Eduard van Hengel

Johann Sebastian Bach vocale werken

Johann Sebastian Bach

Matthäus-Passion (BWV 244)

Geschreven voor Goede Vrijdag

Voor het eerst uitgevoerd: 11 apr 1727

Libretto: Christian Friedrich Henrici (alias Picander)

Solisten SATTBB koor SATB orkest str vsolo vlagamb vc trav1,2 ob1,2 obd'am1,2 obcacc1,2 cont

Totaal 69 delen, 7 koorwerken, 14 koralen

Vertaling: Ria van Hengel

beluister

downloads uitleg

Bespreking

"Passio Domini nostri Jesu Christe secundum Evangelistam Matthaeum"

 

Geschiedenis

De passie is een heel oude kunstvorm. Reeds in de vierde eeuw worden in de christelijke kerk tijdens de Stille Week voorafgaande aan Pasen de passieverhalen gezongen voorgedragen, op eenvoudige lectietoon, met kleine heffingen en dalingen. Vanaf de negende eeuw komen stelselmatig alle vier de evangelisten, Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes, aan bod op respectievelijk Palmzondag, dinsdag, woensdag en Goede Vrijdag. Vanaf de twaalfde eeuw doet een dramatiserende rolverdeling zijn intree: de diaken zingt de woorden van de evangelist, de celebrant vertolkt de Christuswoorden en de subdiaken neemt de uitspraken voor zijn rekening van de soliloquentes (letterlijk 'alleensprekenden', dramatische personages zoals Petrus, Pilatus e.a.) en turbae (menigten, zoals soldaten, discipelen en priesters). Met de opkomende meerstemmigheid worden de turbae eerst door alle drie de zangers gezamenlijk vertolkt, en later door een afzonderlijk koor, dat bovendien een meerstemmig Exordium (inleiding) en een Conclusio (besluit) uitvoert. Eind vijftiende eeuw ontstaan motet-passies (o.m. van Obrecht), waarin het gehele verhaal voor meerstemmig koor is gezet. Vanaf midden zestiende eeuw vervangt de lutherse kerk eerst het Latijn door de volkstaal (onder handhaving van de gregoriaanse lectietoon) en vervolgens gaan daar de deuren wijd open voor invloeden uit de Italiaanse opera: het recitatief verhoogt de dramatische kracht van de evangelietekst, er komt instrumentale begeleiding bij en het evangelieverhaal wordt onderbroken door aria's op vrije d.w.z. niet aan het evangelie ontleende teksten, en ter verhoging van de participatie van het publiek zingt ook de gemeente nu en dan een eenstemmig koraal. Wanneer deze koralen vervolgens meerstemmig gecomponeerd en aan het koor toegewezen worden, hebben we de oratorische passie waarvan Bachs Johannes- en Matthäus-Passion voorbeelden zijn. Tezelfdertijd echter komt ook het passie-oratorium op: een eveneens meerdelig muziekstuk voor koor, solisten en orkest, maar op uitsluitend vrij gedichte teksten en geselecteerde bijbelcitaten, waarin de gedramatiseerde vertelling van het evangelieverhaal plaats maakt voor de subjectieve gevoelsuitingen ('Empfindsamkeit') waar het opkomend piëtisme om vroeg. Daar doet Bach, in het orthodox-behoudende Leipzig, dus niet aan mee. Zijn passies bieden daardoor een maximale variëteit qua tekst en muziek: een belangrijk motief voor hun populariteit. Tegelijk besluit Bach met zijn monumentaalste compositie, qua bezetting en uitvoeringstijd, voorlopig een eeuwenlange traditie die pas in de twintigste eeuw herleeft met de Lukas-Passie van Penderecki (1966), Johannes-Passies van Arvo Pärt (1981) en Sofia Gubaidoelina (2000) en Mattheüs-Passies van Tan Dun en Boudewijn Tarenskeen.

Bachs Matthäus-Passion ging, naar wij nu weten, niet in 1729, maar in 1727 in première, in de vesperdienst op Goede Vrijdag 11 april, 's middags om 14.00 uur (nadat men al van 7 tot 11 uur de morgendienst had meegemaakt). Er volgden nog in detail verbeterde uitvoeringen in 1729, 1736 en omstreeks 1742. Voor de (definitieve) 1736-versie vervaardigde Bach het mooiste kalligrafische manuscript dat we van hem kennen, met de evangelietekst geschreven in rode inkt; hij beschouwde de Matthäus-Passion blijkbaar als zijn opmerkelijkste compositie.

 

Tekst

Het libretto van de Matthäus-Passion vormt een collage van vier soorten tekst, met bijbehorende muzikale vormen, en met de respectieve functies: handeling  - beschouwing  - meditatie  - bevestiging.

 

1. Handeling. De verhalende prozatekst uit het Evangelie naar Mattheüs vormt de ruggengraat van de Matthäus-Passion. Bach volgt letterlijk en zonder coupures de tekst van Matth. 26:1-75 en 27:1-66, in de rond 1720 in Leipzig gebruikte Luthervertaling, waarin derhalve enkele archaïsche vormen (zweien, Jüden, satzte, etc.) opvallen. Deze tekst krijgt de volgende muzikale vormen:

a. De tenor-verteller ('Evangelist') vertolkt het grootste deel van de evangelietekst, in de vorm van het recitativo secco, d.w.z. slechts gesteund door droge akkoorden van de basso-continuo (orgel en cello), maar wel onderstreept en interpreteert hij belangrijke woorden en gebeurtenissen met wonderen van toonschildering, en zo nu en dan laat hij zijn nuchter rapporterende toon varen ter wille van opgewonden betrokkenheid bij de dramatische gebeurtenissen.

b. De woorden van Christus, gezongen door een bassolist, worden behalve door het continuo begeleid door een etherisch aureool van aangehouden strijkersakkoorden (recitativo accompagnato), een in de Venetiaanse opera gebruikelijke omlijsting voor woorden van hooggeplaatsten.

c. De woorden van bijfiguren (Petrus, Pilatus, dienstmeisjes), die bij Mattheüs in de directe rede (na een dubbele punt) spreken, worden door andere zangsolisten vertolkt, weer als recitativo secco.

d. Wanneer groepen (soldaten, hogepriesters, discipelen) spreken (turbae), wordt hun tekst door (één van beide) koren gezongen. Deze negentien stukken schrijft Bach (anders dan de aria's) vaak in de oude, polyfone stijl (stile antico).

2. Beschouwing. Het tweede type tekst vormen de arioso's: solistische stukken met een simpele instrumentale begeleiding, veelal de herhaling van een kort motiefje, een ostinato. De ariosi houden muzikaal het midden tussen een recitatief en een aria, en bemiddelen ook qua tekst tussen de zakelijke bijbeltaal en de emotionele uitingen van de erop volgende aria, door exegese (uitleg) van een woord of zinsnede van het voorafgaande evangeliegedeelte; de muzikale motiefjes lopen vooruit op het thema van de erop volgende aria. De teksten zijn van Bachs tekstdichter uit de late jaren 1720, de actuarius bij het Leipziger hoofdpostkantoor en gelegenheidsdichter Christian Friedrich Henrici, alias Picander, toen 26 jaar oud.

 

3. Meditatie. In lyrisch-meditatieve aria's reflecteert vervolgens de individuele gelovige op de voorafgaande dramatische handeling door expressie te geven aan de gevoelens die de  - in het arioso geïnterpreteerde  - tekst oproept. Deze vrije teksten, eveneens van Picander, zijn van een karakteristiek tijdgebonden, barokke overdadigheid en pathetiek; theologisch representeren ze het destijds opkomende piëtisme, dat de persoonlijke vroomheid en het innerlijk leven stelde boven intellectuele leerstelligheid. De veertien aria's schrijft Bach in de moderne, aan de Italiaanse opera ontleende virtuoze stijl, met voor-, tussen- en naspelen, en prachtige soli voor vocalisten en instrumentalisten. De vorm is steeds symmetrisch, d.w.z. de aria's eindigen met een herhaling van het eerste gedeelte (da capo) waardoor een A-B-A-vorm ontstaat. Tien van de veertien aria's worden voorafgegaan door een arioso voor dezelfde solist; aria's die reflecteren op menselijk gedrag (Petrus, Judas, de nummers 8, 39 en 42) hebben die introductie niet nodig. Anders dan in de opera zijn aria's na bijv. de verloochening van Petrus of het berouw van Judas geen aria's vàn Petrus of Judas, maar gegeneraliseerde uitingen van een gelovige die zich met hem identificeert. Een passie is immers geen vermaak, maar verkondiging, zij onderstreept de actuele betekenis van de historische gebeurtenissen: een voortzetting van de preek met andere middelen. De veertien aria's structureren de Matthäus-Passion feitelijk in veertien scènes of episoden: zes in het eerste en acht in het tweede deel (zie onderstaand bouwschema).

 

4. Bevestiging. Ten slotte wordt de theologische inhoud van het voorafgaande door de christelijke gemeente bevestigd in dertien koraalverzen, waarvan Bach de teksten en melodieën ontleent aan het destijds in Leipzig gebruikte gezangboek; van Bachs hand zijn dus (naast de selectie!) alleen de vierstemmige harmoniseringen. Omdat de melodieën vastliggen, zit de expressie veelal in de binnenstemmen, vooral bij de tenoren. Koralen verwerkt Bach ook in drie andere stukken (de nummers 1, 19 en 29). De teksten van de koralen waren in Bachs tijd al eerbiedwaardig: vier dateren uit de reformatorische begintijd, de overige twaalf zijn omstreeks een eeuw jonger. In tegenstelling tot de piëtistische tendens van de aria's versterken de koralen dus de band met de oude lutherse orthodoxie; Bach wilde blijkbaar niet kiezen in de lutherse richtingenstrijd van zijn tijd. De koralen werden tijdens een passie weliswaar niet door de kerkgangers meegezongen, maar wel als hun eigen liederen herkend. In de eerste versie van de Matthäus-Passion (1727) werd de koraalmelodie O Lamm Gottes, unschuldig in het openingskoor zelfs alleen door het orgel gespeeld: de bedoelde tekst was elke toehoorder terstond duidelijk. Diverse koraalmelodieën treden herhaaldelijk op, maar dan wel steeds in andere harmoniseringen; van het populaire O Haupt voll Blut und Wunden van Paul Gerhardt gebruikt Bach vijf strofen op centrale punten van zijn Matthäus-Passion.

 

Tussen opeenvolgende teksten van de verschillende types bestaat meestal een strak verband, dat bv. in de herhaling van trefwoorden of in bij elkaar passende begrippen tot uiting komt:

9: (turba discipelen) Herr, bin ich's?  - 10: (koraal) Ich bin’s

18: (recitatief Jezus) bleibet hier - 19: (arioso) wie gerne blieb ich hier             

24: (recitatief Jezus) so geschehe dein Wille - 25 (koraal) Was mein Gott will

26: (recitatief Evangelist) und griffen ihn  - 27: (aria/duet) So ist mein Jesus nun gefangen

Ook overigens legt de tekst (en legt de muziek!) een netwerk van relaties door het hele werk.

 

Uitvoerenden

De Matthäus-Passion   - naar Venetiaans voorbeeld  - geschreven voor twee verschillende, volledig bezette ensembles ('koren'), elk bestaande uit instrumentalisten (incl. een continuogroep), vocale solisten en tutti-zangers; het begrip 'koor' verwijst dus niet uitsluitend naar een groep zangers. De instrumentale koren bestaan uit strijkers, twee (dwars- of blok)fluiten en twee hobo's (ook hobo d'amore en hobo da caccia) en een continuogroep, opgebouwd uit een akkoordinstrument (theorbe, clavecimbel, orgel) en een basinstrument (cello, violone en/of fagot). Ter wille van het 'stereo-effect' stonden bij de oorspronkelijke uitvoeringen in de Thomaskirche te Leipzig beide koren tegenover elkaar opgesteld op de twee benen van het U-vormige orgelbalkon. Om praktisch-economische redenen treden bij hedendaagse uitvoeringen dezelfde vocale solisten namens beide koren op en is er meestal slechts één continuogroep. In de openings- en slotkoren van Deel I treedt zelfs nog een derde vocaal koor op, de soprani in ripieno (ripinisten zijn niet-solistische zangers), tegenwoordig meestal door een kinder- of jongenskoor gezongen; in 1736 stond dit koor aan de andere, altaarzijde van de kerk, dertig meter verwijderd op het balkon van het 'zwaluwnest'-orgel, boven de kooringang.

De twee koren hebben een duidelijk verschillende identiteit. In het openingskoor duidt Picanders libretto Koor I aan als 'Tochter Zion' (de allegorische personificatie van de stad Jeruzalem, ooggetuige van het drama en zinnebeeld voor de strijdende kerk) en Koor II als 'Gläubigen', gelovigen waar ook ter wereld. De allegorische dialoog tussen deze twee treffen we in de Matthäus-Passion op zes plaatsen aan: in de openings- en slotkoren van beide delen, en in de voorlaatste aria/arioso-combinaties (de nummers 1, 19/20, 27a, 30, 59/60, 67/68); de 'gelovigen' spelen meestal de vragende rol (Wie?, Was?, Wo?), zij twijfelen of begrijpen nog niet wat er gebeuren moet (bindet nicht!). Elders vertolken de beide koren aan deze tweedeling verwante karakters: het eerste, meestal links opgestelde Koor I representeert altijd het hogere of het godsrijk, het doet betrouwbare en begripvolle uitspraken. Koor II staat voor het lagere, het aardse, de mensenwereld en is veelal aarzelend. In de nummers 4d, 9b en 9e representeert Koor I de discipelen, terwijl Koor II staat voor zondaars (19), schuldigen (20), onwetend volk (27a) en omstanders (38b). Het berouw van Petrus (Erbarme dich, 39) wordt door Koor I vertolkt, dat van Judas (42) door Koor II. Koor I levert de hogepriesters, Koor II de valse getuigen (33). In nr. 61 vormt Koor I nieuwsgierige, Koor II cynische toeschouwers.

Overigens heeft de korenscheiding verschillende vormen:

1. slechts één van beide koren treedt op: in de meeste aria's en ariosi, maar ook bijv. in 4d, 9b en 9e. In de toelichtingen hieronder aangeduid met 'I' of 'II'.

2. vertegenwoordigers van beide koren treden op in verschillende rollen, met verschillende teksten en noten, zoals in de dialogen tussen Sion en de ‘gelovigen’, maar ook in bijv. 4b. Aangeduid als 'I en II'.

