naar de bespreking van BWV 165

O heilges Geist- und Wasserbad (BWV 165)

Johann Sebastian Bach

1. Aria (S)

O heilges Geist- und Wasserbad,O heilig bad van geest en water
das Gottes Reich uns einverleibetdat ons inlijft bij Gods rijk
und uns ins Buch des Lebens schreibet!en ons in het boek des levens schrijft!
O Flut, die alle MissetatO vloed die alle misdaden
durch ihre Wunderkraft ertränketmet zijn wonderkracht verdrinkt
und uns das neue Leben schenket!en ons het nieuwe leven schenkt!
O heilges Geist- und Wasserbad!O heilig bad van geest en water!

2. Recitatief (B)

Die sündige Geburt Het zondige voortbrengsel
verdammter Adamserben van Adams vervloekte nazaten
gebieret Gottes Zorn, den Tod und das Verderben. baart Gods toorn, de dood en het verderf.
Denn was vom Fleisch geboren ist, Want wat uit vlees geboren is,
ist nichts als Fleisch, von Sünden angestecket, is niets anders dan vlees, door zonden besmet,
vergiftet und beflecket. vergiftigd en bevlekt.
Wie selig ist ein Christ! Hoe zalig is een christen!
Er wird im Geist- und Wasserbade Hij wordt in het bad van geest en water
ein Kind der Seligkeit und Gnade. een kind van zaligheid en genade.
Er ziehet Christum an Hij hult zich in Christus
und seiner Unschuld weiße Seide, en in de witte zijde van zijn onschuld,
er wird mit Christi Blut, hij wordt met het bloed van Christus,
der Ehren Purpurkleide, im Taufbad angetan.het purperen erekleed, in het doopbad gekleed.

3. Aria (A)

Jesu, der aus großer LiebeJezus, die mij uit grote liefde
in der Taufe mir verschriebein de doop leven, heil
Leben, Heil und Seligkeit,en zaligheid hebt beloofd,
hilf, daß ich mich dessen freuehelp me mij daarover te verheugen
und den Gnadenbund erneueen het genadeverbond te vernieuwen
in der ganzen Lebenszeit.alle dagen van mijn leven.

4. Recitatief (B)

Ich habe ja, mein Seelenbräutigam, Ik heb immers, o bruidegom van mijn ziel,
da du mich neu geboren, omdat u mij opnieuw gebaard hebt,
dir ewig treu zu sein geschworen, gezworen u eeuwig trouw te zijn,
hochheilges Gotteslamm; o heilig Godslam;
doch hab ich, ach! maar ach, ik heb het verbond
den Taufbund oft gebrochen van de doop vaak gebroken
und nicht erfüllt, was ich versprochen, en ik ben niet nagekomen wat ik had beloofd,
erbarme, Jesu, dich aus Gnaden über mich! ontferm u, Jezus, uit genade over mij!
Vergib mir die begangne Sünde, Vergeef me mijn zonden,
du weißt, mein Gott, u weet, mijn God,
wie schmerzlich ich empfinde hoeveel pijn de beet van de oude slang mij doet;
der alten Schlangen Stich; het gif van de zonde
das Sündengift verderbt mir Leib und Seele, richt mijn lichaam en mijn ziel te gronde,
hilf, daß ich gläubig dich erwähle, help mij gelovig voor u te kiezen,
blutrotes Schlangenbild, o bloedrood slangenbeeld
das an dem Kreuz erhöhet, dat aan het kruis is verhoogd,
das alle Schmerzen stillt dat alle pijn wegneemt
und mich erquickt, wenn alle Kraft vergehet.en mij verkwikt als al mijn krachten het begeven.

5. Aria (T)

Jesu, meines Todes Tod,Jezus, dood van mijn dood,
laß in meinem Lebenlaat mij in mijn leven
und in meiner letzten Noten in mijn laatste nood
mir für Augen schweben,voor ogen staan
daß du mein Heilschlänglein seistdat u het helende slangetje bent
vor das Gift der Sünde!tegen het vergif van de zonde!
Heile, Jesu, Seel und Geist,Genees, Jezus, ziel en geest,
daß ich Leben finde!zodat ik leven vind!

6. Koraal

Sein Wort, sein Tauf, sein NachtmahlZijn woord, zijn doop, zijn avondmaal
dient wider allen Unfall,weren elk ongeluk af,
der heilge Geist im Glaubende Heilige Geest leert ons
lehrt uns darauf vertrauen.in het geloof daarop te vertrouwen.
  
