naar de bespreking van BWV 173
Erhöhtes Fleisch und Blut (BWV 173)
Johann Sebastian Bach
1. Recitatief (T) | |
---|---|
Erhöhtes Fleisch und Blut, | Verhoogd vlees en bloed |
das Gott selbst an sich nimmt, | dat God zelf tot zich neemt, |
dem er schon hier auf Erden | en waarvoor hij al hier op aarde |
ein himmlisch Heil bestimmt, | een hemels heil heeft bestemd, |
des Höchsten Kind zu werden, | namelijk een kind van de Hoogste te worden, |
erhöhtes Fleisch und Blut! | verhoogd vlees en bloed! |
2. Aria (T) | |
Ein geheiligtes Gemüte | Een geheiligd gemoed |
sieht und schmecket Gottes Güte. | ziet en proeft Gods goedheid. |
Rühmet, singet, stimmt die Saiten, | Prijs, zing, stem de snaren |
Gottes Treue auszubreiten! | om Gods trouw te verspreiden! |
3. Aria (A) | |
Gott will, o ihr Menschenkinder, | God, o mensenkinderen, wil |
an euch große Dinge tun. | grote dingen aan u doen. |
Mund und Herze, Ohr und Blicke | Mond en hart, oren en blikken |
können nicht bei diesem Glücke | kunnen niet rusten bij dit geluk |
und so heilger Freude ruhn. | en bij zo'n heilige vreugde. |
4. Aria / Duet (S, B) | |
(B) So hat Gott die Welt geliebt, | (B) God heeft de wereld zo liefgehad |
sein Erbarmen hilft uns Armen, | zijn ontferming helpt ons stakkers, |
daß er seinen Sohn uns gibt, | dat hij ons zijn Zoon geeft |
Gnadengaben zu genießen, | zodat wij genadegaven kunnen genieten |
die wie reiche Ströme fließen. | die stromen als rijke rivieren. |
(S) Sein verneuter Gnadenbund | (S) Zijn vernieuwde genadeverbond |
ist geschäftig und wird kräftig | is actief en wordt krachtig |
in der Menschen Herz und Mund, | in het hart en de mond van de mensen, |
daß sein Geist zu seiner Ehre | zodat zijn Geest tot zijn eer |
gläubig zu ihm rufen lehre. | hen gelovig tot hem leert roepen. |
(S, B) Nun wir lassen unsre Pflicht | (S & B) Laten wij nu onze verschuldigde |
Opfer bringen, dankend singen, | offers brengen, dankend zingen, |
da sein offenbartes Licht | want zijn geopenbaarde licht |
sich zu seinen Kindern neiget | buigt zich over zijn kinderen |
und sich ihnen kräftig zeiget. | en toont hun zijn kracht. |
5. Recitatief / Duet (S, T) | |
Unendlichster, den man doch Vater nennt, | Oneindige, die toch Vader wordt genoemd, |
wir wollen dann das Herz zum Opfer bringen, | wij willen u ons hart offeren; |
aus unsrer Brust, | vanuit ons binnenste, |
die ganz vor Andacht brennt, | dat brandt van vroomheid, |
soll sich der Seufzer Glut | moet het vuur van onze zuchten |
zum Himmel schwingen. | opstijgen naar de hemel. |
6. Koor | |
Rühre, Höchster, unsern Geist, | Raak onze geest aan, o Allerhoogste, |
daß des höchsten Geistes Gaben | zodat de gaven van de hoogste Geest |
ihre Würkung in uns haben! | in ons gaan werken! |
Da dein Sohn uns beten heißt, | Omdat uw Zoon ons opdraagt te bidden, |
wird es durch die Wolken dringen | zal ons gebed door de wolken heendringen |
und Erhörung auf uns bringen. | en zullen wij verhoord worden. |
Libretto: onbekend | Vertaling: Ria van Hengel |
Kale tekst origineel
1. Recitatief (T)
Erhöhtes Fleisch und Blut,
das Gott selbst an sich nimmt,
dem er schon hier auf Erden
ein himmlisch Heil bestimmt,
des Höchsten Kind zu werden,
erhöhtes Fleisch und Blut!
2. Aria (T)
Ein geheiligtes Gemüte
sieht und schmecket Gottes Güte.
Rühmet, singet, stimmt die Saiten,
Gottes Treue auszubreiten!
3. Aria (A)
Gott will, o ihr Menschenkinder,
an euch große Dinge tun.
Mund und Herze, Ohr und Blicke
können nicht bei diesem Glücke
und so heilger Freude ruhn.
4. Aria / Duet (S, B)
(B) So hat Gott die Welt geliebt,
sein Erbarmen hilft uns Armen,
daß er seinen Sohn uns gibt,
Gnadengaben zu genießen,
die wie reiche Ströme fließen.
(S) Sein verneuter Gnadenbund
ist geschäftig und wird kräftig
in der Menschen Herz und Mund,
daß sein Geist zu seiner Ehre
gläubig zu ihm rufen lehre.
(S, B) Nun wir lassen unsre Pflicht
Opfer bringen, dankend singen,
da sein offenbartes Licht
sich zu seinen Kindern neiget
und sich ihnen kräftig zeiget.
5. Recitatief / Duet (S, T)
Unendlichster, den man doch Vater nennt,
wir wollen dann das Herz zum Opfer bringen,
aus unsrer Brust,
die ganz vor Andacht brennt,
soll sich der Seufzer Glut
zum Himmel schwingen.
6. Koor
Rühre, Höchster, unsern Geist,
daß des höchsten Geistes Gaben
ihre Würkung in uns haben!
Da dein Sohn uns beten heißt,
wird es durch die Wolken dringen
und Erhörung auf uns bringen.
Libretto: onbekend
Kale tekst Nederlandse vertaling
1. Recitatief (T)
Verhoogd vlees en bloed
dat God zelf tot zich neemt,
en waarvoor hij al hier op aarde
een hemels heil heeft bestemd,
namelijk een kind van de Hoogste te worden,
verhoogd vlees en bloed!
2. Aria (T)
Een geheiligd gemoed
ziet en proeft Gods goedheid.
Prijs, zing, stem de snaren
om Gods trouw te verspreiden!
3. Aria (A)
God, o mensenkinderen, wil
grote dingen aan u doen.
Mond en hart, oren en blikken
kunnen niet rusten bij dit geluk
en bij zo'n heilige vreugde.
4. Aria / Duet (S, B)
(B) God heeft de wereld zo liefgehad
zijn ontferming helpt ons stakkers,
dat hij ons zijn Zoon geeft
zodat wij genadegaven kunnen genieten
die stromen als rijke rivieren.
(S) Zijn vernieuwde genadeverbond
is actief en wordt krachtig
in het hart en de mond van de mensen,
zodat zijn Geest tot zijn eer
hen gelovig tot hem leert roepen.
(S & B) Laten wij nu onze verschuldigde
offers brengen, dankend zingen,
want zijn geopenbaarde licht
buigt zich over zijn kinderen
en toont hun zijn kracht.
5. Recitatief / Duet (S, T)
Oneindige, die toch Vader wordt genoemd,
wij willen u ons hart offeren;
vanuit ons binnenste,
dat brandt van vroomheid,
moet het vuur van onze zuchten
opstijgen naar de hemel.
6. Koor
Raak onze geest aan, o Allerhoogste,
zodat de gaven van de hoogste Geest
in ons gaan werken!
Omdat uw Zoon ons opdraagt te bidden,
zal ons gebed door de wolken heendringen
en zullen wij verhoord worden.
Vertaling: Ria van Hengel