3. beide koren treden op met dezelfde tekst en verschillende noten. Soms zingen ze antifonaal, dialogerend (27b, 36d, 41b, 53b), elders treden ze op als één achtstemmig koor (36b, 45b, 58b en 58d). Aangeduid als ‘I en II’.

4. de twee koren fungeren als één groot vierstemmig koor; dat is bijv. het geval in alle koralen maar ook in 29, 45d, 50b en 50d, 63b. Aangeduid als ‘I/II’.

 

Structuur

De Matthäus-Passion bestaat uit twee delen, elk met een openings- en slotkoor, uit te voeren vóór en na de preek. Maar terwijl het evangelieverhaal volgens Mattheüs in twee ongeveer gelijke delen (de hoofdstukken 26 en 27) uiteenvalt, met een cesuur na de verloochening en het berouw van Petrus, legt Bach de scheiding veel eerder, na de wegvoering van Christus. Daarbij heeft Deel I een duidelijk symmetrische vorm, met Christus' aankondiging van Petrus' verloochening als centrum, gemarkeerd door de twee muzikaal identieke coupletten van het koraal O Haupt voll Blut und Wunden (de nummers 15 en 17). Deel II mist zo'n symmetrie. Daarom heeft Kees van Houten (in navolging van Hans Brandts Buys in 1950) voorgesteld de twee delen te beschouwen als resp. de horizontale en verticale balk van een kruis, elkaar kruisend in resp. de aankondiging van en de feitelijke verloochening van Petrus, waarmee Bach nadrukkelijk de medeplichtigheid van allen aan Christus' kruisdood centraal zou hebben willen stellen.

  

BOUWSCHEMA

 

1. Koor (Koor I en II, S in ripieno)

tutti

Chor Koor
Kommt, ihr Töchter, helft mir klagen, Kom, dochters, help mij klagen,
sehet - Wen? - den Bräutigam, zie - Wie? - de bruidegom,
seht ihn - Wie? - als wie ein Lamm! zie hem - Hoe? - als een lam!
Choral Koraal
O Lamm Gottes, unschuldig O lam van God, onschuldig
am Stamm des Kreuzes geschlachtet, aan de stam van het kruis geslacht,
Chor Koor
Sehet - Was? - seht die Geduld, Zie - Wat? - zie zijn geduld,
Choral Koraal
allzeit erfunden geduldig, altijd geduldig bevonden,
wiewohl du warest verachtet. hoewel u werd veracht.
Chor Koor
seht - Wohin? - auf unsre Schuld. zie - Waarheen? - naar onze schuld.
Choral Koraal
All Sünd hast du getragen, Alle zonden hebt u gedragen,
sonst müssten wir verzagen. anders zouden wij moeten wanhopen.
Chor Koor
Sehet ihn aus Lieb und Huld Zie hem uit liefde en genade
Holz zum Kreuze selber tragen. het hout voor het kruis zelf dragen.
Choral Koraal
Erbarm dich unser, o Jesu.Ontferm u over ons, o Jezus.

DEEL 1

 

 Het Exordium (de inleiding) wijst vooruit naar de komende handeling. Een rouwstoet formeert zich op het ritme van als doodsklokken beierende bassen. De getuige van het drama, door de librettist ‘dochter van Sion’ genoemd, personificatie van de stad Jeruzalem (Koor I) nodigt haar mededochters (Koor II, door de librettist het koor van ‘de gelovigen’ genoemd) uit zich bij haar te voegen; pas door het Seht auf unsere Schuld laten dezen zich overtuigen.

Boven het emotionele klagen (in e-klein) verheft zich bij het woord Lamm als cantus firmus het statige koraal O Lamm Gottes, unschuldig (Agnus Dei, in G-groot) als objectieve kerkelijke geloofsbelijdenis.

Het stuk is een mengvorm van koraalbewerking, dubbelfuga en da-capoaria, een harmonisch en architectonisch wonder.

2. Matthäus 26:1-2

tenor 1, bas 1, strijkers, continuo

Evangelist Evangelist
Da Jesus diese Rede vollendet hatte, sprach er zu seinen Jüngern: Toen Jezus deze woorden had gesproken, zei hij tegen zijn discipelen:
Jesus Jezus
Ihr wisset, daß nach zweien Tagen Ostern wird, und des Menschen Sohn wird überantwortet werden, daß er gekreuziget werde.Jullie weten dat het over twee dagen Pasen is en dat de mensenzoon zal worden overgeleverd om gekruisigd te worden.

‘Gekreuziget’ krijgt een expressief melisma, waarvan de vocale lijnen elkaar kruisen, d.w.z. een kruis visualiseren. Dat zal in dit werk vaker gebeuren.

3. (I en II) Koraal

tutti

Herzliebster Jesu, was hast du verbrochen, Allerliefste Jezus, wat hebt u misdaan
daß man ein solch scharf Urteil hat gesprochen? dat men zo'n hard vonnis heeft uitgesproken?
Was ist die Schuld, in was für Missetaten Wat is uw schuld, in wat voor misdaden
bist du geraten?bent u terecht gekomen?

 Andere strofen van dit koraal, en ook de schuldvraag, zullen we weer tegenkomen in de nummers 19 en 46.

4. Matthäus 26:3-13

tenor 1, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Da versammleten sich die Hohenpriester und Schriftgelehrten und die Ältesten im Volk in den Palast des Hohenpriesters, der da hieß Kaiphas, und hielten Rat, wie sie Jesum mit Listen griffen und töteten. Sie sprachen aber: Toen kwamen de hogepriesters en de schriftgeleerden en de oudsten van het volk bij elkaar in het paleis van de hogepriester, die Kajafas heette, en ze overlegden hoe ze Jezus met een list konden grijpen en doden. En ze zeiden:
Chor I und II Koor I en II
(b) Ja nicht auf das Fest, auf daß nicht ein Aufruhr werde im Volk. In geen geval op het feest, want er moet geen opschudding komen onder het volk.
Evangelist Evangelist
(c) Da nun Jesus war zu Bethanien, im Hause Simonis des Aussätzigen, trat zu ihm ein Weib, die hatte ein Glas mit köstlichem Wasser und goß es auf sein Haupt, da er zu Tische saß. Toen Jezus nu in Bethanië was, in het huis van Simon de melaatse, kwam er een vrouw naar hem toe, zij had een flesje kostbaar water bij zich en goot dat uit over zijn hoofd terwijl hij aan tafel zat.
Da das seine Jünger sahen, wurden sie unwillig und sprachen: Toen zijn discipelen dat zagen, ergerden ze zich en zeiden:
Chor I Koor I
(d) Wozu dienet dieser Unrat? Dieses Wasser hätte mögen teuer verkauft und den Armen gegeben werden. Waar is die verspilling goed voor? Dit water had beter duur verkocht en aan de armen gegeven kunnen worden.
Evangelist Evangelist
(e) Da das Jesus merkete, sprach er zu ihnen: Toen Jezus dat merkte, zei hij:
Jesus Jezus
Was bekümmert ihr das Weib? Sie hat ein gut Werk an mir getan. Ihr habet allezeit Armen bei euch, mich aber habt ihr nicht allezeit. Daß sie dies Wasser hat auf meinen Leib gegossen, hat sie getan, daß man mich begraben wird. Wahrlich, ich sage euch: Wo dies Evangelium geprediget wird in der ganzen Welt, da wird man auch sagen zu ihrem Gedächtnis, was sie getan hat.Waarom maken jullie je druk over die vrouw? Ze heeft iets goeds voor mij gedaan! Armen hebben jullie altijd bij je, maar mij hebben jullie niet altijd! Dat zij dit water over mijn lichaam heeft gegoten, heeft ze gedaan voor mijn begrafenis. Voorwaar, ik zeg jullie: waar dit evangelie wordt gepredikt over de hele wereld, daar zal men ook tot haar nagedachtenis vertellen wat zij gedaan heeft.

ad (a): De zeventig leden van de Joodse Raad (het Sanhedrin) zijn, in hiërarchische volgorde: hogepriesters (hoge a), schriftgeleerden en farizeeërs (hoge fis) en oudsten (lage fis). Zo zingen zij ook: eerst de hogeren (Koor I), dan de lageren (Koor II). Theatrale muziek, waarover toehoorders zich destijds zeer verbaasden: ‘Dit is toch geen opera!’

ad (d): Het opgewonden protest van de discipelen wordt ironisch omspeeld door giechelende fluiten; hun schijnheilig moraliseren wordt geïllustreerd met een schoolmeesterachtige fuga.

ad (e): Jezus beschouwt de zalving als anticipatie op de latere balseming van zijn dode lichaam. Zijn Armen klinkt aanmerkelijk doorleefder dan dat met de banale sextsprong van de discipelen in het voorafgaande.

5. (I) Arioso (A)

strijkers, traverso 1/2, continuo

Du lieber Heiland du, O lieve Heiland,
wenn deine Jünger töricht streiten, terwijl uw discipelen dwaas ruziën
daß dieses fromme Weib omdat deze vrome vrouw
mit Salben deinen Leib met een zalving uw lichaam
zum Grabe will bereiten, op het graf wil voorbereiden;
so lasse mir inzwischen zu, staat u mij dan intussen toe
von meiner Augen Tränenflüßen water van de tranen uit mijn ogen
ein Wasser auf dein Haupt zu gießen.op uw hoofd te gieten.

Het balsem-incident is aanleiding tot de eerste arioso-aria-combinatie. ‘Druppelende’ fluiten verbinden het ‘verspilde water’ met de vergoten tranen in de nu volgende aria.

6. (I) Aria (A)

alt, traverso 1/2, continuo

Buß und Reu Spijt en berouw
knirscht das Sündenherz entzwei. knakken het zondige hart in tweeën.
Daß die Tropfen meiner Zähren Mogen de druppels van mijn tranen
angenehme Spezerei, een aangename specerij worden
treuer Jesu, dir gebären.voor u, trouwe Jezus.

Een menuet. In het thema keert het viernotenmotief van nr. 5 terug. Een realistisch B-deel, met elkaar overlappende dalende arpeggio’s (‘staccato’) van de beide fluiten.

7. Matthäus 26:14-16

tenor 1, bas 1, continuo

Evangelist Evangelist
Da ging hin der Zwölfen einer mit Namen Judas Ischarioth zu den Hohenpriestern und sprach: Toen ging een van de twaalf, die Judas Iskariot heette, naar de hogepriesters en zei:
Judas Judas
Was wollt ihr mir geben? Ich will ihn euch verraten. Wat geeft u mij als ik hem aan u verraad?
Evangelist Evangelist
Und sie boten ihm dreißig Silberlinge. En ze boden hem dertig zilverlingen.
Und von dem an suchte er Gelegenheit, daß er ihn verriete.En vanaf dat moment zocht hij een gelegenheid om hem te verraden.

Het verraten wordt onderstreept door een schril septiemakkoord in de onwelluidende toonsoort Cis-groot (zeven kruizen!)

8. (II) Aria (S)

sopraan, strijkers, traverso 1/2, continuo

Blute nur, du liebes Herz.Bloed maar, lief hart.
Ach, ein Kind, das du erzogen,Ach, een kind dat jij hebt grootgebracht,
das an deiner Brust gesogen,dat aan jouw borst heeft gedronken,
droht den Pfleger zu ermorden;dreigt de verzorger te vermoorden,
denn es ist zur Schlange worden.want het is een slang geworden.

Smart om het verraad: je kind heeft zich ontwikkeld tot ‘slang’, sinds Adam en Eva het verraderlijke beest. De sopraan zingt een slangachtig motief en ook de continuolijn kronkelt naar alle kanten.

9. Matthäus 26:17-22

tenor 1, bas 1, SATB, strijkers, traverso 1/2, hobo 1/2, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Aber am ersten Tage der süßen Brot traten die Jünger zu Jesu und sprachen zu ihm: En op de eerste dag van het ongezuurde brood kwamen de discipelen naar Jezus toe en vroegen hem:
Chor I Koor I
(b) Wo willst du, daß wir dir bereiten, das Osterlamm zu essen? Waar wilt u dat wij het paaslam voor u bereiden?
Evangelist Evangelist
(c) Er sprach: Hij zei:
Jesus Jezus
Gehet hin in die Stadt zu einem und sprecht zu ihm: ‘Der Meister lässt dir sagen, meine Zeit ist hier, ich will bei dir die Ostern halten mit meinen Jüngern.’ Ga naar de stad naar die en die man en zeg tegen hem: 'De meester laat u weten: Mijn tijd is gekomen, ik wil bij u het paasfeest vieren met mijn discipelen.'
Evangelist Evangelist
(d) Und die Jünger täten, wie ihnen Jesus befohlen hatte, und bereiteten das Osterlamm. En de discipelen deden wat Jezus hun had opgedragen en bereidden het paaslam.
Und am Abend satzte er sich zu Tische mit den Zwölfen. Und da sie aßen, sprach er: En die avond ging hij aan tafel zitten met de twaalf. En terwijl ze aten, zei hij:
Jesus Jezus
Wahrlich, ich sage euch, einer unter euch wird mich verraten. Voorwaar, ik zeg jullie, een van jullie zal mij verraden.
Evangelist Evangelist
Und sie wurden sehr betrübt und huben an, ein jeglicher unter ihnen, und sagten zu ihm: En ze werden zeer bedroefd en vroegen stuk voor stuk:
Chor I Koor I
(e) Herr, bin ich's?Heer, ben ik het?

ad (b): Voorlopig spreken de discipelen nog met een opgewekte en hulpvaardige naïveteit.

ad (c): Schrijnende akkoorden op verraten. Na de aankondiging van het verraad zakt de stemming aan tafel ineens een hele toon.

ad (e): Het verschrikte Herr, bin ich’s klinkt elf keer: driemaal in de sopranen,, alten en tenoren, tweemaal in de bassen. De twaalfde discipel, Judas, komt in nr. 11 aan het woord.

10. (I en II) Koraal

tutti

Ich bin's, ich sollte büßen, Ik ben het, ik zou moeten boeten
an Händen und an Füßen aan handen en aan voeten
gebunden in der Höll. vastgebonden in de hel.
Die Geißeln und die Banden De gesels en de boeien
und was du ausgestanden, en wat u hebt doorgemaakt
das hat verdienet meine Seel.dat heeft míjn ziel verdiend.

De passie geldt hier als reeds voltooid. Antwoord op de schuldvraag van koraal nr. 3. De gedachte dat de belijdende christen schuld draagt aan Jezus’ lijden (en niet bijvoorbeeld alleen de Joden) zal nog enkele malen terugkeren.