Libretto: Salomo Franck Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

1. Aria (S)

O heilges Geist- und Wasserbad,
das Gottes Reich uns einverleibet
und uns ins Buch des Lebens schreibet!
O Flut, die alle Missetat
durch ihre Wunderkraft ertränket
und uns das neue Leben schenket!
O heilges Geist- und Wasserbad!

2. Recitatief (B)

Die sündige Geburt
verdammter Adamserben
gebieret Gottes Zorn, den Tod und das Verderben.
Denn was vom Fleisch geboren ist,
ist nichts als Fleisch, von Sünden angestecket,
vergiftet und beflecket.
Wie selig ist ein Christ!
Er wird im Geist- und Wasserbade
ein Kind der Seligkeit und Gnade.
Er ziehet Christum an
und seiner Unschuld weiße Seide,
er wird mit Christi Blut,
der Ehren Purpurkleide, im Taufbad angetan.

3. Aria (A)

Jesu, der aus großer Liebe
in der Taufe mir verschriebe
Leben, Heil und Seligkeit,
hilf, daß ich mich dessen freue
und den Gnadenbund erneue
in der ganzen Lebenszeit.

4. Recitatief (B)

Ich habe ja, mein Seelenbräutigam,
da du mich neu geboren,
dir ewig treu zu sein geschworen,
hochheilges Gotteslamm;
doch hab ich, ach! 
den Taufbund oft gebrochen
und nicht erfüllt, was ich versprochen,
erbarme, Jesu, dich aus Gnaden über mich!
Vergib mir die begangne Sünde,
du weißt, mein Gott,
wie schmerzlich ich empfinde
der alten Schlangen Stich;
das Sündengift verderbt mir Leib und Seele,
hilf, daß ich gläubig dich erwähle,
blutrotes Schlangenbild,
das an dem Kreuz erhöhet,
das alle Schmerzen stillt
und mich erquickt, wenn alle Kraft vergehet.

5. Aria (T)

Jesu, meines Todes Tod,
laß in meinem Leben
und in meiner letzten Not
mir für Augen schweben,
daß du mein Heilschlänglein seist
vor das Gift der Sünde!
Heile, Jesu, Seel und Geist,
daß ich Leben finde!

6. Koraal

Sein Wort, sein Tauf, sein Nachtmahl
dient wider allen Unfall,
der heilge Geist im Glauben
lehrt uns darauf vertrauen.


Libretto: Salomo Franck
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

1. Aria (S)

O heilig bad van geest en water
dat ons inlijft bij Gods rijk
en ons in het boek des levens schrijft!
O vloed die alle misdaden
met zijn wonderkracht verdrinkt
en ons het nieuwe leven schenkt!
O heilig bad van geest en water!

2. Recitatief (B)

Het zondige voortbrengsel 
van Adams vervloekte nazaten 
baart Gods toorn, de dood en het verderf.
Want wat uit vlees geboren is,
is niets anders dan vlees, door zonden besmet,
vergiftigd en bevlekt.
Hoe zalig is een christen!
Hij wordt in het bad van geest en water
een kind van zaligheid en genade.
Hij hult zich in Christus
en in de witte zijde van zijn onschuld,
hij wordt met het bloed van Christus,
het purperen erekleed, in het doopbad gekleed.

3. Aria (A)

Jezus, die mij uit grote liefde
in de doop leven, heil
en zaligheid hebt beloofd,
help me mij daarover te verheugen
en het genadeverbond te vernieuwen
alle dagen van mijn leven.

4. Recitatief (B)

Ik heb immers, o bruidegom van mijn ziel,
omdat u mij opnieuw gebaard hebt,
gezworen u eeuwig trouw te zijn,
o heilig Godslam;
maar ach, ik heb het verbond 
van de doop vaak gebroken
en ik ben niet nagekomen wat ik had beloofd,
ontferm u, Jezus, uit genade over mij!
Vergeef me mijn zonden,
u weet, mijn God,
hoeveel pijn de beet van de oude slang mij doet;
het gif van de zonde
richt mijn lichaam en mijn ziel te gronde,
help mij gelovig voor u te kiezen,
o bloedrood slangenbeeld
dat aan het kruis is verhoogd,
dat alle pijn wegneemt
en mij verkwikt als al mijn krachten het begeven.

5. Aria (T)

Jezus, dood van mijn dood,
laat mij in mijn leven
en in mijn laatste nood
voor ogen staan
dat u het helende slangetje bent
tegen het vergif van de zonde!
Genees, Jezus, ziel en geest,
zodat ik leven vind!

6. Koraal

Zijn woord, zijn doop, zijn avondmaal
weren elk ongeluk af,
de Heilige Geest leert ons
in het geloof daarop te vertrouwen.


		Vertaling: Ria van Hengel