erhöre mich, erhöre mich, Jezus Christus, verhoor mij, verhoor mij,
ich will dich preisen ewiglich! ik wil u eeuwig prijzen.

(Text: Neue Bachausgabe II/5, Leipzig 1972)