11. Matthäus 26:23-29

tenor 1, bas 1, continuo

Evangelist Evangelist
Er antwortete und sprach: Hij antwoordde:
Jesus Jezus
Der mit der Hand mit mir in die Schüssel tauchet, der wird mich verraten. Des Menschen Sohn gehet zwar dahin, wie von ihm geschrieben stehet; doch wehe dem Menschen, durch welchen des Menschen Sohn verraten wird! Es wäre ihm besser, daß derselbige Mensch noch nie geboren wäre. Degene die zijn hand tegelijk met mij in de schaal doopt, die zal mij verraden. De mensenzoon zal weliswaar sterven zoals dat over hem geschreven staat; maar wee de mens door wie de mensenzoon wordt verraden, het zou beter voor hem zijn als die mens nooit was geboren.
Evangelist Evangelist
Da antwortete Judas, der ihn verriet, und sprach: Toen antwoordde Judas, die hem zou verraden:
Judas Judas
Bin ich's, Rabbi? Ben ik het, rabbi?
Evangelist Evangelist
Er sprach zu ihm: Hij antwoordde:
Jesus Jezus
Du sagest's. Je zegt het.
Evangelist Evangelist
Da sie aber aßen, nahm Jesus das Brot, dankete und brach's und gab's den Jüngern und sprach: En toen ze aten, nam Jezus het brood, dankte en brak het en gaf het aan de discipelen en zei:
Jesus Jezus
Nehmet, esset, das ist mein Leib. Neem, eet, dit is mijn lichaam.
Evangelist Evangelist
Und er nahm den Kelch und dankete, gab ihnen den und sprach: En hij nam de beker en dankte, gaf hem aan hen en zei:
Jesus Jezus
Trinket alle daraus; das ist mein Blut des neuen Testaments, welches vergossen wird für viele zur Vergebung der Sünden. Ich sage euch, ich werde von nun an nicht mehr von diesem Gewächs des Weinstocks trinken bis an den Tag, da ich's neu trinken werde mit euch in meines Vaters Reich.Drink hier allemaal uit; dit is mijn bloed van het nieuwe testament, dat vergoten wordt voor velen tot vergeving der zonden. Ik zeg jullie: van nu af zal ik niet meer van deze vrucht van de wijnstok drinken tot aan de dag waarop ik die opnieuw met jullie zal drinken in het rijk van mijn Vader.

Judas, de twaalfde discipel, stelt dezelfde vraag als de anderen, maar op omgekeerde noten: hij weet. En hij spreekt Jezus niet aan met Herr, maar met Rabbi, het wachtwoord waarmee hij hem straks zal verraden.

Het antwoord van Christus is omkranst met de dalende lijnen die we uit begraben (nr. 4) kennen. De sfeer wordt plechtig. Jezus’ instellingswoorden van het avondmaal worden onderstreept met zangerige strijkersfiguren, die thematisch vooruitlopen op de aria van nr. 13.

12. (I) Arioso (S)

sopraan, hobo d'amore 1/2, continuo

Wiewohl mein Herz in Tränen schwimmt, Hoewel mijn hart in tranen drijft
daß Jesus von mir Abschied nimmt, omdat Jezus afscheid van mij neemt,
so macht mich doch sein Testament erfreut, word ik toch blij van zijn testament,
sein Fleisch und Blut, o Kostbarkeit, zijn vlees en bloed, o kostbaarheid,
vermacht er mir in meine Hände. geeft hij mij als erfenis in handen.
Wie er es auf der Welt mit denen Seinen Zoals hij in de wereld voor de zijnen
nicht böse können meinen, nooit kwaad wilde,
so liebt er sie bis an das Ende.zo heeft hij hen lief tot aan het einde.

Een teder arioso, waarin de sopraan, begeleid door tranengolven van de twee hoboi d’amore, reflecteert op beide aspecten van het voorafgaande: droefenis om de lijdensaankondiging en vreugde over de nalatenschap, het avondmaal.

13. (I) Aria (S)

hobo d'amore 1/2, continuo

Ich will dir mein Herze schenken,Ik wil u mijn hart schenken,
senke dich, mein Heil, hinein.daal erin af, mijn heil.
Ich will mich in dir versenken;Ik wil in u verzinken;
ist dir gleich die Welt zu klein,al is de wereld voor u te klein,
ei, so sollst du mir alleino, voor mij zult u meer zijn
mehr als Welt und Himmel sein.dan wereld en hemel.

De tegenhanger van nr. 6. Daar zong de alt schuldbewust van haar/zijn Sündenherz, hier biedt de sopraan, opgelucht over de vergeving, haar hart en liefde aan Christus aan, zonder één sombere noot. De sopraan heeft stelselmatig een wat zonniger karakter dan de alt, haar bijdragen zijn dankbaar, prijzend, belijdend, verheerlijkend. Bij de alt overwegen lijden, smart en droefenis.

Het violenthema hoorden we al bij de instellingswoorden.

14. Matthäus 26:30-32

tenor 1, bas 1, strijkers, continuo

Evangelist Evangelist
Und da sie den Lobgesang gesprochen hatten, gingen sie hinaus an den Ölberg. Da sprach Jesus zu ihnen: En toen ze de lofzang hadden uitgesproken, gingen ze naar de Olijfberg. En Jezus zei:
Jesus Jezus
In dieser Nacht werdet ihr euch alle ärgern an mir. Denn es stehet geschrieben: ‘Ich werde den Hirten schlagen und die Schafe der Herde werden sich zerstreuen.’ Wann ich aber auferstehe, will ich vor euch hingehen in Galiläam.In deze nacht zullen jullie je allemaal aan mij ergeren. Want er staat geschreven: 'Ik zal de herder doodslaan en de schapen van zijn kudde zullen verstrooid worden.' Maar als ik opsta, zal ik jullie voorgaan naar Galilea.

Met twaalf zestienden en één achtste (van continuo naar tenor) stappen de twaalf discipelen met Christus omhoog, de Olijfberg op.

De herdermetafoor wordt overgenomen in het aansluitende koraal.

15. (I en II) Koraal

tutti

Erkenne mich, mein Hüter, Zie mij aan, mijn beschermer,
mein Hirte, nimm mich an! mijn herder, aanvaard mij!
Von dir, Quell aller Güter, Door u, bron van alle weldaden,
ist mir viel Guts getan. heb ik veel goeds ontvangen.
Dein Mund hat mich gelabet Uw mond heeft mij gelaafd
mit Milch und süßer Kost, met melk en zoete kost,
dein Geist hat mich begabet uw geest heeft mij geschonken
mit mancher Himmelslust.veel hemelse vreugden.

We naderen het centrum van het symmetrische Deel I. Twee muzikaal identieke verzen (nr. 15 en nr. 17) van Paul Gerhardts koraal O Haupt voll Blut und Wunden omlijsten Jezus’ voorspelling van de verloochening door Petrus.

16. Matthäus 26:33-35

tenor 1, bas 1, bas 2, strijkers, continuo

Evangelist Evangelist
Petrus aber antwortete und sprach zu ihm: En Petrus antwoordde:
Petrus Petrus
Wenn sie auch alle sich an dir ärgerten, so will ich doch mich nimmermehr ärgern. Ook al ergeren ze zich allemaal aan u, ik zal mij nooit en te nimmer ergeren.
Evangelist Evangelist
Jesus sprach zu ihm: Jezus antwoordde:
Jesus Jezus
Wahrlich, ich sage dir, in dieser Nacht, ehe der Hahn krähet, wirst du mich dreimal verleugnen. Voorwaar, ik zeg je, nog deze nacht, voordat de haan kraait, zul je mij driemaal verloochenen.
Evangelist Evangelist
Petrus sprach zu ihm: Petrus antwoordde:
Petrus Petrus
Und wenn ich mit dir sterben müsste, so will ich dich nicht verleugnen. Al moest ik met u sterven, ik zal u niet verloochenen.
Evangelist Evangelist
Desgleichen sagten auch alle Jünger.Datzelfde zeiden ook alle discipelen.

Jezus voorspelt de zo weerbare Petrus dat hij door hem verloochend zal worden. Het is het centrum van Deel I.

17. (I en II) Koraal

tutti

Ich will hier bei dir stehen, Ik wil hier bij u blijven,
verachte mich doch nicht, veracht mij toch niet,
von dir will ich nicht gehen, u wil ik niet verlaten
wenn dir dein Herze bricht, wanneer uw hart breekt,
wenn dein Herz wird erblassen wanneer uw hart verbleekt
im letzten Todesstoß, in de laatste doodssteek,
alsdenn will ich dich fassen dan wil ik u in mijn armen
in meinen Arm und Schoß.nemen en in mijn schoot.

Bach noteert hier geen tekst en muziek, maar slechts de instructie: ‘Vers 6 wird ex Clave Dis musiciret’. In Dis (=Es)-groot dus, een halve toon lager dan het vorige koraal. Weer is de tekst, op deze plaats, verbluffend goed gekozen. De melodie zal nog driemaal terugkeren.

18. Matthäus 26:36-38

tenor 1, bas 1, strijkers, continuo

Evangelist Evangelist
Da kam Jesus mit ihnen zu einem Hofe, der hieß Gethsemane, und sprach zu seinen Jüngern: Toen kwam Jezus met hen bij een hof die Gethsemane heette, en hij zei tegen zijn discipelen:
Jesus Jezus
Setzet euch hie, bis daß ich dort hingehe und bete. Ga hier zolang zitten, ik ga daarginds bidden.
Evangelist Evangelist
Und nahm zu sich Petrum und die zween Söhne Zebedäi und fing an zu trauern und zu zagen. Da sprach Jesus zu ihnen: En hij nam Petrus mee en de twee zonen van Zebedeüs en begon bedroefd en angstig te worden. Toen zei Jezus:
Jesus Jezus
Meine Seele ist betrübt bis an den Tod, bleibet hier und wachet mit mir.Mijn ziel is dodelijk bedroefd, blijf hier met mij waken.

Jezus’ volgens Mattheüs driemaal herhaalde smeken zijn lot te mogen ontlopen en het driemaal falen van de discipelen wordt door Bach uitgewerkt tot drie korte scènes in het recitatief met aansluitende meditaties in arioso’s, aria’s en koraal.

19. (I) Arioso (T) en (II) koraal

tenor 1, bas 1, bas 2, strijkers, traverso 1/2, hobo da caccia 1/2, continuo

Tenor Tenor
O Schmerz, O smart,
hier zittert das gequälte Herz; hier beeft het gekwelde hart,
wie sinkt es hin, hoe diep zinkt het weg,
wie bleicht sein Angesicht! hoe bleek wordt zijn gezicht!
Choral Koraal
Was ist die Ursach aller solcher Plagen? Wat is de oorzaak van al die kwellingen?
Tenor Tenor
Der Richter führt ihn vor Gericht. De rechter brengt hem voor het gerecht.
Da ist kein Trost, kein Helfer nicht. Er is geen troost, geen helper.
Choral Koraal
Ach, meine Sünden haben dich geschlagen; Ach, mijn zonden hebben u geslagen;
Tenor Tenor
Er leidet alle Höllenqualen, Hij lijdt alle helse pijnen,
er soll vor fremden Raub bezahlen, hij moet betalen voor andermans roof.
Choral Koraal
ich, ach Herr Jesu, habe dies verschuldet, ik, ach, Heer Jezus, ben de schuld
was du erduldet. van wat u moet lijden.
Tenor Tenor
Ach, könnte meine Liebe dir, Ach, mijn heil, kon mijn liefde
mein Heil, dein Zittern und dein Zagen uw angst en beven
vermindern oder helfen tragen, maar verminderen of helpen dragen,
wie gerne blieb ich hier.hoe graag zou ik dan hier blijven.

De dialoog tussen de ‘dochter van Sion’ en de ‘gelovigen’ keert terug. De tenor – steeds de meest gepassioneerde solist – lijdt mee en schept moed voor zijn vastberaden Ich will … in de volgende aria. De gelovigen overwegen fluisterend de schuldvraag, op dezelfde melodie als waarop die in nr. 3 aan de orde werd gesteld. Hobo’s da caccia en (slechts hier optredende) blokfluiten nemen het vragende motief wachet mit mir over. Het tremolo van de bas schildert het bevende hart.

20. (I) Aria (T) en (II) koor

sopraan, hobo d'amore 1/2, continuo

Tenor Tenor
Ich will bei meinem Jesu wachen. Ik wil bij mijn Jezus waken.
Chor Koor
So schlafen unsre Sünden ein. Zo slapen onze zonden in.
Tenor Tenor
Meinen Tod Voor mijn dood
büßet seine Seelennot; boet zijn zielenood;
sein Trauren machet mich voll Freuden. zijn droefheid vervult mij met vreugde.
Chor Koor
Drum muß uns sein verdienstlich Leiden Daarom moet voor ons zijn verdienstelijk lijden
recht bitter, und doch süße sein.heel bitter en toch zoet zijn.

Een dialoog tussen solist (I) en koor (II)  met een barok contrast: waken bij Jezus (tenor) doet onze zonden inslapen (koor, als een wiegelied). In het hobothema horen we eerst een levendig, schalmeiachtig signaal, dan een wiegende melodie. Zelfs de tenor lijkt, in maat 67, in slaap te sukkelen.

21. Matthäus 26:39

tenor 1, bas 1, strijkers, continuo

Evangelist Evangelist
Und ging hin ein wenig, fiel nieder auf sein Angesicht und betete und sprach: En hij liep wat verder, viel neer op zijn gezicht en bad:
Jesus Jezus
Mein Vater, ist's möglich, so gehe dieser Kelch von mir; doch nicht wie ich will, sondern wie du willt.Mijn vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan; doch niet zoals ik wil, maar zoals u wilt.

22. (II) Arioso (B)

bas 1, strijkers, continuo

Der Heiland fällt vor seinem Vater nieder,De Heiland valt voor zijn Vader neer,
dadurch erhebt er mich und alledaarmee heft hij mij en iedereen op
von unserm Falleuit de val die wij hebben gemaakt
hinauf zu Gottes Gnade wieder.en tilt ons weer op naar Gods genade.
Er ist bereit,Hij is bereid
den Kelch, des Todes Bitterkeit zu trinken,de beker, de bitterheid van de dood te drinken
in welchen Sünden dieser Weltwaarin de zonden van deze wereld
gegossen sind und hässlich stinken,zijn gegoten en vreselijk stinken,
weil es dem lieben Gott gefällt.omdat het de lieve God behaagt.

