naar de bespreking van BWV 159
Sehet, wir gehn hinauf gen Jerusalem (BWV 159)
Johann Sebastian Bach
1. Arioso (A, B) | |
---|---|
(B) »Sehet!« | (B) Kijk! |
(A) Komm, schaue doch, mein Sinn, | (A) Kom, zie toch, mijn geest, |
wo geht dein Jesus hin? | waar gaat jouw Jezus heen? |
(B) »Wir gehn hinauf« | (B) Wij gaan omhoog |
(A) O harter Gang! hinauf? | (A) O, zware tocht! Omhoog? |
O ungeheurer Berg, den meine Sünden zeigen! | O enorme berg die uit mijn zonde bestaat! |
Wie sauer wirst du müssen steigen. | Wat moet u een moeizame klim maken! |
(B) »Gen Jerusalem.« | (B) naar Jeruzalem. |
(A) Ach, gehe nicht! | (A) Ach, ga niet! |
Dein Kreuz ist dir schon zugericht', | Uw kruis staat daar al voor u klaar, |
wo du dich sollst zu Tode bluten; | waar u dood zult bloeden; |
hier sucht man Geißeln für, dort bindt man Ruten; | ze zoeken al gesels, ze binden al twijgen, |
die Bande warten dein, | de ketenen wachten u, |
ach! gehe selber nicht hinein! | ach, ga er niet heen! |
Doch bliebest du zurükke stehen, | Maar als u niet ging, |
so müßt ich selbst nicht nach Jerusalem, | zou ik zelf niet naar Jeruzalem gaan, |
ach, leider in die Hölle gehen. | maar, helaas, naar de hel. |
2. Aria (S, A) | |
(A) Ich folge dir nach | (A) Ik volg u |
(S) Ich will hier bei dir stehen, | (S) Ik wil hier bij u staan, |
verachte mich doch nicht! | veracht mij toch niet! |
(A) durch Speichel und Schmach; | (A) dwars door bespuwing en bespotting heen; |
(S) Von dir will ich nicht gehen, | (S) Ik wil u niet verlaten |
(A) am Kreuz will ich dich noch umfangen, | (A) ook aan het kruis wil ik u omarmen, |
(S) bis dir dein Herze bricht. | (S) tot uw hart breekt. |
(A) dich laß ich nicht aus meiner Brust, | (A) ik wil u in mijn hart houden, |
(S) Wenn dein Haupt wird erblassen | (S) Als uw hoofd verbleekt |
im letzten Todesstoß, | in de laatste doodssteek, |
(A) und wenn du endlich scheiden mußt, | (A) en als u ten slotte moet sterven, |
(S) alsdenn will ich dich fassen, | (S) dan wil ik u vasthouden |
(A) sollst du dein Grab in mir erlangen. | (A) dan moet u in mij worden begraven. |
(S) in meinen Arm und Schoß. | (S) in mijn armen en mijn schoot. |
3. Recitatief (T) | |
Nun will ich mich, mein Jesu, über dich | Nu wil ik om u, mijn Jezus, |
in meinem Winkel grämen. | in mijn hoekje treuren. |
Die Welt mag immerhin | Laat de wereld |
den Gift der Wollust zu sich nehmen, | het gif van de wellust maar innemen, |
ich labe mich mit meinen Tränen | ik geef mij mijn tranen te drinken |
und will mich eher nicht | en ik zal niet |
nach einer Freude sehnen, | naar een vreugde verlangen |
bis dich mein Angesicht | voordat mijn aangezicht |
wird in der Herrlichkeit erblicken, | u in uw heerlijkheid aanschouwt, |
bis ich durch dich erlöset bin; | voordat ik door u ben verlost; |
da will ich mich mit dir erquicken. | dan zal ik van u genieten. |
4. Aria (B) | |
Es ist vollbracht, das Leid ist alle, | Het is volbracht, het lijden is voorbij, |
wir sind von unserm Sündenfalle | wij zijn vanuit onze zondeval |
in Gott gerecht gemacht. | in God gerechtvaardigd. |
Nun will ich eilen | Nu wil ik me haasten |
und meinem Jesu Dank erteilen, | en mijn Jezus danken, |
Welt, gute Nacht! Es ist vollbracht! | wereld, goedenacht! Het is volbracht! |
5. Koraal | |
Jesu, deine Passion | Jezus, uw lijden |
ist mir lauter Freude, | is voor mij louter vreugde, |
deine Wunden, Kron und Hohn | uw wonden, kroon en hoon |
meines Herzens Weide. | zijn de lafenis van mijn hart. |
Meine Seel auf Rosen geht, | Mijn ziel gaat over rozen |
wenn ich dran gedenke, | als ik eraan denk, |
in dem Himmel eine Stätt | geef mij dus een plaats |
mir deswegen schenke. | in de hemel. |
Libretto: Christian Friedrich Henrici (alias Picander) | Vertaling: Ria van Hengel |
Kale tekst origineel
1. Arioso (A, B)
(B) »Sehet!«
(A) Komm, schaue doch, mein Sinn,
wo geht dein Jesus hin?
