naar de bespreking van BWV 120

Gott, man lobet dich in der Stille (BWV 120)

Johann Sebastian Bach

1. Aria (A)

»Gott, man lobet dich in der Stille zu Zion,God, men prijst u in de stilte in Sion,
und dir bezahlet man Gelübde.«en men legt geloften voor u af.

2. Koor

Jauchzet, ihr erfreuten Stimmen, Juich, verheugde stemmen
steiget bis zum Himmel nauf! rijs op naar de hemel!
Lobet Gott im Heiligtum Loof God in zijn heiligdom
und erhebet seinen Ruhm; en verhef zijn roem,
seine Güte, sein erbarmendes Gemüte zijn goedheid, zijn ontfermend gemoed
hört zu keinen Zeiten auf!houden nooit op!

3. Recitatief (B)

Auf! du geliebte Lindenstadt, Komaan, geliefde Lindenstad (=Leipzig),
komm, falle vor dem Höchsten nieder, Kom, val neer voor de Allerhoogste,
erkenne, wie er dich zie hoe hij jou
in deinem Schmuck und Pracht met al je pracht en praal
so väterlich erhält, beschützt, bewacht vaderlijk behoedt, beschermt, bewaakt
und seine Liebeshand en hoe hij zijn liefdevolle hand
noch über dir beständig hat. nog voortdurend boven je houdt.
Wohlan, bezahle die Gelübde, Welaan, kom de geloften na
die du dem Höchsten hast getan, die je aan de Allerhoogste hebt gedaan
und singe Dank- und Demutslieder; en zing liederen van dank en deemoed;
komm, bitte, daß er Stadt und Land kom, vraag hem of hij de stad en het land
unendlich wolle mehr erquicken altijd wil blijven verkwikken
und diese werte Obrigkeit, en deze achtenswaardige overheid,
so heute Sitz und Wahl verneut, die nu opnieuw wordt samengesteld,
mit vielem Segen wolle schmücken!met veel zegen wil tooien!

4. Aria (S)

Heil und SegenMogen heil en zegen
soll und muß zu aller Zeitte allen tijde
sich auf unsre Obrigkeitin de gewenste hoeveelheid
in erwünschter Fülle legen,op onze overheid rusten,
daß sich Recht und Treue müssenzodat gerechtigheid en trouw
miteinander freundlich küssen.elkaar vriendelijk kussen.

5. Recitatief (T)

Nun, Herr, so weihe selbstWijd u nu zelf, Heer,
das Regiment mit deinem Segen ein,de raad in met uw zegen,
daß alle Bosheit von uns fliehezodat alle kwaad ons verlaat
und die Gerechtigkeit in unsern Hütten blühe,en gerechtigheid in onze huizen bloeit,
daß deines Vaters reiner Samezodat het zuivere zaad van uw Vader
und dein gebenedeiter Nameen uw gezegende naam
bei uns verherrlicht möge sein!bij ons worden verheerlijkt!

6. Koraal

Nun hilf uns, Herr, den Dienern dein, Heer, help nu ons, uw dienaren,
die mit dein'm Blut erlöset sein; die door uw bloed zijn verlost;
laß uns im Himmel haben Teil laat ons in de hemel deel hebben
mit den Heilgen im ewgen Heil. aan uw eeuwige heil, samen met de heiligen.
Hilf deinem Volk, Herr Jesu Christ, Help uw volk, Heer Jezus Christus,
und segne, was dein Erbteil ist; en zegen uw erfdeel,
wart und pfleg ihr zu aller Zeit koester en verzorg het te allen tijde
und heb sie hoch in Ewigkeit.en verhef het in eeuwigheid.

7. Mars?

  
Libretto: onbekend Vertaling: Ria van Hengel

Kale tekst origineel

1. Aria (A)

»Gott, man lobet dich in der Stille zu Zion,
und dir bezahlet man Gelübde.«

2. Koor

Jauchzet, ihr erfreuten Stimmen,
steiget bis zum Himmel nauf!
  Lobet Gott im Heiligtum
  und erhebet seinen Ruhm;
  seine Güte, sein erbarmendes Gemüte
  hört zu keinen Zeiten auf!

3. Recitatief (B)

Auf! du geliebte Lindenstadt,
komm, falle vor dem Höchsten nieder,
erkenne, wie er dich 
in deinem Schmuck und Pracht
so väterlich erhält, beschützt, bewacht
und seine Liebeshand
noch über dir beständig hat.
Wohlan, bezahle die Gelübde,
die du dem Höchsten hast getan,
und singe Dank- und Demutslieder;
komm, bitte, daß er Stadt und Land
unendlich wolle mehr erquicken
und diese werte Obrigkeit,
so heute Sitz und Wahl verneut,
mit vielem Segen wolle schmücken!

4. Aria (S)

Heil und Segen
soll und muß zu aller Zeit
sich auf unsre Obrigkeit
in erwünschter Fülle legen,
  daß sich Recht und Treue müssen
  miteinander freundlich küssen.

5. Recitatief (T)

Nun, Herr, so weihe selbst
das Regiment mit deinem Segen ein,
daß alle Bosheit von uns fliehe
und die Gerechtigkeit in unsern Hütten blühe,
daß deines Vaters reiner Same
und dein gebenedeiter Name
bei uns verherrlicht möge sein!

6. Koraal

Nun hilf uns, Herr, den Dienern dein,
die mit dein'm Blut erlöset sein;
laß uns im Himmel haben Teil
mit den Heilgen im ewgen Heil.
Hilf deinem Volk, Herr Jesu Christ,
und segne, was dein Erbteil ist;
wart und pfleg ihr zu aller Zeit
und heb sie hoch in Ewigkeit.

7. Mars?




Libretto: onbekend
	

Kale tekst Nederlandse vertaling

1. Aria (A)

God, men prijst u in de stilte in Sion,
en men legt geloften voor u af.

2. Koor

Juich, verheugde stemmen
rijs op naar de hemel!
Loof God in zijn heiligdom
en verhef zijn roem,
zijn goedheid, zijn ontfermend gemoed
houden nooit op!

3. Recitatief (B)

Komaan, geliefde Lindenstad (=Leipzig),
Kom, val neer voor de Allerhoogste,
zie hoe hij jou
met al je pracht en praal
vaderlijk behoedt, beschermt, bewaakt
en hoe hij zijn liefdevolle hand
nog voortdurend boven je houdt.
Welaan, kom de geloften na
die je aan de Allerhoogste hebt gedaan
en zing liederen van dank en deemoed;
kom, vraag hem of hij de stad en het land
altijd wil blijven verkwikken
en deze achtenswaardige overheid,
die nu opnieuw wordt samengesteld,
met veel zegen wil tooien!

4. Aria (S)

Mogen heil en zegen
te allen tijde
in de gewenste hoeveelheid
op onze overheid rusten,
zodat gerechtigheid en trouw
elkaar vriendelijk kussen.

5. Recitatief (T)

Wijd u nu zelf, Heer,
de raad in met uw zegen,
zodat alle kwaad ons verlaat
en gerechtigheid in onze huizen bloeit,
zodat het zuivere zaad van uw Vader
en uw gezegende naam
bij ons worden verheerlijkt!

6. Koraal

Heer, help nu ons,  uw dienaren,
die door uw bloed zijn verlost;
laat ons in de hemel deel hebben
aan uw eeuwige heil, samen met de heiligen.
Help uw volk, Heer Jezus Christus,
en zegen uw erfdeel,
koester en verzorg het te allen tijde
en verhef het in eeuwigheid.

7. Mars?




		Vertaling: Ria van Hengel