De knieval van Jezus als metafoor voor de zondenval. De illustratieve vallende figuren in de violen richten zich alleen na Gottes Gnade even op. De dissonante harmonieën op bitter en hässlich stinken spreken voor zich.

23. (II) Aria (B)

bas 1, viool 1/2, continuo

Gerne will ich mich bequemen,Graag ben ik bereid
Kreuz und Becher anzunehmen,kruis en beker te aanvaarden,
trink ich doch dem Heiland nach.ik volg dan immers de Heiland na.
Denn sein Mund,Want zijn mond,
der mit Milch und Honig fließet,die overvloeit van melk en honing,
hat den Grundheeft de bodem
und des Leidens herbe Schmachen de bittere schande van het lijden
durch den ersten Trunk versüßet.met zijn eerste teug verzoet.

Een moment van rust voor de komende climax. De bas, steeds een wat nobel, verheven karakter, volgt zijn Heiland, in milde aanvaarding. Slechts schijnbaar in 3/8 maat, maar feitelijk afwisselend in 2/8, 3/8 en 4/8 (polyritmisch). De lieflijke passages in het B-deel (Milch und Honig) contrasteren met de moeizame melodieën (chromatiek, verminderde intervallen) in het A-deel (Kreuz und Becher).

24. Matthäus 26:40-42

tenor 1, bas 1, strijkers, continuo

Evangelist Evangelist
Und er kam zu seinen Jüngern und fand sie schlafend und sprach zu ihnen: En hij kwam weer bij zijn discipelen en trof hen slapend aan, en hij zei:
Jesus Jezus
Könnet ihr denn nicht eine Stunde mit mir wachen? Wachet und betet, daß ihr nicht in Anfechtung fallet! Der Geist ist willig, aber das Fleisch ist schwach. Kunnen jullie dan niet één uur met mij waken? Waak en bid dat jullie niet in verzoeking worden gebracht! De geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.
Evangelist Evangelist
Zum andernmal ging er hin, betete und sprach: Hij liep opnieuw weg om te bidden en zei:
Jesus Jezus
Mein Vater, ist's nicht möglich, daß dieser Kelch von mir gehe, ich trinke ihn denn, so geschehe dein Wille.Mijn vader, als het niet mogelijk is dat deze beker aan mij voorbijgaat, dan zal ik hem drinken, uw wil geschiede.

Jezus’ tweede bede is al dringender: een halve toon hoger dan in nr. 21.

25. (I en II) Koraal

tutti

Was mein Gott will, das g'scheh allzeit, Wat mijn God wil moge altijd geschieden,
sein Will, der ist der beste, zijn wil is de beste,
zu helfen den'n er ist bereit, hij is bereid hen te helpen
die an ihn gläuben feste. die vast in hem geloven.
Er hilft aus Not, der fromme Gott, Hij helpt uit nood, de goede God
und züchtiget mit Maßen, en kastijdt met mate,
wer Gott vertraut, fest auf ihn baut, wie op God vertrouwt, vast op hem bouwt,
den will er nicht verlassen.die zal hij niet verlaten.

De harmonisering weerspiegelt Jezus’ tweestrijd: eerst onverzettelijk godsvertrouwen in heldere harmonieën, dan angst en aarzeling in chromatische gangen. Geen menselijke gevoelens zijn Jezus vreemd.

26. Matthäus 26:43-50

tenor 1, bas 1, bas 2, strijkers, continuo

Evangelist Evangelist
Und er kam und En toen hij bij hen terugkwam
fand sie aber schlafend, trof hij hen slapend aan,
und ihre Augen waren voll Schlafs. en hun ogen waren vol met slaap.
Und er ließ sie und ging abermal hin En hij liet hen slapen en liep weer weg
und betete zum dritten Mal en bad voor de derde keer
und redete dieselbigen Worte. en sprak dezelfde woorden.
Da kam er zu seinen Jüngern und sprach zu ihnen: Toen ging hij naar zijn discipelen en zei:
Jesus Jezus
Ach, wollt ihr nun schlafen und ruhen? Ach, willen jullie nog steeds slapen en rusten?
Siehe, die Stunde ist hie, daß des Menschen Sohn Zie, het uur is aangebroken dat de mensenzoon
in der Sünder Hände überantwortet wird. wordt overgeleverd in de handen van de zondaren.
Stehet auf, lasset uns gehen, Sta op en laten we gaan,
siehe, er ist da, der mich verrät. kijk, daar is degene die mij zal verraden.
Evangelist Evangelist
Und als er noch redete, siehe, En terwijl hij nog sprak, zie,
da kam Judas, der Zwölfen einer, daar kwam Judas, een van de twaalf,
und mit ihm eine große Schar en met hem een hele schare
mit Schwerten und mit Stangen met zwaarden en met stokken,
von den Hohenpriestern und Ältesten des Volks. van de hogepriesters en de oudsten van het volk.
Und der Verräter hatte ihnen ein Zeichen gegeben En de verrader had hun een teken gegeven
und gesagt: ‘Welchen ich küssen werde, en gezegd: 'Degene die ik zal kussen,
der ist's, den greifet!’ die is het, die moeten jullie grijpen.'
Und alsbald trat er zu Jesu und sprach: En meteen liep hij naar Jezus toe en zei:
Judas Judas
Gegrüßet seist du, Rabbi! Wees gegroet, rabbi!
Evangelist Evangelist
Und küssete ihn. Jesus aber sprach zu ihm: En hij kuste hem. En Jezus zei tegen hem:
Jesus Jezus
Mein Freund, warum bist du kommen? Mijn vriend, waarom ben je gekomen?
Evangelist Evangelist
Da traten sie hinzu und legten die Hände an Jesum Toen kwamen ze op hem af en gingen Jezus te lijf
und griffen ihn.en grepen hem.

Het besluit is genomen, de gebeurtenissen nemen hun loop. Siehe, de gevangenneming. Op de noten van der mich verrät zal Judas zich straks verhangen.

Een akelige dissonant klinkt op küssete, het continuo is van schrik een tel te vroeg.

27a. Aria / duet (S, A) en koor II

sopraan, alt, SATB, strijkers, traverso 1/2, hobo 1/2, continuo

Sopran und Alt Sopraan en alt
So ist mein Jesus nun gefangen. Nu is mijn Jezus gevangen.
Chor Koor
Lasst ihn, haltet, bindet nicht! Laat hem gaan, hou op, boei hem niet!
Sopran und Alt Sopraan en alt
Mond und Licht Maan en licht
ist vor Schmerzen untergangen, zijn van smart ondergegaan,
weil mein Jesus ist gefangen. omdat mijn Jezus gevangen is.
Chor Koor
Lasst ihn, haltet, bindet nicht! Laat hem gaan, hou op, boei hem niet!
Sopran und Alt Sopraan en alt
Sie führen ihn, er ist gebunden.Ze nemen hem mee, hij is geboeid.

De natuur komt in opstand: zon en maan wenden zich af, donder en bliksem zijn vertoornd. Het zijn, zoals gewoonlijk bij Bach, vrouwen (alt, sopraan) die een berustend klaaglied aanheffen, het enige duet. Met Christus is de basis (de basso continuo) aan de muziek ontvallen, strijkers spelen een laagste stem in middenligging (‘bassetto’, zoals ook straks in de aria Aus Liebe), wat hier een schimmige, onaardse sfeer schept. De ‘gelovigen’ protesteren driemaal tevergeefs. Bij Sie führen ihn loopt de baslijn onverbiddelijk van de Olijfberg naar beneden.

27b. (I en II) Koor

tutti

Sind Blitze, sind Donner in Wolken verschwunden? Zijn bliksem en donder in de wolken verdwenen?
Eröffne den feurigen Abgrund, o Hölle, Open je vurige afgrond, o hel,
zertrümmre, verderbe, verschlinge, zerschelle vermorzel, richt te gronde, verslind, verpletter
mit plötzlicher Wut met plotselinge woede
den falschen Verräter, das mördrische Blut.die valse verrader, dat moordenaarsbloed.

De machteloze toeschouwers fantaseren zich een vernietigend natuurgeweld over Judas en zijn kompanen, maximaal barok-realistisch geschilderd. Furieus rollen de donders in de bassen, het bliksemt van alle kanten.

28. Matthäus 26:51-56

tenor 1, bas 1, strijkers, continuo

Evangelist Evangelist
Und siehe, einer aus denen, die mit Jesu waren, reckete die Hand aus und schlug des Hohenpriesters Knecht und hieb ihm ein Ohr ab. Da sprach Jesus zu ihm: En zie, een van Jezus' volgelingen strekte zijn hand uit om de knecht van de hogepriester te slaan en hakte hem een oor af. Toen zei Jezus tegen hem:
Jesus Jezus
Stecke dein Schwert an seinen Ort; denn wer das Schwert nimmt, der soll durchs Schwert umkommen. Oder meinest du, daß ich nicht könnte meinen Vater bitten, daß er mir zuschickte mehr denn zwölf Legion Engel? Wie würde aber die Schrift erfüllet? Es muss also gehen. Steek je zwaard weer op zijn plaats; want wie het zwaard opneemt, zal door het zwaard omkomen. Of dacht je dat ik mijn Vader niet kon vragen mij meer dan twaalf legioenen engelen te sturen? Maar hoe zou dan de Schrift vervuld kunnen worden? Het moet zo gaan.
Evangelist Evangelist
Zu der Stund sprach Jesus zu den Scharen: Op dat uur zei Jezus tegen de scharen:
Jesus Jezus
Ihr seid ausgegangen als zu einem Mörder, mit Schwerten und mit Stangen, mich zu fahen, bin ich doch täglich bei euch gesessen und habe gelehret im Tempel, und ihr habt mich nicht gegriffen. Aber das ist alles geschehen, daß erfüllet würden die Schriften der Propheten. Jullie zijn erop uitgetrokken als tegen een moordenaar, met zwaarden en met stokken, om mij te gevangen te nemen, terwijl ik toch elke dag bij jullie zat en onderwijs gaf in de tempel, en toen hebben jullie mij nooit gegrepen. Maar dit is allemaal gebeurd opdat de geschriften van de profeten vervuld zouden worden.
Evangelist Evangelist
Da verließen ihn alle Jünger und flohen.Toen verlieten alle discipelen hem en ze vluchtten weg.

Die ene heldhaftige volgeling was Petrus, zo meldt het Evangelie van Johannes. Bach maakt hier zijn enige coupure in de tekst van Mattheüs en verwijdert und zog sein Schwert.

Und ihr habt mich nicht ergriffen’: mede gezien de kennelijke behoefte aan een Judaskus: de kidnappers hebben Jezus blijkbaar nog nooit ontmoet, zijn religieus niet erg actief.

Da verliessen ihn alle Jünger’: alleen Petrus volgt de zaak nog van een afstandje, in Deel II.

29. (I en II) Koraal

tutti

O Mensch, bewein dein Sünde groß, O mens, beween je grote zonde,
darum Christus seins Vaters Schoß om welke Christus de schoot van zijn Vader
äußert und kam auf Erden. verliet en op aarde kwam.
Von einer Jungfrau rein und zart Uit een reine, tere maagd
für uns er hie geboren ward, is hij hier voor ons geboren,
er wollt der Mittler werden. hij wilde de bemiddelaar worden.
Den Toten er das Leben gab De doden gaf hij het leven
und legt dabei all Krankheit ab, en hij nam alle ziekten weg,
bis sich die Zeit herdrange, totdat de tijd kwam
daß er für uns geopfert würd, dat hij voor ons werd geofferd,
trüg unsrer Sünden schwere Bürd hij droeg de zware last van onze zonden
wohl an dem Kreuze lange.heel lang aan het kruis.

Deze monumentale koraalfantasie uit Bachs laatste jaren in Weimar (1716/’17) was eerst het openingskoor in de 1725-versie van de Johannes-Passion en verving pas in de laatste versie van de Mathäus-Passion een eenvoudig koraal, op architectonische gronden: het heeft evenveel gewicht als de andere hoekdelen 1, 30 en 68. De muziek kent drie lagen: een alles overkoepelende koraalmelodie (cantus firmus) voor sopranen, tegenstemmen in motetvorm voor alten, tenoren en bassen, die de tekst interpreteren (äussert, zart, Sünd enz.) en een rijke, stuwende instrumentale begeleiding met geheel eigen motieven (naar alle richtingen vluchtende figuren), waarin vier groepen (fluiten, hobo’s, strijkers en continuo) zeer zelfstandig worden behandeld. ‘Een koraal, opgehangen in een symfonie’ (Van der Leeuw). Het stuk roept een – met het openingskoor vergelijkbaar – beeld op van een processie, die telkens, op lange, liggende basnoten (orgelpunt) stilstaat om aspecten van Jezus’ levensverhaal (geboorte, weldaden, lijden, kruis) te overwegen. De voor de hele Matthäus-Passion kenmerkende afwisseling van gebeurtenis en bezinning keert hier terug als afwisseling tussen voorwaartse beweging en rustige meditatie. Ook de tekst (trüg unsrer Sünden schwere Bürd) maakt een verbinding met nr. 1 (All Sünd hast du getragen), evenals de orgelpunten op de lage e aan begin en eind. Ter wille van de symmetrie met het openingskoor (e-klein) transponeert Bach dit stuk van Es-groot naar E-groot, de toonsoort van ‘verzweiflungsvolle oder ganz tödliche Traurigkeit’, aldus Bachs tijdgenoot Mattheson.

 

DEEL II

30. (I) Aria (A) en (II) koor

alt, SATB, strijkers, traverso 1, hobo d'amore 1, continuo

Alt Alt
Ach! nun ist mein Jesus hin. Ach, nu is mijn Jezus weg.
Chor Koor
Wo ist denn dein Freund hingegangen, Waar is toch je vriend heengegaan,
o du Schönste unter den Weibern? o mooiste onder de vrouwen?
Alt Alt
Ist es möglich, kann ich schauen? Is het mogelijk, zie ik het wel goed?
Chor Koor
Wo hat sich dein Freund hingewandt? Waar is je vriend naartoe gegaan?
Alt Alt
Ach, mein Lamm in Tigerklauen, Ach, mijn lam in tijgerklauwen,
ach, wo ist mein Jesus hin? ach, waar is mijn Jezus gebleven?
Chor Koor
So wollen wir mit dir ihn suchen. Wij willen hem wel met jou gaan zoeken.
Alt Alt
Ach, was soll ich der Seele sagen, Ach, wat moet ik tegen mijn ziel zeggen
wenn sie mich wird ängstlich fragen, als die mij angstig zal vragen,
ach, wo ist mein Jesus hin?ach, waar is mijn Jezus gebleven?

