naar de bespreking van BWV 136
Erforsche mich, Gott, und erfahre mein Herz (BWV 136)
Johann Sebastian Bach
1. Koor | |
---|---|
»Erforsche mich, Gott, und erfahre mein Herz; | Onderzoek mij, God, en ken mijn hart; |
prüfe mich und erfahre, wie ichs meine!« | toets mij en ken mijn gedachten! |
2. Recitatief (T) | |
Ach, daß der Fluch, so dort die Erde schlägt, | Ach, de vloed die daar de aarde treft |
auch derer Menschen Herz getroffen! | heeft ook het hart van de mensen getroffen! |
Wer kann auf gute Früchte hoffen, | Wie kan op goede vruchten hopen |
da dieser Fluch bis in die Seele dringet, | als die vloek tot in de ziel doordringt. |
so daß sie Sündendornen bringet | zodat zij doornen van zonde voortbrengt |
und Lasterdisteln trägt. | en distels van ondeugd. |
Doch wollen sich oftmals die Kinder der Höllen | Maar vaak doen de kinderen van de hel |
in Engel des Lichtes verstellen; | zich voor als engelen van het licht; |
man soll bei dem verderbten Wesen | in die verdorvenheid |
von diesen Dornen Trauben lesen. | zou je druiven van die doornen moeten plukken. |
Ein Wolf will sich mit reiner Wolle decken, | Ook al bekleedt een wolf zich met zuivere wol, |
doch bricht ein Tag herein, | de dag breekt aan |
der wird, ihr Heuchler, euch ein Schrecken, | die voor jullie, huichelaars, verschrikkelijk |
ja unerträglich sein. | en ondraaglijk zal zijn. |
3. Aria (A) | |
Es kömmt ein Tag, | Er komt een dag |
so das Verborgne richtet, | die over het verborgene zal oordelen, |
vor dem die Heuchelei erzittern mag. | waarvoor de huichelarij zal sidderen. |
Denn seines Eifers Grimm vernichtet, | want zijn naijverige woede verwoest |
was Heuchelei und List erdichtet. | wat huichelarij en list hebben verzonnen. |
4. Recitatief (B) | |
Die Himmel selber sind nicht rein, | Zelfs de hemelen zijn niet rein, |
wie soll es nun ein Mensch | hoe moet de mens dan niet |
vor diesem Richter sein? | voor die rechter staan? |
Doch wer durch Jesu Blut gereinigt, | Maar wie door het bloed van Jezus is gereinigd, |
im Glauben sich mit ihm vereinigt, weiß, | zich in het geloof met hem verenigt, weet |
daß er ihm kein hartes Urteil spricht. | dat hij over hem geen hard oordeel spreekt. |
Kränkt ihn die Sünde noch, | Al lijdt hij nog onder de zonde |
der Mangel seiner Werke, | en onder de gebrekkigheid van wat hij doet, |
er hat in Christo doch | hij heeft in Christus toch |
Gerechtigkeit und Stärke. | gerechtigheid en kracht. |
5. Aria / Duet (T, B) | |
Uns treffen zwar der Sünden Flecken, | Wij zijn weliswaar bevlekt met zonden, |
so Adams Fall auf uns gebracht. | door de val van Adam, |
Allein, wer sich zu Jesu Wunden, | maar wie de weg heeft gevonden |
dem großen Strom | naar de wonden van Jezus, |
voll Blut gefunden, | die grote stroom van bloed, |
wird dadurch wieder rein gemacht. | die wordt daardoor weer gereinigd. |
6. Koraal | |
Dein Blut, der edle Saft, | Uw bloed, dat edele vocht, |
hat solche Stärk und Kraft, | is zo sterk en krachtig |
daß auch ein Tröpflein kleine | dat zelfs een klein druppeltje |
die ganze Welt kann reine, | de hele wereld kan reinigen, |
ja, gar aus Teufels Rachen | haar zelfs uit de muil van de duivel |
frei, los und ledig machen. | kan bevrijden en verlossen. |
Libretto: onbekend | Vertaling: Ria van Hengel |
Kale tekst origineel
1. Koor
»Erforsche mich, Gott, und erfahre mein Herz;
prüfe mich und erfahre, wie ichs meine!«
2. Recitatief (T)
Ach, daß der Fluch, so dort die Erde schlägt,
auch derer Menschen Herz getroffen!