(B) »Wir gehn hinauf«
(A) O harter Gang! hinauf?
O ungeheurer Berg, den meine Sünden zeigen!
Wie sauer wirst du müssen steigen.
(B) »Gen Jerusalem.«
(A) Ach, gehe nicht!
Dein Kreuz ist dir schon zugericht',
wo du dich sollst zu Tode bluten;
hier sucht man Geißeln für, dort bindt man Ruten;
die Bande warten dein,
ach! gehe selber nicht hinein!
Doch bliebest du zurükke stehen,
so müßt ich selbst nicht nach Jerusalem,
ach, leider in die Hölle gehen.
2. Aria (S, A)
(A) Ich folge dir nach
(S) Ich will hier bei dir stehen,
verachte mich doch nicht!
(A) durch Speichel und Schmach;
(S) Von dir will ich nicht gehen,
(A) am Kreuz will ich dich noch umfangen,
(S) bis dir dein Herze bricht.
(A) dich laß ich nicht aus meiner Brust,
(S) Wenn dein Haupt wird erblassen
im letzten Todesstoß,
(A) und wenn du endlich scheiden mußt,
(S) alsdenn will ich dich fassen,
(A) sollst du dein Grab in mir erlangen.
(S) in meinen Arm und Schoß.
3. Recitatief (T)
Nun will ich mich, mein Jesu, über dich
in meinem Winkel grämen.
Die Welt mag immerhin
den Gift der Wollust zu sich nehmen,
ich labe mich mit meinen Tränen
und will mich eher nicht
nach einer Freude sehnen,
bis dich mein Angesicht
wird in der Herrlichkeit erblicken,
bis ich durch dich erlöset bin;
da will ich mich mit dir erquicken.
4. Aria (B)
Es ist vollbracht, das Leid ist alle,
wir sind von unserm Sündenfalle
in Gott gerecht gemacht.
Nun will ich eilen
und meinem Jesu Dank erteilen,
Welt, gute Nacht! Es ist vollbracht!
5. Koraal
Jesu, deine Passion
ist mir lauter Freude,
deine Wunden, Kron und Hohn
meines Herzens Weide.
Meine Seel auf Rosen geht,
wenn ich dran gedenke,
in dem Himmel eine Stätt
mir deswegen schenke.
Libretto: Christian Friedrich Henrici (alias Picander)
Kale tekst Nederlandse vertaling
1. Arioso (A, B)
(B) Kijk!
(A) Kom, zie toch, mijn geest,
waar gaat jouw Jezus heen?
(B) Wij gaan omhoog
(A) O, zware tocht! Omhoog?
O enorme berg die uit mijn zonde bestaat!
Wat moet u een moeizame klim maken!
(B) naar Jeruzalem.
(A) Ach, ga niet!
Uw kruis staat daar al voor u klaar,
waar u dood zult bloeden;
ze zoeken al gesels, ze binden al twijgen,
de ketenen wachten u,
ach, ga er niet heen!
Maar als u niet ging,
zou ik zelf niet naar Jeruzalem gaan,
maar, helaas, naar de hel.
2. Aria (S, A)
(A) Ik volg u
(S) Ik wil hier bij u staan,
veracht mij toch niet!
(A) dwars door bespuwing en bespotting heen;
(S) Ik wil u niet verlaten
(A) ook aan het kruis wil ik u omarmen,
(S) tot uw hart breekt.
(A) ik wil u in mijn hart houden,
(S) Als uw hoofd verbleekt
in de laatste doodssteek,
(A) en als u ten slotte moet sterven,
(S) dan wil ik u vasthouden
(A) dan moet u in mij worden begraven.
(S) in mijn armen en mijn schoot.
3. Recitatief (T)
Nu wil ik om u, mijn Jezus,
in mijn hoekje treuren.
Laat de wereld
het gif van de wellust maar innemen,
ik geef mij mijn tranen te drinken
en ik zal niet
naar een vreugde verlangen
voordat mijn aangezicht
u in uw heerlijkheid aanschouwt,
voordat ik door u ben verlost;
dan zal ik van u genieten.
4. Aria (B)
Het is volbracht, het lijden is voorbij,
wij zijn vanuit onze zondeval
in God gerechtvaardigd.
Nu wil ik me haasten
en mijn Jezus danken,
wereld, goedenacht! Het is volbracht!
5. Koraal
Jezus, uw lijden
is voor mij louter vreugde,
uw wonden, kroon en hoon
zijn de lafenis van mijn hart.
Mijn ziel gaat over rozen
als ik eraan denk,
geef mij dus een plaats
in de hemel.
Vertaling: Ria van Hengel