Op dit hoogste punt van de als kruis beschouwde Matthäus-Passion is alles hoog: de tekst is ontleend aan het Hooglied en de grondtoon (b) van dit stuk is de hoogste in het laagste octaaf van de basinstrumenten. (NB: Het slotkoor aan de voet van het kruis, Wir setzen uns, nr. 68, staat in de laagst mogelijke toonsoort, c-klein.)

Dit stuk is een combinatie van aria (nieuwe, expressieve stijl) en motet (oude, strakke stijl). De alt, dochter van Sion (Maria Magdalena?) doolt radeloos door Gethsemane. De ‘gelovigen’ pogen de klagende te troosten met een tekst uit Salomo’s Hooglied (6:1), waar een verlaten bruid haar bruidegom zoekt. De aanvankelijke klacht nun ist mein Jesus hin verandert daardoor in de vraag wo ist mein Jesus hin? aan het harmonisch open einde (halfslot: ‘blijf luisteren!’) Een da capo zou de stuwende werking hebben verstoord.

31. Matthäus 26:57-60

tenor 1, continuo

Evangelist Evangelist
Die aber Jesum gegriffen hatten, führeten ihn zu dem Hohenpriester Kaiphas, dahin die Schriftgelehrten und Ältesten sich versammlet hatten. Zij die Jezus hadden gegrepen, brachten hem naar de hogepriester, Kajafas, naar de plaats waar de schriftgeleerden en de oudsten bijeen waren gekomen.
Petrus aber folgete ihm nach von ferne bis in den Palast des Hohenpriesters und ging hinein und satzte sich bei die Knechte, auf daß er sähe, wo es hinaus wollte. En Petrus volgde hem van een afstand naar het paleis van de hogepriester en ging daar binnen en nam plaats bij de knechten, om te kijken hoe het zou aflopen.
Die Hohenpriester aber und Ältesten und der ganze Rat suchten falsches Zeugnis wider Jesum, auf daß sie ihn töteten, und funden keines.En de hogepriesters en de oudsten en de hele raad zochten een valse getuigenis tegen Jezus om hem te kunnen doden, maar ze vonden er geen.

Het antwoord op nr. 30: Jezus is naar Kajafas. Opnieuw de Sanhedrin-hiërarchie: hogepriesters (e-f), schriftgeleerden (e-f) en oudsten (gis-b). Op de ‘valse getuigenis’ sluit het volgende koraal aan.

32. (I en II) Koraal

tutti

Mir hat die Welt trüglich gerichtMij heeft de wereld bedrieglijk gevonnist
mit Lügen und mit falschem G'dicht,met leugens en met valse verzinsels,
viel Netz und heimlich Stricken,veel vallen en heimelijke strikken.
Herr, nimm mein wahr in dieser G'fahr,Heer, bekommer u om mij in dit gevaar,
b’hüt mich für falschen Tücken.behoed mij voor valse streken.

De gemeente herkent het bedrog in de wereld maar al te goed. Strikke: de stemmen van tenor en alt verstrikken zich.

33. Matthäus 26:60-63

alt, tenor 1, tenor 2, bas 1, continuo

Evangelist Evangelist
Und wiewohl viel falsche Zeugen herzutraten, funden sie doch keins. Zuletzt traten herzu zween falsche Zeugen und sprachen: En hoewel zich veel valse getuigen meldden, vonden ze niets. Ten slotte meldden zich twee valse getuigen, die zeiden:
Zwei Zeugen Twee getuigen
Er hat gesagt: 'Ich kann den Tempel Gottes abbrechen und in dreien Tagen denselben bauen.' Hij heeft gezegd: 'Ik kan de tempel van God afbreken en die in drie dagen weer opbouwen.'
Evangelist Evangelist
Und der Hohepriester stund auf und sprach zu ihm: En de hogepriester stond op en zei tegen hem:
Hoherpriester Hogepriester
Antwortest du nichts zu dem, das diese wider dich zeugen? Geeft u geen antwoord op wat zij tegen u inbrengen?
Evangelist Evangelist
Aber Jesus schwieg stille.Maar Jezus bleef zwijgen.

De valse getuigen praten elkaar na: Bach zet een reeds door Schütz beproefd middel in, een canon. Het continuo gaat nog even door op dit goedkope liedje: zo kan ik het ook.

34. Arioso (T)

tenor 1, viola da gamba, hobo 1/2, continuo

Mein Jesus schweigt Mijn Jezus zwijgt
zu falschen Lügen stille, bij valse leugens,
um uns damit zu zeigen, om ons daarmee te tonen
daß sein Erbarmens voller Wille dat zijn mededogende wil
vor uns zum Leiden sei geneigt, bereid is voor ons te lijden,
und daß wir in dergleichen Pein en dat wij in soortgelijke pijn
ihm sollen ähnlich sein, aan hem gelijk moeten zijn
und in Verfolgung stille schweigen.en bij vervolging moeten zwijgen.

Dit onderwijzende arioso verklankt zwijgzaamheid: veel stilte en geen instrumentaal motief. (Voor een latere uitvoering waarbij geen orgel voor Koor II beschikbaar was, versterkte Bach het continuo hier en in het volgende nummer met een gamba.)

35. (II) Aria (T)

tenor 1, viola da gamba, continuo

Geduld, Geduld,Geduld, geduld
wenn mich falsche Zungen stechen.als valse tongen mij steken.
Leid ich wider meine SchuldAls ik zonder schuldig te zijn
Schimpf und Spott,word uitgescholden en bespot,
ei, so mag der liebe Gotto, moge de lieve God
meines Herzens Unschuld rächen.de onschuld van mijn hart wreken.'

Opnieuw een thema in twee delen: in de cello een rustige figuur in achtsten (het geduld), telkens (elf maal) gevolgd door onrustige sprongen in gepuncteerde zestienden (prikkende tongen van valse getuigen).

36. Matthäus 26:63-68

tenor 1, bas 1, bas 2, SATB, strijkers, traverso 1/2, hobo 1/2, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Und der Hohepriester antwortete und sprach zu ihm: En de hogepriester antwoordde:
Hoherpriester Hogepriester
Ich beschwöre dich bei dem lebendigen Gott, daß du uns sagest, ob du seiest Christus, der Sohn Gottes? Ik bezweer u bij de levende God, vertel ons of u de Christus bent, de zoon van God.
Evangelist Evangelist
Jesus sprach zu ihm: Jezus zei:
Jesus Jezus
Du sagest's; doch sage ich euch, von nun an wird's geschehen, daß ihr sehen werdet des Menschen Sohn sitzen zur Rechten der Kraft und kommen in den Wolken des Himmels. U zegt het; maar ik zeg u, van nu af zal het geschieden dat u de mensenzoon ziet zitten aan de rechterhand van de Machtige en hem ziet komen in de wolken van de hemel.
Evangelist Evangelist
Da zerriss der Hohepriester seine Kleider und sprach: Toen scheurde de hogepriester zijn kleren en zei:
Hoherpriester Hogepriester
Er hat Gott gelästert, was dürfen wir weiter Zeugnis? Siehe, itzt habt ihr seine Gotteslästerung gehöret. Was dünket euch? Hij heeft God gelasterd, waarvoor hebben we nog verdere getuigenissen nodig? Zie, nu hebt u zijn godslastering gehoord, wat vindt u?
Evangelist Evangelist
Sie antworteten und sprachen: Zij antwoordden:
Chor I und II Koor I en II
(b) Er ist des Todes schuldig! Hij verdient de dood!
Evangelist Evangelist
(c) Da speieten sie aus in sein Angesicht und schlugen ihn mit Fäusten. Etliche aber schlugen ihn ins Angesicht und sprachen: Toen spuwden ze in zijn gezicht en sloegen ze hem met hun vuisten. En sommigen sloegen hem in het gezicht terwijl ze riepen:
Chor I und II Koor I en II
(d) Weissage uns, Christe, wer ist's der dich schlug?Voorspel ons maar eens, Christus, wie is het die je heeft geslagen?

ad (a): De strikvraag wordt laconiek beantwoord. Voor de laatste maal verkondigt Christus zijn boodschap, souverein en provocatief. De stralenkrans is intensiever dan tevoren.

ad (b): Een opgehitste menigte. Een heftig, achtstemmig miniatuurmotet met vijftien thema-inzetten in vijf maten.

ad (d): Een treiterend slotkoor met elkaar overschreeuwende groepen, die beurtelings toeslaan. Muzikaal verwant aan dat andere spotkoor, Gegrüsset, nr. 53b.

37. (I en II) Koraal

tutti

Wer hat dich so geschlagen, Wie heeft u zo geslagen,
mein Heil, und dich mit Plagen mijn heil, en u met kwellingen
so übel zugericht'? zo lelijk toegetakeld?
Du bist ja nicht ein Sünder U bent immers geen zondaar
wie wir und unsre Kinder, zoals wij en onze kinderen,
von Missetaten weißt du nicht.van misdaden heeft u geen weet.

De vraag van de eerste regel is hier slechts retorisch: op dezelfde melodie klonk al in nr. 10 het antwoord Ich bin’s: de gemeente herkent zich in de omstanders.

38. Matthäus 26:69-75

sopraan, tenor 1, SATB, strijkers, traverso 1/2, hobo d'amore 1/2, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Petrus aber saß draußen im Palast; und es trat zu ihm eine Magd und sprach: En Petrus zat op de binnenplaats van het paleis, en er kwam een dienstmeisje naar hem toe, die zei:
Erste Magd Eerste dienstmeisje
Und du warest auch mit dem Jesu aus Galiläa. Jij was toch ook bij die Jezus uit Galilea?
Evangelist Evangelist
Er leugnete aber vor ihnen allen und sprach: Maar hij ontkende het voor iedereen en zei:
Petrus Petrus
Ich weiß nicht, was du sagest. Ik weet niet wat je zegt.
Evangelist Evangelist
Als er aber zur Tür hinausging, sahe ihn eine andere, und sprach zu denen, die da waren: En toen hij naar de poort liep, zag een ander dienstmeisje hem, en die zei tegen de aanwezigen:
Zweite Magd Tweede dienstmeisje
Dieser war auch mit dem Jesu von Nazareth. Hij was ook bij die Jezus van Nazareth.
Evangelist Evangelist
Und er leugnete abermal und schwur dazu: En hij ontkende het opnieuw en zwoer erbij:
Petrus Petrus
Ich kenne des Menschen nicht. Ik ken die man niet.
Evangelist Evangelist
Und über eine kleine Weile traten hinzu, die da stunden, und sprachen zu Petro: En na een poosje kwamen degenen die daar stonden naar Petrus toe en zeiden:
Chor II Koor II
(b) Wahrlich, du bist auch einer von denen; denn deine Sprache verrät dich. Jij bent beslist ook een van hen, want je accent verraadt je.
Evangelist Evangelist
(c) Da hub er an, sich zu verfluchen und zu schwören: Toen begon hij zichzelf te vervloeken en te zweren:
Petrus Petrus
Ich kenne des Menschen nicht. Ik ken die man niet.
Evangelist Evangelist
Und alsbald krähete der Hahn. En meteen kraaide de haan.
Da dachte Petrus an die Worte Jesu, da er zu ihm sagte: ‘Ehe der Hahn krähen wird, wirst du mich dreimal verleugnen.’ Toen dacht Petrus aan de woorden van Jezus, die tegen hem gezegd had: 'Voordat de haan kraait zul je mij driemaal verloochenen.'
Und ging heraus und weinete bitterlich.En hij ging naar buiten en huilde bitter.

De geagiteerde evangelist bereikt bij herhaling de hoge a en bij Und ging heraus zelfs een unieke b. In de drie achtereenvolgende ontkenningen van Petrus verschuift de nadruk naar een climax: was – ich –  kenne. Om te voorkomen dat men hem aan zijn Nazareens accent herkent, imiteert Petrus in zijn antwoorden de gebroken akkoorden van de twee dienstmeisjes.

ad (a): Na de tweede verloochening zwijgt het continuo ontsteld.

ad (b): Een Jeroen-Boschachtig tafereeltje, met ginnegappende fluiten.

ad (c): Bij Petrus’ derde ontkenning gaat het continuo mee in de fout: een lelijke verboden kwintparallel; Bach identificeert zich met Petrus. En de haan kraait, op dezelfde noten maar een kwint hoger, in de schrille toonsoort cis-klein. De voorspelde verloochening wordt bewaarheid: het ‘kruis’punt van de twee delen van de Matthäus-Passion.

39. (I) Aria (A)

alt, strijkers, solo viool, continuo

Erbarme dich,Erbarm u,
mein Gott, um meiner Zähren willen.mijn God, omwille van mijn tranen.
Schaue hier,Kijk toch,
Herz und Auge weint vor dirhart en ogen huilen
bitterlich.bitter om u.

De prachtige vioolsolo begint met de sextsprong van Ich kenne en Und alsbald uit nr. 38. Daaronder klopt pizzicato de bas op de noten van O Haupt voll Blut und Wunden. Voor wie anders dan de alt kan de louter expressieve, niet belerende tekst zijn bedoeld? Petrus’ gevoelens worden gegeneraliseerd tot die van alle gelovigen.

40. (I en II) Koraal

tutti

Bin ich gleich von dir gewichen, Al heb ik mij van u afgewend,
stell ich mich doch wider ein. ik kom toch weer terug.
Hat uns doch dein Sohn verglichen, Want uw zoon heeft ons verzoend
durch sein Angst und Todespein. door zijn angst en doodspijn.
Ich verleugne nicht die Schuld, Ik ontken de schuld niet,
aber deine Gnad und Huld maar uw genade en gunst
ist viel größer als die Sünde, zijn veel groter dan de zonde
die ich stets in mir befinde.die ik steeds weer in mezelf aantref.

De afgedwaalde gelovige die zijn schuld erkent heeft uitzicht op vergeving. Het enige koraal waaraan geen evangelietekst voorafgaat: een unieke constellatie ter afsluiting van de Petrus-episode en daarmee van Mattheüs’ hoofdstuk 26.

