naar de bespreking van BWV 166
Wo gehest du hin? (BWV 166)
Johann Sebastian Bach
1. Aria (B) | |
---|---|
»Wo gehest du hin?« | Waar gaat u naartoe? |
2. Aria (T) | |
Ich will an den Himmel denken | Ik wil aan de hemel denken |
und der Welt mein Herz nicht schenken. | en mijn hart niet aan de wereld schenken. |
Denn ich gehe oder stehe, | Want of ik ga of sta, |
so liegt mir die Frag im Sinn: | altijd houdt de vraag mij bezig; |
Mensch, ach Mensch, wo gehst du hin? | Mens, ach mens, waar ga je naartoe? |
3. Aria/koraal (S) | |
Ich bitte dich, Herr Jesu Christ, | Ik vraag u, Heer Jezus Christus, |
halt mich bei den Gedanken | houd mij bij die gedachte |
und laß mich ja zu keiner Frist | en laat mij nooit |
von dieser Meinung wanken, | aan die mening twijfelen, |
sondern dabei verharren fest, | maar me eraan vasthouden, |
bis daß die Seel aus ihrem Nest | totdat mijn ziel vanuit haar nest |
wird in den Himmel kommen. | in de hemel komt. |
4. Recitatief (B) | |
Gleichwie die Regenwasser bald verfließen | Zoals regenwater snel wegstroomt |
und manche Farben leicht verschießen, | en kleuren gemakkelijk verschieten, |
so geht es auch der Freude in der Welt, | zo gaat het ook met de vreugde in de wereld, |
auf welche mancher Mensch so viele Stücken hält; | waar mensen zoveel waarde aan hechten; |
denn ob man gleich zuweilen sieht, | want hoewel je soms ziet |
daß sein gewünschtes Glücke blüht, | dat je gewenste geluk bloeit, |
so kann doch wohl in besten Tagen | toch kan in de beste dagen |
ganz unvermut’ die letzte Stunde schlagen. | heel onverwachts je laatste uur slaan. |
5. Aria (A) | |
Man nehme sich in acht, | Je moet oppassen |
wenn das Gelücke lacht. | als het geluk je toelacht. |
Denn es kann leicht auf Erden | Want het kan op aarde gemakkelijk |
vor abends anders werden, | nog voor de avond anders worden |
als man am Morgen nicht gedacht. | dan je 's morgens nog dacht. |
6. Koraal | |
Wer weiß, wie nahe mir mein Ende! | Wie weet hoe dichtbij mijn einde is! |
Hin geht die Zeit, her kommt der Tod; | De tijd gaat heen, de dood komt; |
ach wie geschwinde und behende | ach, hoe snel en vlug |
kann kommen meine Todesnot. | kan mijn doodsnood komen! |
Mein Gott, ich bitt durch Christi Blut: | Mijn God, ik smeek u bij het bloed van Christus, |
machs nur mit meinem Ende gut! | geef mij een goed einde! |
Libretto: onbekend | Vertaling: Ria van Hengel |
Kale tekst origineel
1. Aria (B)
»Wo gehest du hin?«
2. Aria (T)
Ich will an den Himmel denken
und der Welt mein Herz nicht schenken.
Denn ich gehe oder stehe,
so liegt mir die Frag im Sinn:
Mensch, ach Mensch, wo gehst du hin?
3. Aria/koraal (S)
Ich bitte dich, Herr Jesu Christ,
halt mich bei den Gedanken
und laß mich ja zu keiner Frist
von dieser Meinung wanken,
sondern dabei verharren fest,
bis daß die Seel aus ihrem Nest
wird in den Himmel kommen.
4. Recitatief (B)
Gleichwie die Regenwasser bald verfließen
und manche Farben leicht verschießen,
so geht es auch der Freude in der Welt,
auf welche mancher Mensch so viele Stücken hält;
denn ob man gleich zuweilen sieht,
daß sein gewünschtes Glücke blüht,
so kann doch wohl in besten Tagen
ganz unvermut’ die letzte Stunde schlagen.
5. Aria (A)
Man nehme sich in acht,
wenn das Gelücke lacht.
Denn es kann leicht auf Erden
vor abends anders werden,
als man am Morgen nicht gedacht.
6. Koraal
Wer weiß, wie nahe mir mein Ende!
Hin geht die Zeit, her kommt der Tod;
ach wie geschwinde und behende
kann kommen meine Todesnot.
Mein Gott, ich bitt durch Christi Blut:
machs nur mit meinem Ende gut!
Libretto: onbekend
Kale tekst Nederlandse vertaling
1. Aria (B)
Waar gaat u naartoe?
2. Aria (T)
Ik wil aan de hemel denken
en mijn hart niet aan de wereld schenken.
Want of ik ga of sta,
altijd houdt de vraag mij bezig;
Mens, ach mens, waar ga je naartoe?
3. Aria/koraal (S)
Ik vraag u, Heer Jezus Christus,
houd mij bij die gedachte
en laat mij nooit
aan die mening twijfelen,
maar me eraan vasthouden,
totdat mijn ziel vanuit haar nest
in de hemel komt.
4. Recitatief (B)
Zoals regenwater snel wegstroomt
en kleuren gemakkelijk verschieten,
zo gaat het ook met de vreugde in de wereld,
waar mensen zoveel waarde aan hechten;
want hoewel je soms ziet
dat je gewenste geluk bloeit,
toch kan in de beste dagen
heel onverwachts je laatste uur slaan.
5. Aria (A)
Je moet oppassen
als het geluk je toelacht.
Want het kan op aarde gemakkelijk
nog voor de avond anders worden
dan je 's morgens nog dacht.
6. Koraal
Wie weet hoe dichtbij mijn einde is!
De tijd gaat heen, de dood komt;
ach, hoe snel en vlug
kan mijn doodsnood komen!
Mijn God, ik smeek u bij het bloed van Christus,
geef mij een goed einde!
Vertaling: Ria van Hengel