naar de bespreking van BWV 131

Aus der Tiefen rufe ich, Herr, zu dir (BWV 131)

Johann Sebastian Bach

1. Koor

»Aus der Tiefen rufe ich, Herr, zu dir.'Uit de diepte roep ik tot u, Heer,
Herr, höre meine Stimme,Heer, hoor mijn stem,
laß deine Ohren merkenlaat uw oren luisteren
auf die Stimme meines Flehens!«naar de stem van mijn gesmeek!'

2. Aria / Duet (B, S)

(B)»So du willst, Herr, Sünde zurechnen, (B:) 'Als u, Heer, de zonde wilt toerekenen,
Herr, wer wird bestehen?« Heer, wie zou dan standhouden?'
(S)Erbarm dich mein in solcher Last, (S:) Ontferm u over mij nu ik deze last draag,
nimm sie aus meinem Herzen, neem die weg uit mijn hart,
dieweil du sie gebüßet hast omdat u ervoor hebt geboet
am Holz mit Todesschmerzen, aan het kruis met dodelijke pijnen,
(B)»Denn bei dir ist die Vergebung, (B:) 'Want bij u is de vergeving
daß man dich fürchte.« opdat men u vreest.'
(S)auf daß ich nicht mit großem Weh (S:) zodat ik niet heel smartelijk
in meinen Sünden untergeh, in mijn zonden onderga
noch ewiglich verzage.en niet eeuwig moedeloos word.

3. Koor

»Ich harre des Herrn, 'Ik zie verlangend uit naar de Heer,
meine Seele harret, mijn ziel ziet verlangend naar hem uit,
und ich hoffe auf sein Wort.«en ik hoop op zijn woord.'

4. Aria / Duet (T, A)

(T)»Meine Seele wartet auf den Herrn'Mijn ziel wacht op de Heer
von einer Morgenwache bis zu der andern.«van de ene morgenwake tot de andere.'
(A)Und weil ich denn in meinem Sinn,En omdat ik in mijn geest,
wie ich zuvor geklaget,zoals ik al eerder klaagde,
auch ein betrübter Sünder bin,ook een bedroefde zondaar ben,
den sein Gewissen naget,aan wie zijn geweten knaagt,
und wollte gern im Blute deinwil ik graag in uw bloed
von Sünden abgewaschen seinvan zonden schoongewassen worden
wie David und Manasse.zoals David en Manasse.

5. Koor

»Israel, hoffe auf den Herrn;'Israel, hoop op de Heer;
denn bei dem Herrn ist die Gnadewant bij de Heer is genade
und viel Erlösung bei ihm.en veel verlossing is er bij hem.
Und er wird Israel erlösenEn hij zal Israël verlossen
aus allen seinen Sünden.«van al zijn zonden.'
  
Libretto: onbekend Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

1. Koor

»Aus der Tiefen rufe ich, Herr, zu dir.
Herr, höre meine Stimme,
laß deine Ohren merken
auf die Stimme meines Flehens!«

2. Aria / Duet (B, S)

(B)»So du willst, Herr, Sünde zurechnen, 
Herr, wer wird bestehen?«
(S)Erbarm dich mein in solcher Last,
nimm sie aus meinem Herzen,
dieweil du sie gebüßet hast
am Holz mit Todesschmerzen,
(B)»Denn bei dir ist die Vergebung,
daß man dich fürchte.«
(S)auf daß ich nicht mit großem Weh
in meinen Sünden untergeh,
noch ewiglich verzage.

3. Koor

»Ich harre des Herrn, 
meine Seele harret,
und ich hoffe auf sein Wort.«

4. Aria / Duet (T, A)

(T)»Meine Seele wartet auf den Herrn
von einer Morgenwache bis zu der andern.«
(A)Und weil ich denn in meinem Sinn,
wie ich zuvor geklaget,
auch ein betrübter Sünder bin,
den sein Gewissen naget,
und wollte gern im Blute dein
von Sünden abgewaschen sein
wie David und Manasse.

5. Koor

»Israel, hoffe auf den Herrn;
denn bei dem Herrn ist die Gnade
und viel Erlösung bei ihm.
Und er wird Israel erlösen
aus allen seinen Sünden.«


Libretto: onbekend
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

1. Koor

'Uit de diepte roep ik tot u, Heer,
Heer, hoor mijn stem,
laat uw oren luisteren
naar de stem van mijn gesmeek!'

2. Aria / Duet (B, S)

(B:) 'Als u, Heer, de zonde wilt toerekenen,
Heer, wie zou dan standhouden?'
 (S:) Ontferm u over mij nu ik deze last draag,
 neem die weg uit mijn hart,
 omdat u ervoor hebt geboet
 aan het kruis met dodelijke pijnen,
(B:) 'Want bij u is de vergeving
opdat men u vreest.'
 (S:) zodat ik niet heel smartelijk
 in mijn zonden onderga
 en niet eeuwig  moedeloos word.

3. Koor

'Ik zie verlangend uit naar de Heer,
mijn ziel ziet verlangend naar hem uit,
en ik hoop op zijn woord.'

4. Aria / Duet (T, A)

'Mijn ziel wacht op de Heer
van de ene morgenwake tot de andere.'
 En omdat ik in mijn geest,
 zoals ik al eerder klaagde,
 ook een bedroefde zondaar ben,
 aan wie zijn geweten knaagt,
 wil ik graag in uw bloed
 van zonden schoongewassen worden
 zoals David en Manasse.

5. Koor

'Israel, hoop op de Heer;
want bij de Heer is genade
en veel verlossing is er bij hem.
En hij zal Israël verlossen
van al zijn zonden.'


		Vertaling: Ria van Hengel