41. Matthäus 27:1-6

tenor 1, bas 1, SATB, viool 1 + traverso 1/2 + hobo 1/2 colla parte sopraan, viool 2 colla parte alt, altviool colla parte tenor, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Des Morgens aber hielten alle Hohepriester und die Ältesten des Volks einen Rat über Jesum, daß sie ihn töteten. Und bunden ihn, führeten ihn hin und überantworteten ihn dem Landpfleger Pontio Pilato. In de ochtend besloten alle hogepriesters en de oudsten van het volk Jezus ter dood te brengen. Ze boeiden hem, namen hem mee en leverden hem over aan de landvoogd Pontius Pilatus.
Da das sahe Judas, der ihn verraten hatte, daß er verdammt war zum Tode, gereuete es ihn und brachte herwieder die dreißig Silberlinge den Hohenpriestern und Ältesten, und sprach: Toen Judas, die hem had verraden, zag dat hij ter dood veroordeeld was, had hij berouw en bracht hij de dertig zilverlingen terug naar de hogepriesters en de oudsten, en hij zei:
Judas Judas
Ich habe übel getan, daß ich unschuldig Blut verraten habe. Ik heb kwaad gedaan doordat ik onschuldig bloed heb verraden.
Evangelist Evangelist
Sie sprachen: Zij zeiden:
Chor I und II Koor I en II
(b) Was gehet uns das an? Da siehe du zu! Wat hebben wij daarmee te maken? Los het zelf maar op!
Evangelist Evangelist
(c) Und er warf die Silberlinge in den Tempel, hub sich davon, ging hin und erhängete sich selbst. En hij smeet de zilverlingen de tempel in, maakte dat hij weg kwam en hing zichzelf op.
Aber die Hohenpriester nahmen die Silberlinge und sprachen: En de hogepriesters raapten de zilverlingen op en zeiden:
Zwei Hohepriester Twee hogepriesters
Es taugt nicht, daß wir sie in den Gotteskasten legen; denn es ist Blutgeld.Het is niet goed dat we die in de offerkist doen, want het is bloedgeld.

ad (a): De geëngageerde evangelist schildert de gebeurtenissen tamelijk dramatisch, met ongewone intervallen.

ad (b): Judas’ berouw laat het Sanhedrin koud; de eersten/lageren/oudsten/Koor II, worden overschreeuwd door de hogeren/hogepriesters/Koor I: autoritair en laatdunkend.

ad (c): Anders dan voor Petrus is er voor deze tweede ontrouwe discipel geen troost in een aria of koraal: hij handelde puur uit gewin en verhangt zich op de noten waarmee Jezus dat (in nr. 26) voorspelde. In het duet van de twee hogepriesters horen we dat de eerste priester aarzelt, pas de tweede vindt dat het geld niet in de offerkist hoort.

42. (II) Aria (B)

bas 1, strijkers, solo viool, continuo

Gebt mir meinen Jesum wieder!Geef mij mijn Jezus terug!
Seht, das Geld, den Mörderlohn,Kijk, het geld, het moordenaarsloon
wirft euch der verlorne Sohngooit de verloren zoon
zu den Füßen nieder.voor uw voeten neer.

Rinkelende zilverlingen in de soloviool. De bezetting in deze aria is dezelfde als die in Erbarme dich, maar het affect is totaal anders. Het schijnbaar opgewekte karakter en de stemsoort van de (inmiddels dode) Judas bemoeilijken de interpretatie. De vreemde plaats, vóór het eind van de Judas-episode, suggereert een reactie op de overleggingen van de priesters: hoopvolle twijfel bij de bas (gelovige tijdgenoot): kunnen de priesters het lot van Jezus nog keren?

43. Matthäus 27:7-14

tenor 1, bas 1, bas 2, strijkers, continuo

Evangelist Evangelist
Sie hielten aber einen Rat und kauften einen Töpfersacker darum zum Begräbnis der Pilger. Daher ist derselbige Acker genennet der Blutacker bis auf den heutigen Tag. Da ist erfüllet, das gesagt ist durch den Propheten Jeremias, da er spricht: ‘Sie haben genommen dreißig Silberlinge, damit bezahlet ward der Verkaufte, welchen sie kauften von den Kindern Israel, und haben sie gegeben um einen Töpfersacker, als mir der Herr befohlen hat.’ En zij overlegden en kochten van het geld de akker van een pottenbakker om er pelgrims te begraven. Daardoor heet die akker de bloedakker tot op de dag van vandaag. Zo is vervuld wat gezegd is door de profeet Jeremia toen hij zei: 'Zij namen de dertig zilverlingen waarmee de verkochte betaald was, die ze hadden gekocht van de kinderen Israëls, en gaven ze uit voor de akker van een pottenbakker, zoals de Heer mij had bevolen.'
Jesus aber stund vor dem Landpfleger; und der Landpfleger fragte ihn und sprach: Maar Jezus stond voor de landvoogd, en de landvoogd vroeg hem:
Pilatus Pilatus
Bist du der Jüden König? Bent u de koning van de Joden?
Evangelist Evangelist
Jesus aber sprach zu ihm: En Jezus antwoordde:
Jesus Jezus
Du sagest's. U zegt het.
Evangelist Evangelist
Und da er verklagt war von den Hohenpriestern und Ältesten, antwortete er nichts. Da sprach Pilatus zu ihm: En op de aanklachten van de hogepriesters en de oudsten antwoordde hij niets. Toen zei Pilatus tegen hem:
Pilatus Pilatus
Hörest du nicht, wie hart sie dich verklagen? Hoort u niet hoe zwaar ze u beschuldigen?
Evangelist Evangelist
Und er antwortete ihm nicht auf ein Wort, also, daß sich auch der Landpfleger sehr verwunderte.En hij antwoordde nergens op, zodat ook de landvoogd erg verbaasd was.

Terwijl hogepriester Kajafas informeerde naar Jezus’ religieuze status (‘zoon van God?’), vraagt stadhouder Pilatus naar zijn wereldse ambities (‘koning der Joden?’). Jezus’ korte laatste woord vóór zijn kruisiging wordt nog slechts door drie droge akkoorden van de strijkers ondersteund: de stralenkrans verbleekt.

44. (I en II) Koraal

tutti

Befiehl du deine Wege Vertrouw uw wegen
und was dein Herze kränkt en dat wat uw hart krenkt
der allertreusten Pflege toe aan de allertrouwste zorg
des, der den Himmel lenkt. van hem die de hemel bestuurt.
Der Wolken, Luft und Winden Hij die wolken, lucht en winden
gibt Wege, Lauf und Bahn, hun weg, hun loop en hun baan geeft,
der wird auch Wege finden, zal ook wel wegen vinden
da dein Fuß gehen kann.waarlangs uw voet kan gaan.

De tekst lijkt niet sterk betrokken op de voorafgaande handeling, maar de melodie, die van het passiekoraal O Haupt voll Blut und Wunden, heeft vooral een structurerende functie: inkadering van het proces voor Pilatus, straks af te sluiten met nog twee coupletten van hetzelfde koraal.

45. Matthäus 27:15-22

tenor 1, bas 1, SATB, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Auf das Fest aber hatte der Landpfleger Gewohnheit, dem Volk einen Gefangenen loszugeben, welchen sie wollten. Er hatte aber zu der Zeit einen Gefangenen, einen sonderlichen vor andern, der hieß Barrabas. Und da sie versammlet waren, sprach Pilatus zu ihnen: Nu had de landvoogd de gewoonte op het feest een gevangene vrij te laten die door het volk gekozen mocht worden. En op dat moment had hij een gevangene die zeer berucht was en Barabbas heette. En toen ze daar waren samengestroomd vroeg Pilatus:
Pilatus Pilatus
Welchen wollet ihr, daß ich euch losgebe? Barrabam oder Jesum, von dem gesaget wird, er sei Christus? Wie willen jullie dat ik vrijlaat: Barabbas of Jezus, van wie gezegd wordt dat hij Christus is?
Evangelist Evangelist
Denn er wusste wohl, daß sie ihn aus Neid überantwortet hatten. Want hij wist wel dat ze hem uit afgunst hadden overgeleverd.
Und da er auf dem Richtstuhl saß, schickete sein Weib zu ihm und ließ ihm sagen: En terwijl hij op de rechterstoel zat, liet zijn vrouw hem een boodschap overbrengen:
Pilati Weib Vrouw van Pilatus
Habe du nichts zu schaffen mit diesem Gerechten; ich habe heute viel erlitten im Traum von seinetwegen. Laat je niet in met die rechtvaardige, ik heb vannacht in mijn droom veel om hem geleden.
Evangelist Evangelist
Aber die Hohenpriester und die Ältesten überredeten das Volk, daß sie um Barrabam bitten sollten und Jesum umbrächten. En de hogepriesters en de oudsten haalden het volk over om voor Barabbas te kiezen en Jezus ter dood te laten brengen.
Da antwortete nun der Landpfleger und sprach zu ihnen: Toen vroeg de landvoogd:
Pilatus Pilatus
Welchen wollt ihr unter diesen zweien, den ich euch soll losgeben? Wie van de twee willen jullie dat ik vrijlaat?
Evangelist Evangelist
Sie sprachen: Zij riepen:
Chor I und II Koor I en II
(b) Barrabam! Barabbas!
Evangelist Evangelist
(c) Pilatus sprach zu ihnen: Pilatus vroeg:
Pilatus Pilatus
Was soll ich denn machen mit Jesu, von dem gesagt wird, er sei Christus? Wat moet ik dan doen met Jezus, van wie gezegd wordt dat hij Christus is?
Evangelist Evangelist
Sie sprachen alle: Ze riepen allemaal:
Chor I und II Koor I en II
(d) Lass ihn kreuzigen!Laat hem kruisigen!

ad (a): Er gloort nog enige hoop: Pilatus aarzelt, vanwege het motief van de Joden en door het bericht van zijn vrouw. Hoewel iemand anders haar boodschap overbrengt, laat Bach haar, ter wille van de dramatiek, zelf aan het woord.

ad (b): Pilatus’ hoop op amnestie voor Jezus strandt in de eensgezinde schare: één achtstemmig akkoord.

ad (d): Anders dan de opgewonden wirwar van Kreuzige-uitroepen in de Johannes-Passion, klinkt deze goed geordende Lass ihn kreuzigen-fuga kil en onbarmhartig. Maar de stemmen verdringen elkaar: het thema van drie maten wordt reeds na anderhalve maat door de volgende stem ingezet. De themakop visualiseert een kruis.

46. (I en II) Koraal

tutti

Wie wunderbarlich ist doch diese Strafe, Hoe wonderbaarlijk is toch die straf,
der gute Hirte leidet für die Schafe, de goede herder lijdt voor zijn schapen,
die Schuld bezahlt der Herre, der Gerechte, de heer, de rechtvaardige, betaalt de schuld
für seine Knechte.voor zijn knechten.

Opnieuw een schuldkwestie: zoals in de eerdere koralen op deze melodie, de nummers 3 en 19, maar nu in een veel geladener harmonisering: smartelijke chromatische stappen op wunderbarlich.

47. Matthäus 27:23

tenor 1, bas 1, continuo

Evangelist Evangelist
Der Landpfleger sagte: De landvoogd vroeg:
Pilatus Pilatus
Was hat er denn Übels getan?Wat heeft hij dan misdaan?

48. (I) Arioso (S)

sopraan, hobo da caccia 1/2, continuo

Er hat uns allen wohl getan,Hij heeft ons allen welgedaan,
den Blinden gab er das Gesicht,de blinden gaf hij het gezicht,
die Lahmen macht er gehend,de lammen deed hij weer lopen,
er sagt’ uns seines Vaters Wort,hij gaf ons het woord van zijn Vader door,
er trieb die Teufel fort,hij joeg de duivel weg,
betrübte hat er aufgericht',bedroefden heeft hij opgebeurd,
er nahm die Sünder auf und an,hij heeft de zondaars op- en aangenomen,
sonst hat mein Jesus nichts getan.verder heeft mijn Jezus niets gedaan.

Na het kortste recitatief schiet Bach de twijfelende Pilatus te hulp met een getuige à décharge: een miniatuur waarin al Jezus’ daden afzonderlijk hun expressie krijgen. Bij sonst hat mein Jesus nichts getan verlaten de hoboi da caccia hun tertsparallellen en moduleert de muziek naar het blanke C-groot.

49. (I) Aria (S)

sopraan, traverso 1, hobo da caccia 1/2

Aus Liebe, Uit liefde,
aus Liebe will mein Heiland sterben, uit liefde wil mijn Heiland sterven,
von einer Sünde weiß er nichts. van zonden weet hij niets.
Daß das ewige Verderben Zodat de eeuwige ondergang
und die Strafe des Gerichts en de straf van het jongste gericht
nicht auf meiner Seele bliebe.niet op mijn ziel zou blijven rusten.

Een dankbare lofzang op Jezus’ schuldeloze offerbereidheid voor sopraan en een (weergaloze) fluitsolo, slechts gesteund door een ‘bassetto’ van de twee jachthobo’s, die het (evenals in nr. 27a) ontbrekende continuo vervangen. De muziek, die zeven maal tot stilstand komt, is grondeloos, zonder baslijn en orgelakkoorden, zwevend in de lucht, met de transparantie van onschuld, ‘als een glimlach Gods’ (Van der Leeuw).

50. Matthäus 27: 23-26

tenor 1, bas 1, SATB, strijkers, traverso 1/2, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Sie schrieen aber noch mehr und sprachen: Maar ze schreeuwden nog harder:
Chor I und II Koor I en II
(b) Lass ihn kreuzigen! Laat hem kruisigen!
Evangelist Evangelist
(c) Da aber Pilatus sahe, daß er nichts schaffete, sondern daß ein viel größer Getümmel ward, nahm er Wasser, und wusch die Hände vor dem Volk, und sprach: En toen Pilatus zag dat hij niets voor elkaar kreeg maar dat het tumult nog veel sterker werd, nam hij water en waste zijn handen voor de ogen van het volk, en zei:
Pilatus Pilatus
Ich bin unschuldig an dem Blut dieses Gerechten, sehet ihr zu. Ik ben niet schuldig aan het bloed van deze rechtvaardige, lossen jullie het maar op.
Evangelist Evangelist
Da antwortete das ganze Volk, und sprach: Toen antwoordde het hele volk:
Chor I und II Koor I en II
(d) Sein Blut komme über uns und unsre Kinder! Laat zijn bloed maar over ons en onze kinderen komen!
Evangelist Evangelist
(e) Da gab er ihnen Barrabam los, aber Jesum ließ er geißeln und überantwortete ihn, daß er gekreuziget würde.Toen liet hij Barabbas vrij en Jezus liet hij geselen, en hij droeg hem over om hem te laten kruisigen.

ad (a): Terug in de ruige werkelijkheid. De opgefokte menigte handhaaft, niet geïmponeerd, haar eis van Jezus’ kruisiging, zonder nieuwe argumenten, identiek aan nr. 45b, maar met meer emotie, want één toon hoger.

ad (c): En Pilatus laat het erbij zitten.

ad (d): Een vermomde fuga: omspelingen in alle stemmen verhullen de achtereenvolgende thema-inzetten in bas, tenor, sopraan en alt. Jazzy syncopen als muzikale metafoor voor schouderophalende onverschilligheid.

