Johann Sebastian Bach
Herz und Mund und Tat und Leben (BWV 147a)
Geschreven voor 4e Advent
Voor het eerst uitgevoerd: 20 dec 1716
Libretto: Salomo Franck
Solisten SATB koor SATB
Totaal 6 delen, 1 koorwerk, 1 koraal
Vertaling: Ria van Hengel
Deze cantate werd de afgelopen jaren soms uitgevoerd
andere besprekingen
- KL
- HG
Bespreking
Deze cantate, die ten grondslag lag aan de bekende cantate BWV 147 met dezelfde titel, componeerde Bach in 1716 te Weimar, als cantate voor de vierde Adventszondag. Omdat te Leipzig gedurende Advent geen cantates werden uitgevoerd, bewerkte Bach de muziek binnen een maand na zijn aantreden tot een tweedelige cantate voor de feestdag van Maria Visitatie, 2 juli 1723, door tussen de aria's drie recitatieven in te voegen en het beroemde slotkoraal van beide delen nieuw te componeren. De onvolledig bewaard gebleven muziek van 147a kan uit die van BWV 147 gereconstrueerd worden. Daar vindt u ook mijn verdere bespreking.
1. Koor
SATB
Herz und Mund und Tat und Leben | Hart en mond en daad en leven |
muß von Christo Zeugnis geben | moeten van Christus getuigen, |
ohne Furcht und Heuchelei, | zonder angst of gehuichel, |
daß er Gott und Heiland sei. | dat hij God en Heiland is. |
wordt BWV 147/1
2. Aria (A)
alt
Schäme dich, o Seele, nicht, | Schaam je niet, o ziel, |
deinen Heiland zu bekennen, | om je Heiland te belijden, |
soll er dich die Seine nennen | dan zal hij jou de zijne noemen |
vor des Vaters Angesicht! | voor het aangezicht van de Vader! |
Doch wer ihn auf dieser Erden | Maar wie op deze aarde |
zu verleugnen sich nicht scheut, | niet schroomt om hem te verloochenen, |
soll von ihm verleugnet werden, | zal door hem verloochend worden |
wenn er kömmt zur Herrlichkeit. | als hij tot zijn heerlijkheid komt. |
wordt BWV 147/3
3. Aria (T)
tenor
Hilf, Jesu, hilf, daß ich auch dich bekenne | Help, Jezus, help mij dat ik ook u belijd |
in Wohl und Weh, in Freud und Leid, | in wel en wee, in vreugde en verdriet, |
daß ich dich meinen Heiland nenne | dat ik u mijn Heiland noem |
im Glauben und Gelassenheit, | in geloof en met kalmte, |
daß stets mein Herz von deiner Liebe brenne. | dat mijn hart steeds brandt van uw liefde. |
Hilf, Jesu, hilf! | help, Jezus, help! |
wordt BWV 147/7
4. Aria (S)
sopraan
Bereite dir, Jesu, noch heute die Bahn, | Maak, Jezus, nog heden de weg voor u gereed, |
beziehe die Höhle des Herzens, der Seele | betrek de ruimte van mijn hart, van ziel |
und blicke mit Augen der Gnade mich an! | en zie mij aan met ogen vol genade! |
wordt BWV 147/5
5. Aria (B)
bas
Lass mich der Rufer Stimmen hören, | Laat mij de stemmen van de roependen horen, |
die mit Johannes treulich lehren, | die mij met Johannes getrouw leren |
ich soll in dieser Gnadenzeit | dat ik me in deze genadetijd |
von Finsternis und Dunkelheit | vanuit duisternis en donkerte |
zum wahren Lichte mich bekehren. | tot het ware licht moet bekeren. |
wordt, met nieuwe tekst, BWV 147/9
6. Koraal
SATB
Dein Wort lass mich bekennen | Laat mij uw woord belijden |
für dieser argen Welt, | tegenover deze slechte wereld, |
auch mich dein'n Diener nennen, | en laat mij mezelf uw dienaar noemen |
nicht fürchten Gwalt noch Geld, | en laat me niet bang zijn dat macht of geld |
das mich bald mög ableiten | mij weldra zullen afleiden |
von deiner Wahrheit klar; | van uw heldere waarheid; |
wollst mich auch nicht abscheiden | wil mij ook niet scheiden |
von der christlichen Schar. | van de christenschare. |
niet overgenomen in BWV 17; vers 6 van Ich dank dir lieber Herre van Johan Kolrose (1535)