Wer kann auf gute Früchte hoffen,
da dieser Fluch bis in die Seele dringet,
so daß sie Sündendornen bringet
und Lasterdisteln trägt.
Doch wollen sich oftmals die Kinder der Höllen
in Engel des Lichtes verstellen;
man soll bei dem verderbten Wesen
von diesen Dornen Trauben lesen.
Ein Wolf will sich mit reiner Wolle decken,
doch bricht ein Tag herein,
der wird, ihr Heuchler, euch ein Schrecken,
ja unerträglich sein.
3. Aria (A)
Es kömmt ein Tag,
so das Verborgne richtet,
vor dem die Heuchelei erzittern mag.
Denn seines Eifers Grimm vernichtet,
was Heuchelei und List erdichtet.
4. Recitatief (B)
Die Himmel selber sind nicht rein,
wie soll es nun ein Mensch
vor diesem Richter sein?
Doch wer durch Jesu Blut gereinigt,
im Glauben sich mit ihm vereinigt, weiß,
daß er ihm kein hartes Urteil spricht.
Kränkt ihn die Sünde noch,
der Mangel seiner Werke,
er hat in Christo doch
Gerechtigkeit und Stärke.
5. Aria / Duet (T, B)
Uns treffen zwar der Sünden Flecken,
so Adams Fall auf uns gebracht.
Allein, wer sich zu Jesu Wunden,
dem großen Strom
voll Blut gefunden,
wird dadurch wieder rein gemacht.
6. Koraal
Dein Blut, der edle Saft,
hat solche Stärk und Kraft,
daß auch ein Tröpflein kleine
die ganze Welt kann reine,
ja, gar aus Teufels Rachen
frei, los und ledig machen.
Libretto: onbekend
Kale tekst Nederlandse vertaling
1. Koor
Onderzoek mij, God, en ken mijn hart;
toets mij en ken mijn gedachten!
2. Recitatief (T)
Ach, de vloed die daar de aarde treft
heeft ook het hart van de mensen getroffen!
Wie kan op goede vruchten hopen
als die vloek tot in de ziel doordringt.
zodat zij doornen van zonde voortbrengt
en distels van ondeugd.
Maar vaak doen de kinderen van de hel
zich voor als engelen van het licht;
in die verdorvenheid
zou je druiven van die doornen moeten plukken.
Ook al bekleedt een wolf zich met zuivere wol,
de dag breekt aan
die voor jullie, huichelaars, verschrikkelijk
en ondraaglijk zal zijn.
3. Aria (A)
Er komt een dag
die over het verborgene zal oordelen,
waarvoor de huichelarij zal sidderen.
want zijn naijverige woede verwoest
wat huichelarij en list hebben verzonnen.
4. Recitatief (B)
Zelfs de hemelen zijn niet rein,
hoe moet de mens dan niet
voor die rechter staan?
Maar wie door het bloed van Jezus is gereinigd,
zich in het geloof met hem verenigt, weet
dat hij over hem geen hard oordeel spreekt.
Al lijdt hij nog onder de zonde
en onder de gebrekkigheid van wat hij doet,
hij heeft in Christus toch
gerechtigheid en kracht.
5. Aria / Duet (T, B)
Wij zijn weliswaar bevlekt met zonden,
door de val van Adam,
maar wie de weg heeft gevonden
naar de wonden van Jezus,
die grote stroom van bloed,
die wordt daardoor weer gereinigd.
6. Koraal
Uw bloed, dat edele vocht,
is zo sterk en krachtig
dat zelfs een klein druppeltje
de hele wereld kan reinigen,
haar zelfs uit de muil van de duivel
kan bevrijden en verlossen.
Vertaling: Ria van Hengel