51. (II) Arioso (A)

alt, viool 1/2, continuo

Erbarm es Gott,Moge God medelijden hebben,
hier steht der Heiland angebunden,hier staat de Heiland vastgebonden,
o Geißelung, o Schläg, o Wunden,o geseling, o slagen, o wonden,
ihr Henker, haltet ein!beulen, hou op!
Erweichet euchKan de zielepijn,
der Seelen Schmerz,de aanblik van die ellende,
der Anblick solchen Jammers nicht?jullie niet vermurwen?
Ach ja, ihr habt ein Herz,Ach ja, jullie hebben een hart
das muss der Martersäule gleichdat wel even hard als de martelpaal
und noch viel härter sein,en nog veel harder moet zijn,
erbarmt euch, haltet ein!heb medelijden, hou op!

Net zoals in Lasst ihn, bindet nicht (nr. 27a) richt een verbijsterde getuige nog een machteloos appel tot de beulen. Hun hart moet wel harder zijn dan de martelpaal. De begeleiding schildert de zweepslagen realistisch. Na haltet ein! stopt de muziek abrupt: es muss also gehen (nr. 28).

52. (II) Aria (A)

alt, viool 1/2, continuo

Können Tränen meiner WangenKunnen tranen van mijn wangen
nichts erlangen,niets bereiken,
o so nehmt mein Herz hinein.o, neem dan mijn hart erbij.
Aber lasst es bei den Fluten,Maar laat dat, als het bloed stroomt,
wenn die Wunden milde bluten,als de wonden mild bloeden,
auch die Opferschale sein.ook de offerschaal zijn.

De alt neemt al wat meer afstand tot de gebeurtenissen. Het gepuncteerde ritme van de zweepslagen is nog herkenbaar, maar door bogen en langere notenwaarden wat minder agressief. Als het beulshart dan onvermurwbaar blijkt, kan ons hart tenminste de bloeddruppels opvangen.

53. Matthäus 27:27-30

tenor 1, SATB, strijkers, traverso 1/2, hobo 1 colla parte viool, hobo 2 colla parte viool, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Da nahmen die Kriegsknechte des Landpflegers Jesum zu sich in das Richthaus und sammleten über ihm die ganze Schar und zogen ihn aus und legeten ihm einen Purpurmantel an und flochten eine dornene Krone und satzten sie auf sein Haupt und ein Rohr in seine rechte Hand und beugeten die Knie vor ihm und spotteten ihn und sprachen: Toen namen de soldaten van de landvoogd Jezus mee naar het gerechtsgebouw en gingen met de hele troep om hem heen staan en kleedden hem uit en trokken hem een purperen mantel aan en vlochten een doornenkroon en zetten die op zijn hoofd en gaven hem een rietstengel in zijn rechterhand en knielden voor hem en bespotten hem en zeiden:
Chor I und II Koor I en II
(b) Gegrüßet seist du, Jüdenkönig! Wees gegroet, Jodenkoning!
Evangelist Evangelist
Und speieten ihn an und nahmen das Rohr und schlugen damit sein Haupt.En ze bespuwden hem en namen de rietstengel en sloegen daarmee op zijn hoofd.

ad (b): Ritmisch, harmonisch en door zijn wisselzang is dit spotkoor muzikaal verwant aan Weissage (nr. 36d).

54. (I en II) Koraal

tutti

O Haupt voll Blut und Wunden, O hoofd vol bloed en wonden,
voll Schmerz und voller Hohn, vol pijn en vol met hoon,
o Haupt, zu Spott gebunden o hoofd, waarop tot spot
mit einer Dornenkron, een doornenkroon is gedrukt,
o Haupt, sonst schön gezieret o hoofd, anders fraai gesierd
mit höchster Ehr und Zier, met de hoogste eer en pracht
jetzt aber hoch schimpfieret, maar nu ernstig beschimpt,
gegrüßet seist du mir. wees gegroet door mij.


Du edles Angesichte, O edel gelaat,
dafür sonst schrickt und scheut waarvoor anders de hele wereld
das große Weltgewichte, vreest en schroomt,
wie bist du so bespeit, hoe komt u zo bespuwd,
wie bist du so erbleichet, hoe komt u zo bleek,
wer hat dein Augenlicht, wie heeft het licht van uw ogen
dem sonst kein Licht nicht gleichet, dat met geen enkel licht te vergelijken is,
so schändlich zugericht'?zo schandelijk toegetakeld?

Adoratie na laster. Het proces eindigt met de eerste twee coupletten van het passielied waarmee het ook begon, nu in zijn hoogste ligging: de gemeente reageert op de vernedering van Christus met een verhoging van haar toon. De woorden Haupt, Spott en Dornenkron leggen de verbale relatie met het voorafgaande; ook gegrüsset keert terug, maar nu respectvol.

55. Matthäus 27:31-32

tenor 1, continuo

Evangelist Evangelist
Und da sie ihn verspottet hatten, zogen sie ihm den Mantel aus und zogen ihm seine Kleider an und führeten ihn hin, daß sie ihn kreuzigten. En toen ze hem hadden bespot, trokken ze hem de mantel uit en deden ze hem zijn kleren weer aan en namen ze hem mee om hem te kruisigen.
Und indem sie hinausgingen, funden sie einen Menschen von Kyrene mit Namen Simon, den zwungen sie, daß er ihm sein Kreuz trug.En onderweg kwamen ze een man uit Cyrene tegen die Simon heette, en hem dwongen ze zijn kruis voor hem te dragen.

Het begin van de ‘via crucis’, met op kreuzigten een markante kruisgang in de bas.

56. (I) Arioso (B)

bas 1, viola da gamba, traverso 1/2, continuo

Ja, freilich will in uns das Fleisch und BlutJa, natuurlijk wil in ons het vlees en bloed
zum Kreuz gezwungen sein,tot het kruis worden gedwongen,
je mehr es unsrer Seele gut,hoe beter het voor onze ziel is,
je herber geht es ein.des te harder drukt het op ons.

Eerste optreden van de viola da gamba. De beschouwer (bas) identificeert zich met Simon van Cyrene in zijn strompelende gang (twee fluiten).

57. (I) Aria (B)

bas 1, viola da gamba, continuo

Komm, süßes Kreuz, so will ich sagen,Kom, zoet kruis, dat wil ik zeggen,
mein Jesu, gib es immer her.mijn Jezus, leg het mij voortdurend op.
Wird mir mein Leiden einst zu schwer,En als mijn lijden eens te zwaar wordt,
so hilfst du mir es selber tragen.dan helpt uzelf het mij dragen.

Anders dan latere tradities doen rapporteert Mattheüs uiterst summier over de kruisweg, die met trage schreden door de straten van Jeruzalem voert. De stoet werd al geschetst in het openingskoor. Hier is de reflectie erop minder diep bewogen dan men zou verwachten: conform de lutherse ‘theologica crucis’ en de barokke voorliefde voor scherpe contrasten wordt het kruis hier als ‘süss’ verwelkomd, vergelijk het bitter und doch süsse in nr. 20.

58. Matthäus 27:33-44

tenor 1, strijkers, traverso 1, traverso 2 colla parte traverso, hobo 1 colla parte viool, hobo 2 colla parte viool, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Und da sie an die Stätte kamen mit Namen Golgatha, das ist verdeutschet Schädelstätt, gaben sie ihm Essig zu trinken mit Gallen vermischet, und da er's schmeckete, wollte er's nicht trinken. En toen ze bij de plaats kwamen die Golgotha heet, dat betekent Schedelplaats, gaven ze hem zure wijn te drinken, gemengd met gal, en toen hij het proefde, wilde hij het niet drinken.
Da sie ihn aber gekreuziget hatten, teilten sie seine Kleider und wurfen das Los darum, auf daß erfüllet würde, das gesagt ist durch den Propheten: ‘Sie haben meine Kleider unter sich geteilet, und über mein Gewand haben sie das Los geworfen.’ En toen ze hem gekruisigd hadden, verdeelden ze zijn kleren door erom te loten, opdat vervuld zou worden wat gezegd is door de profeet: 'Ze hebben mijn kleren onderling verdeeld en om mijn gewaad hebben ze het lot geworpen.'
Und sie saßen allda und hüteten sein. Und oben zu seinen Häupten hefteten sie die Ursach seines Todes beschrieben, nämlich: ‘Dies ist Jesus der Jüden König’. En ze zaten daar en hielden de wacht. En boven zijn hoofd bevestigden zij een opschrift met de oorzaak van zijn dood, namelijk: 'Dit is Jezus, de koning van de Joden'.
Und da wurden zween Mörder mit ihm gekreuziget, einen zur Rechten und einen zur Linken. En er werden twee moordenaars met hem gekruisigd, een rechts van hem en een links.
Die aber vorübergingen, lästerten ihn, und schüttelten ihre Köpfe, und sprachen: En mensen die voorbij kwamen scholden hem uit en schudden hun hoofd en riepen:
Chor I und II Koor I en II
(b) Der du den Tempel Gottes zerbrichst und bauest ihn in dreien Tagen, hilf dir selber, bist du Gottes Sohn, so steig herab vom Kreuz! Jij die de tempel van God afbreekt en hem in drie dagen weer opbouwt, help nu jezelf; als je Gods zoon bent, kom dan van het kruis af!
Evangelist Evangelist
(c) Desgleichen auch die Hohenpriester spotteten sein samt den Schriftgelehrten und Ältesten und sprachen: Ook de hogepriesters bespotten hem, evenals de schriftgeleerden en oudsten, en zeiden:
Chor I und II Koor I en II
(d) Andern hat er geholfen und kann ihm selber nicht helfen. Anderen heeft hij geholpen maar zichzelf kan hij niet helpen.
Ist er der König Israel, so steige er nun vom Kreuz, so wollen wir ihm glauben. Er hat Gott vertrauet, der erlöse ihn nun, lüstet's ihn; denn er hat gesagt: ‘Ich bin Gottes Sohn.’ Als hij de koning van Israël is, laat hij dan nu van het kruis komen, dan zullen we hem geloven. Hij heeft op God vertrouwd, laat die hem nu verlossen als hij daar zin in heeft; want hij heeft gezegd: 'Ik ben de zoon van God.'
Evangelist Evangelist
(e) Desgleichen schmäheten ihn auch die Mörder, die mit ihm gekreuziget waren.Zo beschimpten hem ook de moordenaars die met hem waren gekruisigd.

ad (a): zur Rechten is goed: hoge fis, zur Linken is slecht: lage fis. De musici spelen intussen kruizen voor vrijwel elke noot: ‘Augenmusik’.

ad (b): (b) en (d) zijn twee vergelijkbare cynische spotkoren, met dezelfde opbouw: een dialogerend dubbelkorig begin, een motet-achtig vervolg. Maar het eerste, van de voorbijgangers, is ordinair, het tweede, van de hogepriesters en schriftgeleerden, is deftiger, met een opgeblazen, zelfvoldaan unisono tot slot.

ad (d): Ist er der König Israel klinkt op de wijze van O Lamm Gottes, unschuldig!

59. (I) Arioso (A)

alt, solo cello, hobo da caccia 1/2, continuo

Ach Golgatha, unselges Golgatha! Ach Golgotha, onzalig Golgotha!
Der Herr der Herrlichkeit De Heer der heerlijkheid
muß schimpflich hier verderben, moet hier smadelijk ten onder gaan,
der Segen und das Heil der Welt de zegen en het heil der wereld
wird als ein Fluch ans Kreuz gestellt. wordt als een vloek aan het kruis genageld.
Der Schöpfer Himmels und der Erden De schepper van hemel en aarde
soll Erd und Luft entzogen werden. moet worden beroofd van aarde en lucht.
Die Unschuld muß hier schuldig sterben, De onschuld moet hier schuldig sterven,
das gehet meiner Seele nah. dat gaat mij aan het hart.
Ach Golgatha, unselges Golgatha!Ach Golgotha, onzalig Golgotha!

Zonder specifiek verband met een voorafgaand evangeliewoord betreurt de alt (de dochter van Sion) de onschuldig lijdende Christus, met extreme, radeloze harmonieën, het donkere coloriet van lage hobo’s, sombere mineur-toonsoorten, en een onbestemd einde. In het pizzicato van de cello horen we de doodsklokken luiden. Dit had Mahler niet beter gekund, aldus Herreweghe.

60. (I) Aria (A) en (II) koor

alt, SATB, hobo da caccia 1/2, continuo

Sehet Jesus hat die Hand, Zie, Jezus heeft zijn hand
uns zu fassen, ausgespannt, uitgestrekt om ons te omvatten,
kommt - Wohin? - in Jesu Armen. kom - Waarheen? - in Jezus' armen.
Sucht Erlösung, nehmt Erbarmen, Zoek verlossing, aanvaard ontferming,
suchet - Wo? - in Jesu Armen, zoek - Waar? - in Jezus' armen,
lebet, sterbet, ruhet hier, leef, sterf, rust hier,
ihr verlassnen Küchlein ihr, o verlaten kuikentjes,
bleibet - Wo? - in Jesu Armen.blijf - Waar? - in Jezus' armen.

De sfeer is alweer wat opgeklaard. In wat wel een wiegelied lijkt nodigt de dochter van Sion de (zoals in nr. 1) vragende ‘gelovigen’ uit hun vertrouwen te leggen in de uitgestrekte handen van hun gekruisigde Heer, als verlaten kuikentjes. Een onverwacht motiefje van de continuobas in maat 49 attendeert ons erop dat Bach hier een hele maat uit O Mensch, bewein dein Sünde groß (nr. 29) citeert (maat 88: wohl an dem Kreuze).

61. Matthäus 27:45-50

tenor 1, bas 1, SATB, strijkers, traverso 1/2, hobo 1/2, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Und von der sechsten Stunde an war eine Finsternis über das ganze Land bis zu der neunten Stunde. Und um die neunte Stunde schriee Jesus laut, und sprach: En vanaf het zesde uur lag er een duisternis op het hele land tot aan het negende uur. En rond het negende uur schreeuwde Jezus luid:
Jesus Jezus
Eli, Eli, lama asabthani? Eli, Eli, lama asabthani?
Evangelist Evangelist
Das ist: ‘Mein Gott, mein Gott, warum hast du mich verlassen?’ Dat betekent: 'Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?'
Etliche aber, die da stunden, da sie das höreten, sprachen sie: En enkele omstanders die dat hoorden zeiden:
Chor I Koor I
(b) Der rufet dem Elias! Hij roept Elia!
Evangelist Evangelist
(c) Und bald lief einer unter ihnen, nahm einen Schwamm und füllete ihn mit Essig und steckete ihn auf ein Rohr und tränkete ihn. Die andern aber sprachen: En een van hen haastte zich om een spons te pakken; hij vulde die met zure wijn en stak hem op een rietstengel en gaf hem te drinken. En de anderen zeiden:
Chor II Koor II
(d) Halt, lass sehen, ob Elias komme und ihm helfe? Wacht, laten we kijken of Elia hem komt helpen.
Evangelist Evangelist
(e) Aber Jesus schriee abermal laut und verschied.Maar Jezus schreeuwde opnieuw luid, en gaf de geest.

ad (a): Bij Jezus’ laatste woorden blijft, ten teken van absolute godverlatenheid, de strijkersbegeleiding geheel achterwege, maar de aangehouden continuonoten verheffen dit spreken boven het menselijke.

ad (b): Omstanders misverstaan het door Jezus in zijn moedertaal, het Aramees, uitgesproken Eli (God) als een beroep op de profeet Elias. (b) en (d) zijn twee zeer beknopte turbae, gescandeerde uitroepen met identieke orkestrale figuraties, die herinneren aan het tumultmotief in turbae van de Johannes-Passion.

ad (e): Anders dan met het waardige Es ist vollbracht uit de Johannes-Passion sterft Jezus met een tekstloze kreet: een ontredderd mens.

62. (I en II) Koraal

tutti

Wenn ich einmal soll scheiden, Als ik eens het leven moet verlaten,
so scheide nicht von mir, verlaat u mij dan niet,
wenn ich den Tod soll leiden, als ik moet sterven,
so tritt du denn herfür, verschijnt u dan.
wenn mir am allerbängsten Als mijn hart
wird um das Herze sein, het allerbangst is,
so reiß mich aus den Ängsten trek mij dan weg uit mijn angsten
kraft deiner Angst und Pein.krachtens uw angst en pijn.

Na Christus’ dood geen aria (zoals in de Johannes- en de Markus-Passion), maar een koraal als gebed: de laatste keer dat het passiekoraal O Haupt voll Blut und Wunden klinkt, nu in zijn laagste ligging en met schrijnende harmoniseringen.

63. Matthäus 27:51-58

alt, SATB, viool 1 colla parte sopraan, viool 2 colla parte alt, altviool colla parte tenor, hobo 1 colla parte viool, hobo 2 colla parte viool, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Und siehe da, der Vorhang im Tempel zerriß in zwei Stück, von oben an bis unten aus. Und die Erde erbebete, und die Felsen zerrissen, und die Gräber täten sich auf und stunden auf viel Leiber der Heiligen, die da schliefen, und gingen aus den Gräbern nach seiner Auferstehung und kamen in die heilige Stadt und erschienen vielen. En zie, het gordijn in de tempel scheurde in tweeën, van boven naar beneden. En de aarde beefde en de rotsen scheurden en de graven gingen open en veel lichamen van heiligen die daar sliepen stonden op, en zij verlieten hun graven na zijn opstanding en kwamen in de heilige stad en verschenen aan velen.

Aber der Hauptmann und die bei ihm waren und bewahreten Jesum, da sie sahen das Erdbeben und was da geschah, erschraken sie sehr und sprachen: En toen de commandant en zijn mannen, die Jezus bewaakten, de aardbeving zagen en wat daar gebeurde, schrokken ze hevig en zeiden:
Chor I und I Koor I en II
(b) Wahrlich, dieser ist Gottes Sohn gewesen. Werkelijk, deze man was de zoon van God.
Evangelist Evangelist
(c) Und es waren viel Weiber da, die von ferne zusahen, die da waren nachgefolget aus Galiläa und hatten ihm gedienet, unter welchen war Maria Magdalena und Maria, die Mutter Jacobi und Joses, und die Mutter der Kinder Zebedäi. En er waren daar veel vrouwen die uit de verte toekeken; zij waren hem gevolgd vanuit Galilea en hadden hem gediend; onder hen waren Maria Magdalena en Maria de moeder van Jacobus en Jozef, en de moeder van de kinderen van Zebedeüs.
Am Abend aber kam ein reicher Mann von Arimathia, der hieß Joseph, En 's avonds kwam er een rijke man uit Arimathea, die Jozef heette
welcher auch ein Jünger Jesu war, der ging zu Pilato und bat ihn um den Leichnam Jesu. Da befahl Pilatus, man sollte ihm ihn geben.en die ook een discipel van Jezus was; hij ging naar Pilatus en vroeg hem om het lichaam van Jezus. En Pilatus beval het hem te geven.

ad (a):  Met bescheiden middelen wordt hier een realistische schets gegeven van apocalyptisch natuurgeweld dat uitnodigt tot een negentiende-eeuwse instrumentatie. Grote ritmische en harmonische onrust; de partij van de evangelist beslaat twee octaven.

ad (b): Bach laat zijn twee indrukwekkendste maten voor alle uitvoerenden strikt genomen klinken uit de monden van een Romeinse hoofdman en zijn manschappen. Of representeren zij met hun credo de gehele mensheid?

64. (I) Arioso (B)

bas 1, strijkers, continuo

Am Abend, da es kühle war,In de avond, toen het koel was,
ward Adams Fallen offenbar;kwam Adams val aan het licht;
am Abend drücket ihn der Heiland nieder,in de avond maakt de Heiland die ongedaan,
am Abend kam die Taube wiederin de avond kwam de duif terug
und trug ein Ölblatt in dem Munde,met een olijfblad in zijn snavel,
o schöne Zeit, o Abendstunde!o schone tijd, o avonduur!
Der Friedensschluss ist nun mit Gott gemacht;Er is nu vrede met God gesloten
denn Jesus hat sein Kreuz vollbracht,want Jezus heeft zijn kruis volbracht,
sein Leichnam kömmt zur Ruh,zijn lichaam komt tot rust,
ach, liebe Seele, bitte du,ach, lieve ziel, alsjeblieft,
geh, lasse dir den toten Jesum schenken,aanvaard de dode Jezus als geschenk,
o heilsames, o köstlichs Angedenken!o heilzaam, o kostbaar aandenken.

Stilte na de storm, serene rust volgt op de verschrikkelijke gebeurtenissen van de dag. Lage strijkersnoten doen bladeren ruisen in de avondkoelte. Een lyrisch hoogtepunt in g-klein, Bachs ‘allerschönste Thon, die ziemliche Ernsthaftigkeit verbindet mit munterer Lieblichkeit, Anmuth und Gefälligkeit’ (Mattheson?)

65. (I) Aria (B)

bas 1, strijkers, hobo da caccia 1 colla parte viool, hobo da caccia 2 colla parte viool, continuo

Mache dich, mein Herze, rein, Maak jezelf rein, mijn hart,
ich will Jesum selbst begraben, ik wil Jezus zelf begraven,
denn er soll nunmehr in mir want hij zal voortaan in mij
für und für blijvend
seine süße Ruhe haben, van zijn zoete rust genieten,
Welt, geh aus, laß Jesum ein!wereld, verdwijn, laat Jezus binnen!

Jezus vindt zijn laatste rustplaats in ons hart, en dat rechtvaardigt de gedempte vreugde van dit dansante stuk; direct na Jezus’ dood een tamelijk shockerend contrast.

66. Matthäus 27:59-66

tenor 1, SATB, strijkers, traverso 1 + hobo 1 colla parte viool, traverso 2 + hobo 2 colla parte viool, continuo

Evangelist Evangelist
(a) Und Joseph nahm den Leib und wickelte ihn in ein rein Leinwand und legte ihn in sein eigen neu Grab, welches er hatte lassen in einen Fels hauen, und wälzete einen großen Stein vor die Tür des Grabes und ging davon. En Jozef nam het lichaam en wikkelde het in een schone linnen doek en legde het in zijn eigen nieuwe graf, dat hij in een rots had laten uithouwen, en rolde een grote steen voor de ingang van het graf en ging weg.
Es war aber allda Maria Magdalena und die andere Maria, die satzten sich gegen das Grab. En Maria Magdalena en de andere Maria gingen bij het graf zitten.
Des andern Tages, der da folget nach dem Rüsttage, kamen die Hohenpriester und Pharisäer sämtlich zu Pilato und sprachen: De volgende dag, na de dag van de voorbereiding voor Pasen, kwamen alle hogepriesters en farizeeën bij Pilatus en zeiden:
Chor I und II Koor I en II
(b) Herr, wir haben gedacht, daß dieser Verführer sprach, da er noch lebete: ‘Ich will nach dreien Tagen wieder auferstehen.’ Darum befiehl, daß man das Grab verwahre bis an den dritten Tag, auf daß nicht seine Jünger kommen und stehlen ihn und sagen zu dem Volk: ‘Er ist auferstanden von den Toten’, und werde der letzte Betrug ärger denn der erste. Heer, wij bedachten dat deze verleider, toen hij nog leefde, heeft gezegd: 'Ik zal na drie dagen opstaan.' Geef daarom opdracht het graf te laten bewaken tot aan de derde dag, om te voorkomen dat zijn discipelen hem komen stelen en tegen het volk zeggen: 'Hij is opgestaan uit de dood', want dan zou het laatste bedrog nog erger zijn dan het eerste.
Evangelist Evangelist
(c) Pilatus sprach zu ihnen: Pilatus zei:
Pilatus Pilatus
Da habt ihr die Hüter; gehet hin und verwahret's, wie ihr's wisset. Hier zijn de bewakers, laat het graf maar bewaken zoals u weet dat het moet.
Evangelist Evangelist
Sie gingen hin und verwahreten das Grab mit Hütern und versiegelten den Stein.Zij gingen naar het graf en zetten er bewakers bij en verzegelden de steen.

Het Evangelie van Mattheüs gaat verder waar dat van Johannes ophoudt.

ad (b): Een kille redenering van de hogepriesters en schriftgeleerden, gezet in motetvorm, d.w.z. alle stemmen  verwerken imiterend per zin verschillende, beeldende motieven: auferstehen (omhoog), befiehl (van bovenaf), verwahren en Tod (lange liggende noten) enz.

ad (c): Maar waar de geschiedenis definitief is afgesloten, gaan dichter en componist nog verder.

67. (I) Arioso (S, A, T, B) en (II) koor

sopraan, alt, tenor 1, bas 1, SATB, strijkers, traverso 1, traverso 2 colla parte traverso, hobo 1 colla parte viool, hobo 2 colla parte viool, continuo

Bass Bas
Nun ist der Herr zur Ruh' gebracht. Nu is de Heer tot rust gebracht.
Chor Koor
Mein Jesu, gute Nacht. Mijn Jezus, goede nacht.
Tenor Tenor
Die Müh ist aus, De moeite is voorbij,
die unsre Sünden ihm gemacht. die onze zonden hem hebben gekost.
Chor Koor
Mein Jesu, gute Nacht. Mijn Jezus, goede nacht.
Alt Alt
O selige Gebeine, O, gelukzalige beenderen,
seht, wie ich euch mit Buß und Reu beweine, zie hoe ik jullie boetvaardig en berouwvol beween
daß euch mein Fall in solche Not gebracht. omdat mijn val jullie in die ellende heeft gebracht.
Chor Koor
Mein Jesu, gute Nacht. Mijn Jezus, goede nacht.
Sopran Sopraan
Habt lebenslang vor euer Leiden Ontvang levenslang mijn grote dank
tausend Dank, daß ihr mein Seelenheil voor jullie lijden, voor het feit
so wert geacht'. dat jullie mijn zieleheil zo belangrijk vonden.
Chor Koor
Mein Jesu, gute Nacht.Mijn Jezus, goede nacht.

Als naaste verwanten brengen de solisten (van I), met behoud van ieders eigen karakter, een laatste groet aan het graf, centrale begrippen als Ruh, Müh, Buss und Reu resumerend. De tot nu toe aarzelende gelovigen (II) lijken nu geheel overtuigd, hun stemgroepen initiëren beurtelings het refrein. Hun litanie wordt ondersteund door strijkers van I. Bach zet nadrukkelijk niet het gehele dubbelkoor in: niet de hele wereld is op het afscheid genodigd.

68. (I en II) Koor

tutti

Wir setzen uns mit Tränen nieder Wij gaan zitten in tranen
und rufen dir im Grabe zu, en roepen u in het graf toe:
ruhe sanfte, sanfte ruh. rust zacht, rust zacht.
Ruht, ihr ausgesognen Glieder, Rust, uitgeputte ledematen,
euer Grab und Leichenstein jullie graf en lijksteen
soll dem ängstlichen Gewissen moeten voor het angstige geweten
ein bequemes Ruhekissen een gerieflijk hoofdkussen
und der Seelen Ruhstatt sein, en een rustplaats voor de ziel zijn,
höchst vergnügt schlummern da die Augen ein.heel tevreden vallen de ogen in slaap.

Conclusio. Qua structuur is dit een da-capoaria (A-B-A), qua vorm een sarabande, de karakteristieke dans voor rouw en eerbied, in groepen van twaalf maten. Niet smart, maar de rustgevende zekerheid van verlossing overheerst. Dubbelkorig in de traditie ‘dochter van Sion’ enerzijds en ‘gelovigen’ anderzijds, waarbij alleen Koor II in het B-deel driemaal de hoofdzin herhaalt. Tegenover de verwarrende polyfonie van het openingskoor staat hier de rust van de eenstemmigheid. Höchst vergnügt is een bevreemdend contrast, maar wijst terug naar de zonden die insliepen in nr. 20. Dit is een van de weinige plaatsen waar Bach dynamische aanwijzingen (forte, piano, pianissimo enz.) geeft. De grond- en slottoon van dit stuk in c-klein is de laagst haalbare. De fluiten besluiten met een intens droevige, dissonante voorhouding.

 

Naschrift

Eduard van Hengel was bezig de bespreking en de toelichtingen van de Matthäus-Passion bij te werken op basis van inmiddels opgedane kennis. Hij heeft het niet kunnen voltooien en wij, zijn erven, presenteren hier de bestaande versie, aangevuld met wat nog te achterhalen viel.